Berber van der Woude is voormalig diplomate en maakt deel uit van het bestuur van The Rights Forum
10 July 2025 Lees meer overEen zorgvuldig gesprek over antisemitisme is broodnodig. Juist daarom moeten we kritiek op Israël niet onder Jodenhaat scharen. En laten we vooral ook het institutionele antisemitisme in Nederland erkennen.
In Trouw van 9 juli 2025 doet UvA-hoogleraar Joodse studies Bart Wallet terecht een oproep tot zorgvuldigheid in het gesprek over antisemitisme. Het is daarom storend dat hij op bepaalde momenten zelf onzorgvuldig en onvolledig redeneert.
Zo lijkt Wallet, in zijn poging om te preciseren wat wel en wat niet kwalificeert als antisemitisme, in feite de omstreden IHRA-definitie te volgen. Hij stelt namelijk dat het antisemitisch is als men zegt ‘dat Israël aan de touwtjes trekt in deze wereld’.
Suggereren dat de wereld stiekem door Joden wordt bestuurd, is inderdaad een uiting van klassiek antisemitisme. Maar kijken naar de invloed die de staat Israël uitoefent buiten zijn landsgrenzen is dat niet.
Afgelopen week verscheen in NRC een artikel dat beschrijft hoe groot de directe toegang is van Israël-lobbyisten tot Nederlandse politici en beslissers. De reactie op de Maccabi-rellen in november 2024 en de ongehinderde intimidatie op Nederlands grondgebied van medewerkers van het Internationale Strafhof laten zien dat Israëlische belangen onevenredig zwaar meewegen in Nederland.
Elke ‘lange arm’ – of die nu van Rusland, China, Iran of Israël is – is een bedreiging voor onze democratische rechtsstaat en samenleving. Maar als we Wallets redenering volgen, zou het antisemitisch zijn als we het hebben over een patroon van ongewenste Israëlische inmenging? Het is kwalijk dat Wallet dat noodzakelijke gesprek smoort door de suggestie te wekken van antisemitisme – want hij weet goed hoe gevoelig politici en beleidsmakers voor deze beschuldiging zijn.
Wallet stelt verder terecht de neiging aan de kaak onderscheid te maken tussen ‘goede’ en ‘slechte’ Joden. Vervolgens verwijt hij ‘links’, zonder een concreet voorbeeld te noemen van waar dat gebeurt, dat het Joden die geen afstand nemen van Israël vaak ziet als ‘slechte Joden’ en Israël-kritische Joden als ‘goed’.
Het lijkt mij dat je je bedenkingen mag hebben bij mensen – ongeacht hun religie of etniciteit – die weigeren een staat te veroordelen die zich schuldig maakt aan decennialange systematische en ernstige oorlogsmisdrijven. Wallet noemt het ‘klassiek antisemitisme’ als je zo’n veroordeling verwacht van iemand die Joods is, omdat je Joden ermee tot één collectief zou reduceren. Maar is het niet juist Wallet die Joden tot een collectief reduceert door te veronderstellen dat zij zich niet tot Israëls misdaden hoeven te verhouden omdat zij – zoals hij eerder in het artikel stelt – allemaal wel een band met Israël hebben?
Ja, we moeten inderdaad rekening houden met het feit dat het trauma van de shoah en de belofte van veiligheid ervoor zorgen dat er veel Joden zijn die de duistere kanten van Israël niet helder kunnen of willen zien. En natuurlijk is het antisemitisch om alleen van Joden te verlangen dat zij stelling nemen over Israël. Maar het is óók antisemitisch om dat van iedereen te vragen, behalve van Joden.
In het slot van het artikel hekelt Wallet het feit dat iedereen in Nederland naar elkaar wijst als het gaat over het toenemende antisemitisme in ons land. Zijn oproep Joden geen voorwerp te laten zijn van een debat, maar gewoon individuen die op hun eigen verdiensten worden beoordeeld, moeten we inderdaad allemaal ter harte nemen.
Maar ondertussen gaat hij volledig voorbij aan de problematische manier waarop de strijd tegen antisemitisme in Nederland institutioneel georganiseerd is.
Voor de verzameling van data over antisemitische incidenten is het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) verantwoordelijk, een organisatie die tegelijkertijd openlijk fungeert als behartiger van het Israëlische belang. De door de regering aangestelde Nationale Coördinator Antisemitismebestrijding is rechtstreeks afkomstig uit de CIDI-gelederen en blijkt grote moeite te hebben kritisch stelling te nemen wanneer politici Israël en Jodendom oneigenlijk met elkaar verknopen (zie zijn interview in de Volkskrant afgelopen weekend).
En wanneer bijvoorbeeld in het Catshuis over Jodenhaat wordt gesproken, worden Israël-kritische Joden als Jaap Hamburger (Een Ander Joods Geluid), Erella Grassiani (Gate48), Jelle Zijlstra (Oy Vey) en Maurits de Bruijn (auteur van het boek Geweten) nooit uitgenodigd. De Nederlandse regering gaat zo volledig voorbij aan de grote diversiteit die bestaat onder Nederlandse Joden. En reduceert de ‘Joodse gemeenschap’ tot één collectief, namelijk dat van mensen die zich identificeren met het Israëlische belang. Alleen zij, de ‘goede’ Joden, mogen meepraten.
Ook dat is antisemitisme, van de staat nog wel en daarom extra verontrustend. Het zou Wallets stellingname geloofwaardiger maken als hij dat institutionele antisemitisme ook zou aankaarten.