Kamerleden Tuhanan Kuzu en Selçuk Öztürk splitsten zich in november 2014 van de PvdA af en vormden nadien een eigen fractie, die onder de naam DENK aan de verkiezingen deelnam. DENK is een jonge partij, maar heeft op het dossier-Israël/Palestina al veel van zich laten horen. ‘Palestina’ resoneert sterk bij de achterban van DENK en krijgt daardoor relatief veel aandacht. Daarbij hanteert DENK het internationaal recht als leidraad.
Bij de Kamerverkiezingen van maart 2017 haalde DENK drie zetels. Daardoor kan de partij deel blijven uitmaken van de activistische voorhoede in de Tweede Kamer die een rechtvaardig Israël/Palestina-beleid nastreeft.
De erkenning van de staat Palestina was voor Kuzu en Öztürk een speerpunt. Met de SP en GroenLinks dienden ze hiervoor in november 2016 een motie in. In juni 2016 dienden ze een motie in voor een importverbod van producten uit nederzettingen, zoals de EU ‘na de bezetting door Rusland van de Krim een importverbod heeft opgelegd aan producten uit de Krim’. Over de bedreiging op Nederlandse bodem van een medewerkster van de Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al-Haq dienden ze Kamervragen en een motie in. De motie, die de regering opriep mensenrechtenactivisten die met het Internationaal Strafhof samenwerken passende bescherming te bieden, werd aangenomen.
Toen de Israëlische premier Netanyahu in september 2016 Nederland bezocht, liet partijleider en buitenlandwoordvoerder Kuzu zijn tanden zien. Bij een ontmoeting met de Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken weigerde hij Netanyahu een hand te geven. Dat incident kreeg veel aandacht, ook internationaal.
Kuzu en Öztürk hebben tijdens Rutte-II (sinds hun afsplitsing van de PvdA in november 2014) zes keer Kamervragen over Israël-Palestina gesteld, in alle gevallen als enige indiener. De vragen hadden onder meer betrekking op het verbod van een Palestina-bijeenkomst door de Vrije Universiteit, de arrestatie van een Palestijnse parlementariër en uitkeringen voor Nederlandse kolonisten.
Overzicht van alle Kamervragen van Kuzu en Öztürk tijdens Rutte-II
Partijen dienen moties in om het kabinetsbeleid te beïnvloeden. Tijdens Rutte-II heeft DENK vier moties over Israël-Palestina ingediend. Drie daarvan zijn hierboven al aangehaald. De vierde drong aan op een onderzoek naar Nederlandse organisaties die bijdragen aan het nederzettingenbeleid.
In de periode-Rutte II hebben we 55 moties geregistreerd die, op grond van hun oproep aan de regering, als vóór of tegen de Israëlische bezetting te classificeren zijn. Voor de moties ‘pro-bezetting’ (31 stuks) geldt in algemene zin: die bevorderen beleid dat de bestaande situatie van ongelijkheid en rechteloosheid bestendigt en de bezetting en nederzettingen ten goede komt. Voor de moties ‘anti-bezetting’ (24 stuks) geldt: die willen de status quo van ongelijkheid en rechteloosheid juist doorbreken en voorzien in maatregelen tegen de bezetting en nederzettingen.
Alle partijen stemmen over de ingediende moties. Voor de 55 moties hebben we het stemgedrag per partij geregistreerd. DENK zit in het anti-bezettingsblok in de Tweede Kamer: het heeft alle anti-bezettingsmoties gesteund en geen enkele pro-bezettingsmotie.
Meer informatie over Kamervragen, moties en zetelverdeling
Het verkiezingsprogramma van DENK bevat een principieel en krachtig standpunt over de kwestie-Palestina/Israël:
DENK betreurt het onrecht van de gevolgen van het Palestijns-Israëlische drama. De overtreden VN-resoluties en illegale nederzettingen tonen aan dat er zeer ongelijke verhoudingen zijn en achtereenvolgende Israëlische regeringen houden dit onrecht in stand.
DENK is daarom:
Vóór het per direct erkennen van de Palestijnse staat
Vóór een importverbod op producten uit illegale Israëlische nederzettingen
Vóór het van de Israëlische regering terugeisen van de Nederlandse investeringskosten voor ontwikkelingsprojecten in Palestina die door bewezen toedoen van de Israëlische regering kapot zijn gemaakt.
Het DENK-programma bevat geen verwijzing naar de internationale rechtsorde.