Met onder andere: de vierde Israëlische verkiezingen in twee jaar, Israël probeert Palestijnse verkiezingen tegen te houden en activisten starten #SaveSheikhJarrah-campagne.
Vandaag vinden in Israël voor de vierde keer in twee jaar verkiezingen plaats. In de peilingen staat de Likud-partij van premier Benjamin Netanyahu bovenaan. De partij zou tussen de 29 en 32 zetels krijgen. Dat is minder dan de 37 die Likud op dit moment heeft, maar nog steeds ruim tien meer dan de Yesh Atid-partij die volgens de peilingen als tweede grootste partij in het parlement plaats zal nemen.
Het is de vraag of Netanyahu erin zal slagen om met zijn coalitie van rechtse, extreemrechtse en ultra-Orthodoxe partijen een meerderheid van 61 zetels in het parlement te bemachtigen en een volgende termijn als premier veilig te stellen. Netanyahu hoopt bovendien dat een meerderheid in het parlement hem immuun zou maken voor de corruptierechtszaken die tegen hem lopen.
Uit de peilingen is niet op te maken of Netanyahu’s rechtse blok daadwerkelijk een parlementaire meerderheid zal krijgen: zijn coalitie van Likud , Yamina, Shas, United Torah Judaism en Religious Zionism zweeft rond de zestig zetels. Dat het Israëlische parlement overwegend rechts en pro-bezetting zal zijn, lijkt echter onvermijdelijk. Een van de extreemrechtse kandidaten die na de verkiezingen mogelijkerwijs plaats zal nemen in het parlement is Itamar Ben-Gvir. Ben-Gvir is een aanhanger van de in 1990 vermoorde Meir Kahane, een extreemrechtse en ultranationalistische rabbijn en politicus. Kahane pleitte voor het uitzetten van alle Palestijnen en werd uiteindelijk verboden deel te nemen aan de Israëlische verkiezingen op grond van zijn racisme. Ben-Gvir staat op de lijst van Religious Zionism, een nationalistische en religieus fundamentalistische partij. Netanyahu heeft aangegeven samen te willen werken met de partij.
Netanyahu’s belangrijkste rivalen zijn Gideon Sa’ar, Naftali Bennett en Yair Lapid. Sa’ar is de voormalige minister van Buitenlandse Zaken onder Netanyahu, maar richtte in december 2020 zijn eigen partij New Hope op. Op 22 maart verklaarde hij niet uit te sluiten in een kabinet te willen samenwerken met Lapid, de leider van de centrumpartij Yesh Atid. Naftali Bennett, ook een rechtse uitdager van Netanyahu, heeft wel aangegeven niet plaats te zullen nemen in een kabinet dat wordt geleid door Lapid.
De Verenigde Lijst, het samenwerkingsverband van een aantal verschillende Palestijns-Israëlische partijen, staat op verlies. De peilingen lijken uit te wijzen dat de Lijst van de huidige elf zetels zakt naar acht of negen. Ook Blauw-Wit, de partij van Benny Gantz, lijkt zetels te verliezen. Gantz zou onder het huidige regeerakkoord halverwege de kabinetsperiode Netanyahu afwisselen als premier. Nu het kabinet is gevallen en Blauw-Wit naar verwachting met vier of vijf zetels in het parlement komt, lijkt zijn rol als belangrijkste uitdager van Netanyahu definitief voorbij.
Dat de winnaar van de verkiezingen zich sowieso niet in zal zetten voor de rechten van de Palestijnen op de Westoever werd op 22 maart maar al te duidelijk. In een live uitzending van het Israëlische Channel 12 beloofden onder andere Bennett, Gideon Sa’ar en Bezalel Smotrich van Religious Zionism de Palestijnse bevolking op de Westoever uit te zetten en hen te vervangen met Israëlische kolonisten. De uitzending werd nota bene opgenomen in Khan Al-Ahmar, een bedoeïnengemeenschap waarvan de sloop al maanden op de agenda staat. Netanyahu verklaarde bovendien op diezelfde dag dat hij niet zal toestaan dat er Palestijnse staat wordt opgericht als hij opnieuw herkozen wordt.
Het hoofd van de Israëlische veiligheidsdienst Shin Bet, Nadav Argaman, heeft de Palestijnse president Mahmoud Abbas gevraagd de Palestijnse verkiezingen uit of af te stellen als Hamas meedoet. Dat blijkt uit een reportage van de Israëlische publieke omroep Kan. Argaman deed het verzoek tijdens een vergadering in Ramallah ergens in de afgelopen twee weken, maar werd afgewezen door Abbas.
De druk op de Palestijnse verkiezingen lijkt niet alleen van Israël te komen. In februari waarschuwde Jibril Rajoub, secretaris-generaal van het Centrale Comité van Fatah, dat een aantal Arabische landen probeerden invloed uit te oefenen op de uitslag van de verkiezingen. Hoewel Rajoub en andere Palestijnse politici niet expliciet verwijzen naar specifieke landen, lijkt het erop dat ze zich vooral zorgen maken over druk vanuit Egypte, Jordanië en de Verenigde Arabische Emiraten.
De Palestijnse verkiezingen, de eerste sinds 2006, worden in twee rondes georganiseerd. Op 22 mei kunnen de Palestijnen naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen. De presidentiële verkiezingen volgen op 31 juli. Waarnemers blijven echter sceptisch over de vraag of de verkiezingen daadwerkelijk zullen plaatsvinden, aangezien verschillende eerdere verkiezingsbeloften op niets uitliepen. Ook is er kritiek geuit op de motieven achter de verkiezingen. In een interview verklaart de Palestijnse politieke analist Wafa Abdel-Rahman dat niet nationale eenheid en een democratisch proces het uiteindelijke doel is, zoals Fatah en Hamas doen blijken. Volgens Abdel-Rahman gaat het de twee facties vooral om het hernieuwen van hun eigen legitimiteit.
Sinds 22 maart kunnen partijen hun lijsten met kandidaten indienen voor deelname aan de parlementaire verkiezingen. Tot nu toe hebben drie partijen zich aangemeld. De lijsten van Hamas en Fatah moeten nog worden ingediend.
De Israëlische autoriteiten hebben de speciale reisvergunning van de Palestijnse minister van Buitenlandse Zaken ingetrokken. Dat gebeurde nadat minister Al-Maliki op 21 maart terugkwam van een bezoek aan Fatou Bensouda, de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof. De speciale vergunning wordt normaal toegekend aan leiders en medewerkers van de Palestijnse Autoriteit om zonder al te veel problemen door Israëlische checkpoints te kunnen reizen.
Hoewel Israëli niet officieel erkent dat het intrekken van de reisvergunning een vergelding is voor Al-Maliki’s bezoek aan Bensouda lijken anonieme Israëlische functionarissen dit wel te bevestigen. Ook volgens het Palestijnse ministerie is er sprake van een strafmaatregel voor het bezoek aan Den Haag. ‘Israël is niet in staat om zaken via de wet op te lossen, maar neemt in plaats daarvan zijn toevlucht tot een beleid van intimidatie, sancties en bedreigingen,’ aldus een woordvoerder van het ministerie. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken zou Israël op dinsdag inmiddels om opheldering gevraagd hebben.
Sadet Karabulut heeft maandag naar aanleiding van het incident Kamervragen ingediend bij minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok. Daar vraagt het SP-Kamerlid of het intrekken van de reisvergunning inderdaad een vergelding is voor het bezoek van Al-Maliki, en of minister Blok bereid is om ‘contact op te nemen met Israël om erop aan te dringen dat ministers vrij naar Den Haag moeten kunnen reizen’.
Op 20 maart hebben tientallen Palestijnen en buitenlandse activisten zich verzameld op een stuk grond van Said Abu Aliyan, in de heuvels ten zuiden van Hebron/Al Khalil. De bijeenkomst was een betuiging van steun en solidariteit aan Said Abu Aliyan en zijn familie, die een week eerder op dezelfde plek door kolonisten waren aangevallen. Elke zaterdag komt hij daar met zijn hele familie samen voor een picknick. Op 13 maart verscheen een groep van zo’n vijftien kolonisten, gewapend met stenen, metalen pijpen en knuppels. Zowel Said, als zijn vrouw Rima, raakten gewond. Rima werd op haar rug geslagen met een knuppel. Said moest na de aanval naar het ziekenhuis worden gebracht om geopereerd te worden: een kolonist had met een metalen pijp zijn kaak gebroken.
Voordat hij het bewustzijn verloor was Said nog in staat om Palestijnse activisten te bellen die aanvallen van kolonisten en het Israëlische leger documenteren. Die konden echter niet op tijd ter plekke zijn, omdat het Israëlische leger de toegangsweg had geblokkeerd. Volgens Basil al-Adraa, een van de activisten die gebeld werden, gebeurt dit steeds vaker: ‘De laatste tijd zet het leger geïmproviseerde controleposten op om te voorkomen dat we onrecht in het gebied documenteren. Dat is precies wat ze deze keer ook deden, om te voorkomen dat we de plaats van de aanval zouden bereiken. Ik zag in hun ogen en in hun gedrag dat ze me haten. Ze haten ons allemaal omdat we er altijd zijn en al hun handelingen vastleggen.’ Zoals gebruikelijk zijn er geen kolonisten aangehouden voor hun aanval op de familie van Said Abu Aliyan.
Palestijnse activisten zijn onder de titel #SaveSheikhJarrah een online campagne begonnen om de bewoners van de Palestijnse wijk Sheikh Jarrah in Oost-Jeruzalem te steunen in hun strijd tegen uithuiszetting. Het gaat hierbij om 28 families van vluchtelingen die tijdens de Nakba in 1948 door zionistische milities uit hun steden en dorpen werden verdreven. Dankzij Israëls plannen om het gebied te bevolken met Israëlische kolonisten lopen zij nu opnieuw het gevaar te worden verbannen.
In 1956 besloot de Jordaanse regering, in samenwerking met UNRWA, de 28 gezinnen te voorzien van woningen in Oost-Jeruzalem, dat toen onder Jordaanse controle stond. Volgens de afspraak zouden de gezinnen hun nieuwgebouwde huizen voor een periode van drie jaar huren, waarna zij de eigenaars van de panden zouden worden. De Jordaniërs beschikken over kopieën van de contracten, de originele contracten zijn waarschijnlijk in handen van Israël. Desalniettemin weigert Israël de huurovereenkomsten te erkennen, ook al deed het dat aanvankelijk wel – een Israëlische rechtbank verwierp de uitzetting van de gezinnen uit hun huizen in 1972. Jordaanse advocaten, gesteund door het Jordaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, helpen de families bij hun rechtszaken om de huisuitzettingen te voorkomen.
Uit een nieuw rapport van OCHA, het VN-agentschap voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken in de Palestijnse Gebieden, blijkt dat de Israëlische autoriteiten in februari 153 Palestijnse gebouwen hebben gesloopt of in beslag genomen. Sinds OCHA in 2009 begon met het bijhouden van deze cijfers werden er slechts in drie andere maanden meer gebouwen gesloopt of ingenomen. 82 van de getroffen gebouwen stonden in de bedoeïnengemeenschap Khirbet Humsah. Een groot aantal van de getroffen gebouwen was gedeeltelijk of volledig gefinancierd door de EU. In 2021 verdrievoudigde de aanvallen op door de EU gefinancierde hulpstructuren tot dusverre in vergelijking met het maandelijkse gemiddelde in 2020.
De sloopactiviteiten en inbeslagname van materialen leidden in februari tot de ontheemding van 305 mensen, waaronder 172 kinderen, en troffen daarnaast de kostwinning of de toegang tot hulpdiensten van 435 anderen.
Bijna 90 procent van de sloopwerkzaamheden en inbeslagnames vond plaats zonder voorafgaande. Dit is een aanzienlijke stijging ten opzichte van 30 procent in 2020, 11 procent in 2017 en 8 procent in 2016. De Israëlische autoriteiten zijn niet verplicht vooraf kennis te geven van inbeslagnames, waardoor de getroffen Palestijnse bevolking niet op voorhand bezwaar kunnen maken. Een Israëlische functionaris van de Civiele Administratie, het Israëlische bestuursorgaan op de Westelijke Jordaanoever, noemde dit op 13 augustus 2020 een ‘strategisch hulpmiddel’.
Volgens de voorlopige uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen behaalden de partijen die de Israëlische bezetting van Palestijns gebied steunen op 17 maart negen zetels meer dan de partijen die tegen de bezetting zijn. Deze partijen lijken gezamenlijk zeventig zetels te krijgen. Dat is een winst van zeven zetels ten opzichte van de samenstelling van de Tweede Kamer aan het eind van de vorige kabinetsperiode (Rutte III), maar zes zetels te weinig voor een meerderheid in de Kamer. Net als onder Rutte III zijn de partijen daarvoor aangewezen op steun van middenpartij CDA, die 15 zetels behaalde. Ondanks een verlies van vier zetels behoudt het CDA zijn sleutelpositie op het dossier-Palestina/Israël.
De partijen die tegen de bezetting zijn zagen hun mogelijkheden om invloed op het beleid uit te oefenen verslechteren. Zij leverden gezamenlijk vijf zetels in en komen uit op een totaal van 61. Ook zij blijven voor een Kamermeerderheid afhankelijk van het CDA. Mocht bij het vaststellen van de definitieve verkiezingsuitslag hun gezamenlijke score één zetel lager uitvallen, dan volstaat zelfs de steun van de christendemocraten niet voor een Kamermeerderheid. In dat geval hebben zij ook de steun van een van twee nieuwkomers in de Kamer nodig: Volt (drie zetels) of BoerBurgerBeweging (BBB, één zetel). De definitieve uitslag wordt vrijdag 26 maart door de Kiesraad bekendgemaakt.
Wilt u meer weten over de nieuwe verhoudingen in de Tweede Kamer? Lees dan hier onze volledige analyse.