Terwijl de Europese Unie medeplichtig blijft aan de genocide in Gaza, geeft een groep van twaalf landen uit het mondiale Zuiden wél het goede voorbeeld met een pakket concrete acties tegen Israël.
Voor een op waarden gebaseerd Palestinabeleid en respect voor internationaal recht moeten we naar het mondiale Zuiden kijken. Twaalf landen hebben zich deze week op de conferentie van The Hague Group in de Colombiaanse hoofdstad Bogotá gecommitteerd aan zes concrete maatregelen tegen Israël om de genocide in Gaza te stoppen.
Het gaat om Colombia, Bolivia, Cuba, Indonesië, Maleisië, Namibië, Zuid-Afrika, Libië, Oman, Irak, Saint Vincent en de Grenadines, en Nicaragua. Ze kondigden zes acties aan, waaronder een volledig wapenembargo.
De landen spraken af geen schepen in hun havens te laten aanmeren of onder hun vlag te laten varen die mogelijk wapens en ander militair materiaal naar Israël vervoeren, zich in te zetten voor de vervolging van Israëlische oorlogsmisdadigers, en staatscontracten op te zeggen als deze bijdragen aan de Israëlische bezetting van Palestina.
Niet eerder kwam een groep landen gezamenlijk met een pakket van dergelijke vergaande maatregelen. Speciaal VN-rapporteur voor de Palestijnse gebieden Francesca Albanese sprak haar steun en bewondering uit. ‘Deze twaalf landen hebben een monumentale stap vooruit gezet’, zei Albanese op de conferentie. ‘De klok tikt nu voor anderen landen – van Europa tot de Arabische wereld en verder – om zich bij hen aan te sluiten.’
De landen waren samengekomen in Bogotá om deel te nemen aan een noodconferentie van The Hague Group, een groep van acht landen die eerder dit jaar afspraken zich samen in te zetten om een einde te maken aan de genocide en Israëls straffeloosheid. In totaal waren meer dan dertig landen aanwezig op de conferentie, waaronder zwaargewichten zoals China, Brazilië, Turkije, Mexico en Qatar. Uit Europa waren Noorwegen, Spanje, Portugal en Slovenië aanwezig.
Van de acht landen die The Hague Group oprichtten, hebben Chili en Senegal zich vooralsnog niet aangesloten bij het pakket maatregelen. Waarom is niet bekend. Zes nieuwe landen hebben zich juist wel aangesloten.
De groep van twaalf nodigt landen uit om zich bij hen aan te sluiten en het pakket maatregelen ook te ondertekenen, met als deadline september 2025. Dat valt samen met de deadline die de Algemene Vergadering van de VN Israël heeft gegeven om de bezetting van Palestina te stoppen.
Varsha Gandikota-Nellutla, voorzitter van The Hague Group
De voorzitter van The Hague Group, Varsha Gandikota-Nellutla, noemt de uitkomst van de conferentie ‘een keerpunt’ voor Palestina én voor de toekomst van het internationale systeem. ‘Decennialang hebben landen – vooral in het mondiale Zuiden – de prijs betaald voor een kapot internationaal systeem. Ze zijn nu samengekomen in Bogotá om het terug te winnen – niet alleen in woorden maar ook in daden.’
In een eerder interview met The Rights Forum sprak Gandikota-Nellutla de hoop uit dat grote landen zich zouden aansluiten bij het initiatief, zoals Brazilië, Algerije en Indonesië. ‘Zij zijn traditioneel leiders geweest in solidariteit met Palestina, maar hebben ook een belangrijke rol te spelen in het verstoren van de toeleveringsketens, en kunnen zo impact hebben op Israëls economische macht’, zei ze.
Al met al hebben de landen die de maatregelen hebben aangekondigd geen groot geopolitiek gewicht en zijn daarmee kwetsbaar voor Amerikaanse repercussies. De VS hebben eerder strafmaatregelen ingesteld tegen landen, instituten en individuen die onder internationaal recht actie tegen Israël ondernamen, zoals Zuid-Afrika, Colombia, het Internationaal Strafhof, en VN-rapporteur Albanese.
Dat maakt het zo bijzonder dat deze landen wél stappen durven te nemen, in tegenstelling tot een van de machtigste blokken ter wereld – de EU. De landen in Bogotá maakten hun pakket maatregelen bekend op woensdagavond, een dag nadat de EU-landen hadden besloten om geen sancties tegen Israël in te voeren.
Mensenrechtenorganisaties spreken schande van dit besluit van de EU, dat hiermee Israël expliciet groen licht geeft door te gaan met de genocide in Gaza.
Toch kwam er ook positief nieuws uit Europa. Op 17 juli verbood de rechtbank in Brussel de Vlaamse autoriteiten om militair materiaal naar Israël door te voeren. Hierdoor kunnen schepen met wapens voor Israël niet meer in Antwerpen aanmeren. Daarnaast verklaarde Slovenië als eerste EU-land de Israëlische ministers van Financiën en Nationale Veiligheid Bezalel Smotrich en Itamar Ben-Gvir als persona non grata vanwege hun genocidale uitspraken.
Het maakt nog maar eens duidelijk dat de doorslaggevende factor politieke wil is. Bij de twaalf landen rond The Hague Group is die er wel, bij de EU, inclusief Nederland, niet. Dat terwijl de EU de belangrijkste handelspartner van Israël is, daarmee de Israëlische economie van genocide draaiende heeft gehouden én de invloed heeft om daadwerkelijke druk uit te oefenen.