Zondag eisten 150 duizend Nederlanders dat het demissionaire kabinet sancties instelt tegen Israël om de genocide in Gaza te beëindigen. Nu moet er geluisterd worden.
Zondag trokken 150 duizend Nederlanders een rode lijn in Den Haag: tégen de Israëlische genocide op de Palestijnen, en tégen het feit dat zij daar door hun regering medeplichtig aan worden gemaakt. Het was de tweede Rode Lijn-demonstratie in vier weken.
Op 18 mei liepen 100 duizend Nederlanders mee in de eerste. Zij representeerden de 62 procent van de bevolking die wil dat de regering optreedt tegen Israël. Dit om dat land te dwingen om diens genocidale geweld tegen de Palestijnen te staken. Dat percentage bleek uit een op 13 mei gepresenteerde opiniepeiling van EenVandaag.
Desondanks negeerde het kabinet het eerste Rode Lijn-protest compleet. Het oorverdovende signaal uit de samenleving dat het faciliteren van genocide op de Palestijnen direct moet stoppen, is arrogant afgewimpeld.
Daarom waren we zondag – vier weken na de eerste Rode Lijn – terug in Den Haag, met anderhalf keer zoveel deelnemers en zo’n honderd maatschappelijke organisaties. En met de eis dat het demissionaire kabinet-Schoof namens Nederland zonder verdere vertraging voldoet aan Nederlands verplichtingen als ondertekenaar van het Genocideverdrag: het met alle beschikbare middelen voorkomen of beëindigen van genocide.
Daarin staan de 150 duizend demonstranten niet alleen. Afgelopen week wezen ook bijna vierhonderd juristen premier Dick Schoof per open brief op die verplichting. En op 28 mei was dat ook de boodschap van twee prominente volkenrechtdeskundigen aan de Tweede Kamer. Het falen van het kabinet om Israël tot de orde te roepen bracht zelfs een twintigtal gemeentes en burgemeesters ertoe zich uit te spreken – een exceptionele ontwikkeling.
Voor de tweede keer in vier weken heeft de samenleving geëist dat demissionair premier Dick Schoof en zijn kabinet zich aan de regels van het recht houden.
Toch lijkt Schoof de boodschap opnieuw niet te willen begrijpen. Op X reageerde hij op de Rode Lijn met een kunstje in plaats van harde toezeggingen: ‘Aan al die mensen in Den Haag zeg ik: we zien jullie en we horen jullie. Ons doel is uiteindelijk hetzelfde: om zo snel mogelijk een einde te maken aan het leed in Gaza.’
Met die getruukte perceptie doet de premier aan gaslighting. Want over het doel van de 150 duizend deelnemers aan de Rode Lijn, honderd organisaties, volkenrechtdeskundigen, burgemeesters, 391 juristen en vele anderen bestaat geen misverstand: Schoof moet zorgen dat Nederland voldoet aan het Genocideverdrag – een plicht die zelfs is vastgelegd in de Grondwet.
Wat Schoof niet lijkt te beseffen, is dat hij gaandeweg de hele samenleving tegenover zich krijgt. Nederlanders verdragen geen genocide, zou hij moeten weten. Dit gaat allang niet meer om een politiek geschil, schreven we eerder, maar om de vraag wie wij willen zijn en in wat voor land wij willen leven. Die waarden zijn niet onderhandelbaar, galmde zondag opnieuw door Den Haag.
