Met onder andere: mars van extreemrechtse Israëli’s in Jeruzalem, Israël begint bouw nieuwe wooneenheden in twee illegale kolonies, Palestijnse ingenieur NASA: makkelijker om naar Mars te gaan dan om terug te keren naar Gaza.
Bij gewelddadige confrontaties tussen extreemrechtse Israëli’s, de Israëlische politie en Palestijnen in Jeruzalem is vorige week een groot aantal gewonden gevallen. Volgens de Palestijnse Rode Halve Maan raakten op 22 april meer dan honderd Palestijnen gewond en werden er 22 in het ziekenhuis opgenomen. Ook raakten enkele Israëli’s gewond. Ten minste vijftig mensen werden gearresteerd, onder wie zowel extreemrechtse Israëli’s als Palestijnen.
Sinds het begin van de Ramadan, op 12 april, is het al onrustig in Jeruzalem. Zonder duidelijke aanleiding weerhielden de Israëlische autoriteiten Palestijnen ervan om samen te komen op het plein bij de Damascuspoort. Normaal gesproken verzamelen Palestijnen zich in groten getale op dit plein in de oude stad van Jeruzalem ter ere van de Ramadan. De Israëlische politie wierp dit jaar echter barricades op, verwijderde de aanwezige Palestijnen op hardhandige manier, en zette op grote schaal traangas in. Desondanks bleven Palestijnen elke avond naar de Damascuspoort komen om te protesteren tegen het besluit om het plein af te sluiten tijdens de Ramadan-periode. Op 25 april heeft de Israëlische politie besloten Palestijnen alsnog toe te laten tot het plein.
De uitbarsting van geweld bereikte zijn piek op 22 april, tijdens een mars van honderden leden van de extreemrechtse, anti-Arabische groep Lahava richting de Damascuspoort. De groep had de mars georganiseerd in reactie op video’s op TikTok, waarin te zien is hoe enkele Palestijnen een orthodoxe Joodse man mishandelen. Tijdens de mars werden er leuzen als ‘dood aan de Arabieren’ gescandeerd. De leider van Lahava, Ben-Zion Gopstein, verklaarde dat ‘wij hier vanavond zijn gekomen om iedereen die er anders over denkt duidelijk te maken: Jeruzalem is van ons!’ In de Israëlische krant Haaretz schrijft journalist Nir Hasson dat de deelnemers van de mars ‘als jagers op zoek waren naar Arabieren, linkse mensen en journalisten om hun onbegrijpelijke woede op hen uit te leven. Iedereen die hun pad kruiste was een doelwit.’ Ook Israëlische agenten werden door de menigte aangevallen.
IfNotNow, een progressieve Amerikaans-Joodse organisatie, bestempelde de mars van Lahava als een ‘pogrom’. De groep waarschuwde er bovendien voor dat Israëlische politici zullen proberen de uitbarsting van extreemrechts geweld te verklaren aan de hand van de TikTok-video’s. Daarbij zou voorbij gegaan worden aan een belangrijk punt, aldus IfNotNow: ‘Elke keer dat de Israëlische regering Palestijnse huizen vernielt, Palestijnse kinderen vasthoudt, nederzettingen uitbreidt, op demonstranten schiet en de Palestijnen de toegang tot de buitenwereld verhindert, bevestigen ze dezelfde boodschap die vanavond op straat werd gezongen: dat alleen Joodse levens van belang zijn voor de staat.’
Hoewel zowel Palestijnen als de extreemrechtse Israëli’s zich tegen de politie keerden, is het verschil in politieoptreden tegen de beide groepen ontegenzeggelijk groot. Tegen de Palestijnse demonstranten bij de Damascuspoort, onder wie veel kinderen, zette de politie op grote schaal verdovingsgranaten, traangas, met rubber beklede kogels en water met de geur van stinkdieren in. Aan de andere kant van de Damascuspoort, slechts honderd meter verderop, verhinderde de politie de groep extreemrechtse Israëli’s met veel minder zware middelen ervan de Palestijnen te bereiken. De politie stond hen zelfs toe om wijken in bezet Oost-Jeruzalem binnen te trekken, waaronder Sheikh Jarrah. Daar voegden kolonisten zich bij de politie om de Palestijnse inwoners aan te vallen en hun huizen en auto’s te bekogelen met molotovcocktails.
De berichtgeving van de NOS over de confrontaties in Jeruzalem is op zijn minst opvallend te noemen. Daarin wordt de indruk gewekt dat Palestijnen de aanstichters waren van het geweld op 22 april, en wordt het besluit van de Israëlische autoriteiten om het plein bij de Damascuspoort te sluiten niet genoemd. Deze beeldvorming wijkt niet alleen af van Palestijnse media, maar ook van Israëlische media zoals Haaretz. Over de scheve Nederlandse berichtgeving over de onrust in Jeruzalem publiceren wij later deze week een uitgebreid artikel.
Ook in andere delen van de bezette Palestijnse gebieden leidde de onrust in Jeruzalem tot schermutselingen tussen Palestijnen, Israëlische bezettingstroepen en kolonisten. Vanuit Gaza is er sinds vrijdagavond een aantal raketten afgevuurd op Israël. De raketten werden door Israëls luchtafweersysteem onderschept, of kwamen terecht in onbebouwd gebied in Israël en in Gaza. Enkele Israëli’s raakten lichtgewond nadat zij onderweg naar hun bunkers struikelden. Het Israëlische leger reageerde op de raketten door op demonstranten in Gaza te schieten en raketten af te vuren op verschillende doelwitten in Gaza. Drie Palestijnen raakten daarbij gewond, en een aantal gebouwen werd vernietigd beschadigd. Daarnaast hebben de Israëlische autoriteiten als strafmaatregel de kust voor Gaza volledig afgesloten, waardoor vissers niet meer in staat zijn hun werk te doen.
Op de Westelijke Jordaanoever vonden verschillende protesten plaats tegen het optreden van de Israëlische politie en de extreemrechtse demonstranten in Jeruzalem. Bij een protest in Al-Lubban, een dorp ten zuiden van Nablus, raakten drie Palestijnse jongeren gewond nadat zij door het Israëlische leger waren beschoten. In de buurt van Jenin schoten Israëlische soldaten een jonge Palestijnse man neer met scherpe munitie, en raakte een andere man gewond nadat hij was geraakt door een met rubber beklede kogel. Bij een protestmars in Hebron raakten tientallen Palestijnen gewond nadat zij door Israëlische militairen bestookt waren door traangas- en schokgranaten.
De Israëlische autoriteiten zijn vorige week begonnen met de bouw van nieuwe wooneenheden in twee afzonderlijke illegale kolonies op de Westelijke Jordaanoever. Qassem Awad, hoofd documentatie van de Settlement & Wall Resistance Commission, verklaarde dat Israëlische bouwbedrijven op 19 april van start zijn gegaan met de constructie van 23 wooneenheden in de kolonie Maskyot, in de noordelijke Jordaanvallei. De plannen voor de uitbreiding van deze kolonie werden op 24 oktober goedgekeurd.
Daarnaast is Israël begonnen met de bouw van een nieuwe buurt in Gush Etzion, een cluster van kolonies ten zuiden van Bethlehem. Een woordvoerder van het Gush Etzion-cluster maakte bekend dat de nieuwe buurt, die zal bestaan uit bijna honderd nieuwe wooneenheden, onderdeel wordt van de kleine kolonie Ibei Hanahal. Ibei Hanahal werd in 1999 als illegale buitenpost opgericht en in 2019 door de Israëlische Landautoriteit formeel erkend als kolonie. Momenteel wonen er zo’n 50 Israëlische kolonisten, na de uitbreiding zullen dat er aanzienlijk meer zijn.
Tweede Kamerleden Roelof Bisschop (SGP) en Caroline van der Plas (BBB) hebben op 14 april een motie ingediend over het handhaven van etikettering van producten uit ‘betwiste’ gebieden. In de motie stellen de twee Kamerleden dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) niet handhaaft op de etikettering van producten uit de Westelijke Sahara die als ‘Made in Morocco’ worden verkocht, maar dat dit wel het geval is voor producten uit de ‘betwiste’ Palestijnse gebieden. Bisschop en Van der Plas verzoeken de regering ervoor te zorgen dat ‘gelijke gevallen gelijk behandeld worden, en iedere vorm van rechtsongelijkheid wordt voorkomen’. De motie werd met 87 stemmen voor aangenomen, dankzij steun van de VVD, PVV, CDA, FvD, ChristenUnie, JA21, SGP, 50Plus en BBB.
The Rights Forum steunt uiteraard het principe dat het internationaal recht overal op gelijke wijze wordt nageleefd. Dat producten afkomstig uit Israëlische kolonies in de bezette Palestijnse gebieden als zodanig gemarkeerd moeten worden, werd in 2019 door het Europees Hof van Justitie in een bindende uitspraak vastgelegd. Als er in andere gebieden, evenals in de bezette Palestijnse gebieden, sprake zou zijn van consumentenmisleiding door het onjuist etiketteren van producten, dan moet de NVWA daartegen optreden. De motie doet geen afbreuk aan de heldere juridische situatie van de Palestijnse gebieden, en de richtlijn voor het etiketteren van producten uit de kolonies. Een punt van kritiek is wel dat de motie spreekt van ‘betwiste Palestijnse gebieden’, terwijl helder is dat de gebieden waar het om gaat aan de Palestijnen toebehoren en derhalve in het geheel niet betwist zijn.
De uit Gaza afkomstige ingenieur Loay Elbasyouni werkt voor het Amerikaanse ruimtevaartagentschap NASA, en was betrokken bij de bouw van de Ingenuity Mars-helikopter. Op 20 april voltooide de helikopter zijn eerste vlucht op Mars, en maakte daarmee de eerste aangedreven, gecontroleerde vlucht door een voertuig op een andere planeet. Een enorme stap die, zo zegt Elbasyouni, makkelijker was dan dat het voor hem is om terug te keren naar Gaza.
Als kind droomde hij ervan om lucht- en ruimtevaartingenieur te worden, maar dacht dat het nooit zou lukken aangezien Palestina geen ruimtevaartprogramma heeft. Een studiebeurs stelde hem uiteindelijk in staat zijn dromen achterna te gaan. Elbasyouni verliet Gaza in 2000 op twintigjarige leeftijd om zijn studie in de Verenigde Staten af te ronden. Sinds zijn vertrek is Elbasyouni niet in staat geweest terug te keren naar Gaza: ‘het is heel moeilijk om Gaza binnen te komen zonder mijn carrière op het spel te zetten. Als ik ga kom ik misschien vast te zitten.’ ‘Met [de missie naar] Mars is het de wetenschap die dingen bepaalt, met de wetenschap kunnen we alles berekenen en alles zo goed mogelijk voorspellen, en we houden vast aan onze hoop en overtuigingen en ons wiskundig bewijs,’ legt hij uit. ‘Maar als het gaat om situaties waarbij politiek betrokken is, hangt het af van de mening van mensen, en dat is onvoorspelbaar.’
Het Palestijnse bedoeïenendorp Al-Araqib is op 19 april voor de 186ste keer gesloopt door de Israëlische autoriteiten. Lokale bronnen meldden dat de Israëlische politie het dorp binnenviel en de lokale bevolking verdreef, ondanks de Ramadan en een hittegolf die de Westelijke Jordaanoever enkele dagen in zijn greep had.
Het is inmiddels al de vijfde keer dit jaar dat de Israëlische autoriteiten het dorp slopen en ontruimen. Desondanks keert de bevolking elke keer weer terug en zetten de inwoners hun tenten opnieuw op. Het dorp, gelegen in de Negev-woestijn, is een van de 51 ‘niet-erkende’ Arabische dorpen in het gebied. De meer dan twintig Palestijnse families leven in huizen gebouwd van hout, plastic en golfplaten. De herhaalde vernietiging van Al-Araqib is onderdeel van de Israëlische pogingen om de bedoeïenenbevolking te dwingen om te verhuizen naar door de overheid gesanctioneerde gebieden.
Deze zomer zullen Palestijnen in de bezette gebieden voor het eerst in 15 jaar naar de stembus gaan om een nieuw parlement en nieuwe president te verkiezen. De helft van de kiesgerechtigden is dit jaar tussen de 18 en 33 jaar en heeft nog nooit gestemd bij nationale verkiezingen. Ondanks dat uit peilingen blijkt dat dit de meest gedesillusioneerde leeftijdsgroep in de Palestijnse samenleving is, lijken veel jongeren hoopvol over de verkiezingen – zij het niet zonder scepsis.
In een erg goed artikel gaat het Israëlische +972 Magazine in gesprek met een aantal Palestijnse jongeren over de staat van de Palestijnse politiek, de aankomende verkiezingen en hun rol daarin. Een van hen is Anas Osta, een dertigjarige man uit het Askar vluchtelingenkamp in Nablus. Osta doet mee aan de verkiezingen, als leider van de nieuw opgerichte Nabd al-Balad-partij (Arabisch voor ‘de polsslag van het land’) die zich inzet voor de Palestijnse jeugd en hun belangen. Zijn partij bestaat voor veertig procent uit vrouwen – ruim meer dan het gemiddelde van 29 procent van alle deelnemende kandidaten – en voor zeventig procent uit jongeren.
Osta is door verschillende grotere politieke partijen benaderd om als eerste kandidaat op hun lijst mee te doen aan de verkiezingen, maar weigerde de aanbiedingen. Palestijnse jongeren verdienen een lijst ‘die hen duidelijk vertegenwoordigt,’ legt hij uit. ‘Ik wil kunnen zeggen dat ik mijn mandaat heb gekregen van de mensen die verandering eisen, de mensen die tegen corrupte leiders willen vechten.’ En verandering betekent voor Osta niets minder dan de volledige herziening van het Palestijnse politieke systeem.
Lees hier het hele artikel op +972 Magazine.