In een brief aan minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok bekritiseren 24 leden van de raad van advies, het bestuur en de werkorganisatie van The Rights Forum het ‘vredesplan’ van Donald Trump. Zij roepen de regering op het plan openlijk af te wijzen, de staat Palestina te erkennen en bedrijfsactiviteiten met de illegale Israëlische ‘nederzettingen’ tot economisch delict te verklaren.
Geachte minister Blok,
Het is zorgwekkend dat de Amerikaanse opstelling sinds het presidentschap van Donald Trump ons verder dan ooit verwijderd heeft van vrede, en dat de VS steeds openlijker belangrijke naoorlogse verworvenheden in het volkenrecht niet langer respecteert. Het plan “Peace to Prosperity” dat Donald Trump op 28 januari in aanwezigheid van de Israëlische premier Netanyahu heeft gepresenteerd is vooralsnog het trieste dieptepunt in dat proces.
In het plan worden de door Israël gepleegde schendingen van het internationaal recht beloond en wordt de levensvatbaarheid van een Palestijnse staat de nek omgedraaid. Het plan is een dictaat aan de Palestijnen dat het internationaal recht vervangt door het recht van de sterkste. Het plan besteedt vrijwel uitsluitend aandacht aan de veiligheidsbehoeften van Israël, maar bevat geen enkel element dat tegemoetkomt aan de gerechtvaardigde veiligheidsbehoeften van de Palestijnen. Een levensvatbare Palestijnse staat wordt zo een utopie en er wordt een einde gemaakt aan de in internationale resoluties vastgelegde tweestatenoplossing.
Het plan voorziet in de Israëlische annexatie van de voor een levensvatbare Palestijnse staat onmisbare, vruchtbare Jordaanvallei. In ruil daarvoor krijgen de Palestijnen twee stukjes onvruchtbare Negev-woestijn. Het Palestijnse territorium wordt verdeeld in een archipel van kleine ‘Bantoestans’, waarvan de verbindingen en grenzen worden beheerst door Israël. De onder internationaal recht illegale Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever komen onder Israëlische soevereiniteit en worden daarmee ‘gelegaliseerd’. Israël controleert alle grenzen van het gedemilitariseerde Palestijnse territorium en beheerst het luchtruim daarboven, alsmede de territoriale wateren van de Gazastrook. Verkeer over zee is slechts mogelijk via twee Israëlische havens. Israël krijgt het recht het Palestijnse territorium binnen te vallen als het dat opportuun acht.
De PLO en de Palestijnse Autoriteit moeten volgens het plan afzien van procedures bij internationale gerechtshoven, en lopende procedures tegen Israël, de Verenigde Staten en hun burgers staken. Voor het aanvragen van lidmaatschap van internationale organisaties en het sluiten van verdragen met andere staten hebben zij toestemming van Israël nodig.
Palestijnse vluchtelingen verliezen het recht van terugkeer naar de woonplaatsen waaruit zij verjaagd zijn en die nu Israëlisch grondgebied vormen. In strijd met resoluties van de VN-Veiligheidsraad, en in afwijking van sinds decennia gecoördineerd Europees-Amerikaans beleid, wordt in het plan Jeruzalem de ongedeelde hoofdstad van Israël.
In het plan is opgenomen dat Palestijnse burgers die leven in gebieden die aan Israël zullen toevallen ervoor kunnen kiezen om Israëlisch staatsburger te worden. Zij krijgen dan de privileges en verplichtingen van niet-Joodse burgers van de staat Israël. Zoals bekend hebben niet-Joden in Israël minder rechten dan Joden, een ongelijkheid die met het aannemen van de ‘Wet op de Natiestaat’ in 2018 in beton is gegoten.
Europa is te lang te lankmoedig geweest tegenover de ernstige ondermijning van de internationale rechtsorde door Israël en de Verenigde Staten. Het gaat nu niet meer alleen om het behoud van het perspectief op vrede tussen Israël en het Palestijnse volk respectievelijk tussen Israël en de landen in de regio. De naoorlogse internationale rechtsorde zelf is in gevaar in een mate die wij in generaties niet meer gezien hebben.
Het volkenrecht is geboren in Europa en heeft niet toevallig zijn hoofdstad in Nederland. Het werd na de oorlog de basis van de internationale rechtsorde en moet dat blijven. Het is code rood voor de handhaving van het recht en de mensenrechten wereldwijd.
Europa kan het zich niet langer permitteren zijn afwachtende houding voort te zetten. Er rest geen andere keus dan krachtig Europees politiek verzet en een herziening van relaties met de huidige regering van Israël.
Als signaal naar Israël en de Verenigde Staten zou Nederland, ook om de Palestijnse positie tegen dit dictaat te verstevigen, de Palestijnse staat moeten erkennen op basis van de grenzen van 1967, en andere Europese landen die nog niet tot erkenning zijn overgegaan oproepen hetzelfde te doen. Tevens moet Nederland expliciet afstand nemen van het plan-Trump en zich in EU-verband hard maken dat ook de EU daarvan afstand neemt.
Bedrijfsactiviteiten met Israëlische nederzettingen en instellingen in bezet gebied moeten in Nederland en Europa als economisch delict worden beschouwd. Handelspolitieke en andere economische sancties tegen Israël zelf moeten net zo vanzelfsprekend op de Europese politieke agenda komen als andere EU-sancties tegen ernstige schendingen van de rechtsorde.
Nederland moet in Europees verband niet achteraan, maar voorop lopen om politieke actie te ondernemen tegen deze ontsporing van de internationale rechtsorde.
Hoogachtend,
Drs. Hedy d’Ancona, oud-minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
Prof. dr. Pieter Bekker, hoogleraar internationaal recht Universiteit Dundee
Prof. dr. Theo van Boven, emeritus hoogleraar Internationaal Recht Universiteit Maastricht
Prof. mr. Laurens Jan Brinkhorst, oud-minister Economische Zaken
Prof. dr. Marcel Brus, hoogleraar Internationaal Publiekrecht Rijksuniversiteit Groningen
Prof. dr. John Dugard, voormalig rechter ad hoc bij het Internationaal Gerechtshof en emeritus hoogleraar Internationaal Publiekrecht Universiteit Leiden
Dr. Koos van Dam, voormalig ambassadeur in Irak, Egypte, Turkije, Duitsland en Indonesië
Prof. dr. Cees Flinterman, honorair professor Mensenrechten Universiteit Maastricht en Universiteit Utrecht
Mr. Tineke Lodders-Elfferich, voormalig lid Eerste Kamer en partijvoorzitter CDA
Prof. mr. Egbert Myjer, oud-rechter Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Prof. dr. Jan Pronk, oud-minister Ontwikkelingssamenwerking en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Dr. Bert de Vries, voormalig partijvoorzitter CDA en oud-minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Prof. dr. Paul de Waart, emeritus hoogleraar volkenrecht aan de Vrije Universiteit.
Prof. dr. Liesbeth Zegveld, mensenrechtenadvocaat en hoogleraar War Reparations Universiteit van Amsterdam
Jan Keulen, oud-directeur en lid Raad van Advies The Rights Forum
Mr. A.A.M. van Agt, oud-premier
Prof. mr. Jaap Doek, voorzitter bestuur The Rights Forum
Dorien Ballout, bestuurslid The Rights Forum
Jaap Hamburger, bestuurslid The Rights Forum
Mr. J.M.A. Hosman, bestuurslid The Rights Forum
Xander de Rijk, bestuurslid The Rights Forum
Drs. Hans Jordens, bestuurslid The Rights Forum
Drs. Martijn de Rooi, The Rights Forum
Gerard Jonkman, directeur The Rights Forum