Jeff HandmakerEen staakt-het-vuren is essentieel om genocide te voorkomen

Met haar steun aan Israëls geweld in Gaza brengt de Nederlandse overheid het risico op een dagvaarding voor ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht of zelfs genocide dichtbij, betogen Jeff Handmaker, Yolande Jansen, Alessandra Spadaro en Mikki Stelder.

Meer dan 60 procent van de woningen in de Gazastrook zijn verwoest of zwaar beschadigd. © UNRWA / Mohammed Hinnawi

Op 15 oktober jl. tekenden 880 experts op het gebied van internationaal recht en holocaust- en genocidestudies een verklaring waarin zij waarschuwden dat Israël zich mogelijk schuldig maakt aan genocide tegen de Palestijnen in Gaza. In de Europese en VS-context wordt in veel media met scepsis gereageerd als het begrip ‘genocide’ valt, en regelmatig wordt het gebruik van dit begrip vooral aan Palestijnen toegeschreven als een ‘eenzijdige positie’ in een debat waarin een meer ‘genuanceerde’ analyse gepast zou zijn.

Er is echter brede consensus onder internationaal juristen en specialisten holocaust- en genocidestudies dat er in elk geval zeer alarmerende voorstadia van genocide en/of opruiing tot genocide plaatsvinden, evenals oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Al op 13 oktober omschreef Raz Segal, een expert op het gebied van genocidestudies, de situatie in Gaza als een ‘schoolvoorbeeld van genocide’. VN-experts en een voormalig staflid van de VN hebben gewaarschuwd voor een ‘dreigende genocide’ tegen de 2,3 miljoen bewoners van de Gazastrook.

Genocideverdrag

In 1951 werd het ‘Verdrag inzake de voorkoming en bestraffing van genocide’ van de VN van kracht. Hierin wordt genocide gedefinieerd als ‘een van de volgende handelingen, gepleegd met de bedoeling om een nationale, etnische, godsdienstige groep, dan wel een groep behorend tot een bepaald ras, geheel of gedeeltelijk als zodanig te vernietigen: a. het doden van leden van de groep; b. het toebrengen van ernstig lichamelijk of geestelijk letsel aan leden van de groep; c. het opzettelijk aan de groep opleggen van levensvoorwaarden die gericht zijn op haar gehele of gedeeltelijke lichamelijke vernietiging; d. het nemen van maatregelen, bedoeld om geboorten binnen de groep te voorkomen; e. het gewelddadig overbrengen van kinderen van de groep naar een andere groep.’

Israëls acties van de laatste maand omvatten ten minste drie van de bovengenoemde handelingen. In minder dan een maand tijd zijn meer dan 11 duizend Palestijnen vermoord, onder wie meer dan vierduizend kinderen. Dat is meer dan het aantal kinderen dat jaarlijks wereldwijd in conflicten werd gedood sinds 2019. Israël gebruikt witte fosfor in dichtbevolkt gebied en het voert een totaal beleg van Gaza waarbij het voorraden die essentieel zijn voor het overleven van burgers, zoals water, brandstof en elektriciteit, naast voedsel en medicijnen, blokkeert. Inmiddels drinken de mensen zeewater of ander water dat ongeschikt is voor consumptie. Ziekenhuizen worden aangevallen en functioneren niet langer, wat de dood van patiënten, inclusief pasgeborenen, veroorzaakt. Met bombardementen op gebouwen en voertuigen met niet-militaire functies, die hebben geresulteerd in de dood van hele families, veronachtzaamt Israël de basisprincipes van het internationaal humanitair recht. Dat de woordvoerder van het Israëlische leger, Daniël Hagari, stelde dat de nadruk ligt op ‘schade, niet precisie’, wijst niet alleen op een geplande en grove overtreding van het oorlogsrecht, maar ook op genocide.

We zijn live getuige van een zich ontvouwende genocide.

Voor de kwalificatie als ‘genocide’ is de bedoeling van de daders belangrijk. De bedoeling van Israëlische politici en militaire leiders blijkt uit vele uitspraken. Premier Benjamin Netanyahu verwees naar I Samuel 15:3, een bijbeltekst die luidt: ‘Trek daarom op tegen de Amalekieten en versla ze. […] Spaar ze niet, maar dood alles en iedereen: mannen en vrouwen, kinderen en zuigelingen, runderen en schapen, kamelen en ezels.’ Likudpoliticus Tally Gotliv riep ertoe op om een atoombom op Gaza te gooien; haar collega Ariël Kallner riep op tot een tweede Nakba; minister van Defensie Yoav Gallant noemde de inwoners van de Gazastrook ‘menselijke beesten’.

En nu zijn we live getuige van een zich ontvouwende genocide. Desondanks wordt Israël nog steeds door de VS en Europese regeringen gesteund. Vlak na 7 oktober noemde premier Rutte het ‘respectloos’ om Israëls aankondiging om Gaza de toegang tot drinkwater en voedsel te ontzeggen letterlijk te nemen. Minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz-Zegerius stelde dat het ‘moreel verwerpelijk’ is om historische context te geven bij wat er nu gebeurt. Dit was toen al zeer onverantwoord gezien het feit dat er al lang voortekenen van genocide waren: Palestijnse, Israëlische en internationale experts op het gebied van Israël/Palestina waarschuwden al jaren dat er een ‘opmaat tot een genocide’ plaatsvond, of een ‘slow-motion’ genocide. De bevolking was al jaren ondervoed, veel kinderen hadden bloedarmoede en groeistoornissen. De Gazastrook werd in 2017 door Save the Children voor kinderen onbewoonbaar verklaard.

Risico voor Nederland

Nu, na alle gepleegde misdaden, de steun aan Israël nog volhouden is volkomen onverantwoord en brengt het risico op een dagvaarding van de Nederlandse overheid voor ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht of zelfs genocide dichtbij, zeker na de levering van onderdelen voor F-35-straaljagers waarmee Gaza is gebombardeerd. Dat onze regeringsleiders niet voor een staakt-het-vuren hebben gestemd bij de VN en hier nu nóg niet op teruggekomen zijn, is immoreel en ondermijnt ook het al lage vertrouwen in de niet-westerse wereld dat Den Haag geschikt is als zetel van het Internationaal Strafhof (ICC) en Internationaal Gerechtshof (ICJ). De westerse geloofwaardigheid wordt ondermijnd door het diepe racisme dat uit de steun voor Israël spreekt, waaraan de stemmen en het leed van de Palestijnen volkomen ondergeschikt zijn. Dit betekent in feite het zeer kostbare morele failliet van de westerse wereld en daarbij ook Israël.

De Amerikaanse en Europese steun voor Israël is gebaseerd op de claim dat het een recht op zelfverdediging heeft. Deze positie wordt betwist door zowel internationaal juristen als andere staten, bijvoorbeeld Ierland. Israël heeft wel de plicht om de mensenrechten van iedereen onder zijn controle te beschermen, of ze nu Joods of Palestijns zijn, zowel binnen Israël als in de bezette gebieden. Israël ontneemt Palestijnen echter systematisch hun mensenrechten en voert een apartheidsbewind in het hele gebied. Aanvallen op Palestijnen met Israëlisch staatsburgerschap nemen met de dag en met instemming van de Israëlische autoriteiten toe. Kolonisten die door het Israëlische leger worden bewapend en gesteund terroriseren en vermoorden in toenemende mate Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever. Het begrijpen en erkennen van deze context van apartheid en de veronachtzaming van de levens en waardigheid van Palestijnen, is noodzakelijk om te zien dat de vijandigheden in Gaza niet slechts een oorlog tegen Hamas zijn, maar eerder, zoals openlijk toegegeven door de Israëlische minister van Landbouw Avi Dichter, de intentionele uitvoering van een Nakba 2023. Dit is hiermee inderdaad een nakba (catastrofe) die met genocidale bedoeling wordt uitgevoerd.

Een einde maken aan de massamoord op de Palestijnen door een staakt-het-vuren is een plicht.

Tot slot, het is onder het internationaal recht legitiem voor Palestijnen om zich te verzetten tegen de Israëlische bezetting, tegen apartheid en (vestigings-)kolonialisme, met alle middelen, inclusief gewapend verzet, zoals opgetekend door de Algemene Vergadering van de VN in 1977. Legitiem verzet moet in overeenstemming zijn met het internationaal humanitair recht. De aanvallen van Hamas volgden deze regels voor zover ze militaire infrastructuur aanvielen, maar de moord op en gijzeling van ongewapende individuen niet; dat is strikt verboden. Het feit dat de aanvallen door Hamas in Israël handelingen omvatten die overduidelijk verboden zijn in het internationaal recht, vormt echter geen juridische of morele reden om tot genocide aan te zetten of deze te plegen. Genocide is ontoelaatbaar als vergelding voor misdrijven, hoe vreselijk deze ook zijn.

Alle staten hebben de verplichting om Israël te houden aan het internationaal recht. Het Internationaal Strafhof heeft de rechtsmacht om oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en genocide door wie dan ook in de bezette Palestijnse gebieden te vervolgen. Een onderzoek is inmiddels begonnen. Palestijnse, Israëlische, Joodse, en internationale organisaties, evenals vele anderen, waarschuwen terecht en gezamenlijk voor genocide. Een einde maken aan de massamoord op de Palestijnen door een staakt-het-vuren is een plicht.

Jeff Handmaker is universitair hoofddocent Rechtssociologie aan het International Institute of Social Studies van de Erasmus Universiteit.

Yolande Jansen is universitair hoofddocent Filosofie aan de Universiteit van Amsterdam en bijzonder hoogleraar Humanisme aan de Vrije Universiteit.

Alessandra Spadaro is universitair docent Internationaal Publiekrecht aan de Universiteit Utrecht.

Mikki Stelder is universitair docent Global Arts and Politics aan de Universiteit van Amsterdam.

© 2007 - 2024 The Rights Forum