Jan Keulen is journalist, gespecialiseerd in het Midden-Oosten. Keulen werkte als correspondent voor onder andere de Volkskrant en NOS in Libanon, Egypte, Mexico en Jordanië. Hij was directeur van het Doha Center for Media Freedom en van The Rights Forum. Keulen is auteur van boeken over het Midden-Oosten en Latijns-Amerika.
8 September 2016VVD-buitenlandwoordvoerder Han ten Broeke vond het pleidooi van oud-premier Van Agt om Netanyahu zonder egards te ontvangen en hem door te sturen naar het Internationaal Strafhof “onzinnig of zelfs daar overheen”.
Op Radio 1 vond Ten Broeke het eigenlijk ook een waste of time om over de uitspraak van Van Agt te discussiëren, wat hem er niet van weerhield gretig aan het radiodebat deel te nemen. Ten Broeke ging inhoudelijk niet in op Van Agts’ suggestie en hield het bij insinuaties en tendentieuze beweringen.
Zo begon Ten Broeke over het vooronderzoek van het Internationaal Strafhof (ICC) naar oorlogsmisdaden in de Gaza-oorlog van 2014 waar, volgens hem, het ICC “niets mee kan”. Wellicht is hier de wens de vader van de gedachte, want Ten Broeke herinnerde aan de “rakettenregen” die Israël in die periode “dagelijks bereikte”. Geen woord over de onrechtmatige afsluiting van Gaza en de voortgaande Israëlische belegering en verstikking van het gebied, dat twee keer zo groot is als Texel.
Prettig dat we nu Ten Broeke’s mening kennen over het vooronderzoek momenteel uitgevoerd door het ICC. Maar Dries van Agt had het helemaal niet over dit vooronderzoek, of over de Gaza-oorlog van 2014. Van Agt sprak over het nederzettingenbeleid dat, onder het Statuut van Rome, als oorlogsmisdrijf kan worden aangemerkt.
Het Statuut van Rome is het verdrag waarop het Internationaal Strafhof gebaseerd is. In artikel 8 (lid 2, b-viii) staat onder het kopje “War Crimes” vermeld, als een van de misdrijven:
The transfer, directly or indirectly, by the Occupying Power of parts of its own civilian population into the territory it occupies, or the deportation or transfer of all or parts of the population of the occupied territory within or outside this territory.
Hieruit vloeit dus voort dat Israëls nederzettingenbeleid, waarvoor premier Netanyahu hoofdverantwoordelijke is, als oorlogsmisdaad kan worden aangemerkt. Ten Broeke zei echter geen woord hierover. Vreemd genoeg haalde hij er wel de kwesties van de Drie van Breda (1972) en de beëindiging van de Molukse treinkaping bij Wijster ( 1975) bij.
De VVD-parlementariër deed dit ongetwijfeld om de geloofwaardigheid van Van Agt te beschadigen. Het is een oude discussietruc: als je inhoudelijk niets te zeggen hebt, ga je de integriteit van de politieke tegenstander in twijfel trekken. Het sloeg natuurlijk nergens op.
In deed 1972 stelde Van Agt, die toen minister van Justitie was, voor om de laatste drie gedetineerde oorlogsmisdadigers vrij te laten. Van Agt stond bekend als een progressief jurist, lid van de toenmalige Coornhert Liga die hervormingen van het strafrecht voorstond. Hij was een tegenstander van levenslange gevangenisstraffen die geen enkel doel meer dienen. Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer was het met Van Agt eens.
Van Agt, “de premier uit mijn kindtijd”, zoals Ten Broeke hem in de radio-uitzending noemde, deed dit voorstel namens het kabinet Biesheuvel, waarvan ook de VVD deel uitmaakte. De meerderheid van de VVD-Kamerfractie steunde Van Agt’s voorstel in eerste instantie ook. Pas later, toen het voorstel heftige emoties bij veel mensen teweegbracht, veranderden Kamerleden van de VVD (en andere partijen) van mening en stemden voor een motie om de vrijlating niet ten uitvoer te brengen.
Het is een raadsel wat de kwestie van de Drie van Breda, die Nederland 44 jaar geleden emotioneerde en verdeelde, met het nederzettingenbeleid te maken heeft waarvoor Netanyahu politiek verantwoordelijk is. Behalve natuurlijk als geïnsinueerd wordt dat Van Agt onfrisse sympathieën en sentimenten zou hebben. Zulke insinuaties zijn echter vals, historisch onjuist, onbewezen en een liberale parlementariër als Ten Broeke onwaardig.
Zijn opmerking “dat sommige mensen in Nederland vinden dat Van Agt vervolgd moet worden vanwege het ingrijpen van Nederlandse militairen op de trein bij Wijster” is eveneens een onbetamelijke retorische draai, die we eerder van een Likud-activist zouden verwachten dan van een buitenlandwoordvoerder van een Nederlandse regeringspartij.
Ten eerste laat Ten Broeke’s historisch besef hem in de steek, want het ingrijpen bij de trein in Wijster is alom geroemd als de beheerste “Dutch approach” om een terroristische actie te beëindigen. Ten Broeke doelde waarschijnlijk op het beëindigen van de Molukse actie bij het Drentse De Punt in 1977. 54 mensen werden toen in een trein gegijzeld en tegelijkertijd werden meer dan honderd leerlingen en 5 leraren gegijzeld in een school in Bovensmilde.
Na drie weken besloot de regering, waarin Van Agt minister van Justitie was, tot een bevrijdingsactie bij De Punt. Hierbij kwamen zes Molukse kapers en twee gijzelaars om het leven. Deze militaire bevrijdingsactie is inderdaad, haast 40 jaar later, nog steeds omstreden in bepaalde kringen, vooral in de Molukse gemeenschap.
Maar het besluit om militair in te grijpen om de grootste terroristische actie in de Nederlandse geschiedenis te beëindigen werd aanvaard door de meerderheid van het Nederlandse parlement en heeft niets maar ook helemaal niets met de Israëlische nederzettingenpolitiek te maken. Behalve natuurlijk als je optreden tegen terroristen en het roven en bezetten van andermans land op één lijn stelt.
Ten Broeke’s radio optreden geeft een ontluisterend beeld van de Likud-achtige standpunten van de VVD-parlementariër. Zo noemt hij het Franse initiatief om een vredesconferentie te organiseren misprijzend een “foto opportunity”, die de Fransen maar niet voor elkaar krijgen. Precies het denigrerende en negatieve standpunt van de regering-Netanyahu.
En onderhandelingen tussen Netanyahu en Abbas moeten plaats vinden volgens Ten Broeke “zonder voorwaarden vooraf”, eveneens een echo van de Israëlische regeringspositie. Hierbij wordt voorbij gegaan aan het feit dat Israël met zijn voortschrijdende kolonisatie in feite de uitkomst van die onderhandelingen bij voorbaat bepaalt en aan de asymmetrische machtsverhoudingen tussen beide partijen. Zonder voorwaarden betekent dat Israël tijdens de onderhandelingen mag doorgaan met koloniseren, terwijl het grondgebied waarover die onderhandelingen gaan steeds meer wordt ingepikt.
Ja, het was misschien even schrikken: een Nederlandse oud-premier die een moedig pleidooi houdt tegen een Israëlische regeringsleider die het internationaal recht aan zijn laars lapt. De reactie van Han ten Broeke, met zijn insinuaties, historische onjuistheden en verdraaiingen die rechtstreeks uit de trukendoos van de Likud lijken te komen, is beneden de maat.