Tussen de as van het deeg en de retoriek van Trump 

Palestijnse vluchtelingen in Libanon en Syrië vrezen de opheffing van UNRWA en hervestigingsplannen van Trump en Israël. Achter het ‘veiligheidsbeleid’ schuilt uitwissing. Een poëtisch verslag uit kamp Burj al-Barajneh. 

Wafaa al-Hajj (48 jaar) en Maha Marra (50 jaar) kneden het brood ‘op het ritme van ironie en verzet’. Foto © Somoud Ghazal 

In het vluchtelingenkamp Burj al-Barajneh zitten Wafaa al-Hajj, 48 jaar, en Maha Marra, 50 jaar, voor een bescheiden houten tafel deeg te kneden met handen die versleten zijn door jarenlang vluchteling-zijn en marginalisatie. Achter hen verslindt een oven gulzig hout, dat doet denken aan de branden van oorlogen die nooit zijn gedoofd in de herinnering van de Palestijnen.  

Duizenden kilometers verderop zitten Donald Trump en Benjamin Netanyahu in de elegant versierde hal van het Witte Huis. Achter hen een aristocratische open haard waarvan de warmte slechts een vonkje politieke brandstof nodig heeft, verzadigd van tientallen jaren kolonisatie en medeplichtigheid.  

Op dat moment kondigt Trump zijn ‘helse’ plan aan: de verdrijving van twee miljoen Palestijnen uit Gaza. Hij pauzeert, corrigeert het aantal alsof hij vee telt en gaat dan verder met een koude glimlach: ‘Misschien 1,8 miljoen … of 700.000?’ Het maakt niet uit, de aantallen zijn slechts een voetnoot in inlichtingenrapporten, geen namen, geen gezichten.  

Trump weidt uit over zijn uitleg en uit zijn ‘medeleven’ met de mensen van Gaza: ‘Gaza is verwoest, het is onleefbaar… De oplossing? Mensen verhuizen naar mooiere en luxere plaatsen.’  

Zomaar: Een volk ontwortelen, de misdaad in economisch cellofaan verpakken en als koopje verkopen op de veiling van de internationale politiek.  Maar in het kamp Burj al-Barajneh, tussen het meel dat de lucht in spatte en de handen die brood kneedden voor het leven, was er een ander soort verzet: een snijdend sarcasme.   

Wafaa stopt met het kneden van het deeg, kijkt haar metgezel aan en zegt: ‘Heb je Trump gehoord? We zagen Amerika in Vietnam en Afghanistan… Nou, laat hem Gaza proberen.’  

Maha lacht en antwoordt: ‘Weet hij niet dat ondanks honger, bombardementen en geweld, ze de mensen van Gaza niet konden verdrijven? Dit noemen ze soft power door middel van projecten? Ze konden het niet met bommen, dus dachten ze dat ze het met raketten konden doen?’   

Hier vat Maha een hele filosofie samen: ware kracht zit niet in wapens of geld, maar in wortels die niet ontworteld kunnen worden door verdrijvingsplannen of ‘transmigratie’-projecten.  

Deze eenvoudige dialoog weerklinkt in de steegjes van het kamp, begeleid door de stem van Issam Awad, leraar op een UNRWA-school: ‘Trump en Netanyahu denken dat Palestina een zakendeal is… maar ze begrijpen niet dat het hier niet om een beurs gaat. Dit is geen vastgoeddeal, dit is geschiedenis, bloed en recht.’  

In deze absurde dichotomie kruisen de levens van vluchtelingen en de plannen van grootmachten elkaar. Tussen de open haard van Burj al-Barajneh en de haard van het Witte Huis brandt de Arabische wereld van medeplichtigheid en stilzwijgen.   

Libanon is niet immuun voor de gevolgen van deze plannen. De Libanese journalist Ali Youssef waarschuwt: ‘Trump volgt een zwarte zwanenpolitiek: een kleine gebeurtenis in Gaza kan catastrofale gevolgen hebben voor Libanon. Gaza is verwoest, het is onleefbaar… De oplossing? Mensen verhuizen naar mooiere en luxere plaatsen.’  

Tussen het manaqish brood en de ‘Deal van de Eeuw’ is het duidelijk dat de Palestijnse strijd niet alleen met de bezetting is, maar ook met het korte geheugen van de wereld. Maar zolang er een hand is die het brood kneedt op het ritme van ironie en verzet, zal Palestina groter blijven dan alle deals.  

Verslag van Somoud Ghazal uit Burj al-Barajneh.

© 2007 - 2025 The Rights Forum / Privacy Policy