Zaterdag werd in Jaffa een 22-jarige Palestijn door de Israëlische politie doodgeschoten. Het voorval is een nieuw voorbeeld van het excessieve geweld waaraan Palestijnen blootstaan. In 22 dagen vielen 21 Palestijnse slachtoffers.
In de Israëlische stad Jaffa werd zaterdag een jonge Palestijn door de Israëlische politie doodgeschoten. Hij werd geïdentificeerd als de 22-jarige Mahdi al-Sa’adi. Een tweede Palestijn raakte gewond. Aansluitend vonden in de stad botsingen plaats tussen woedende Palestijnen en de Israëlische politie.
Een Israëlische politiewoordvoerder verklaarde dat de politie afkwam op een ‘criminele activiteit’ in de haven. Er zouden schoten zijn afgevuurd op een gesloten winkel, en de twee daders zouden zijn gevlucht op motoren. Toen de politie twee Palestijnse jongemannen op scooters waarnam, werd de achtervolging ingezet. Al-Sa’adi werd van dichtbij met vijf kogels door het hoofd en bovenlichaam geschoten en stierf ter plekke; zijn metgezel raakte gewond.
Direct werd de vraag gesteld waarom de twee Palestijnen, van wie geen dreiging uitging, door de politie werden beschoten. De politieman die de dodelijke kogels afvuurde verklaarde dat de scooterrijder weigerde te stoppen, waarop hij besloot diens achterband lek te schieten; dat zou zijn mislukt.
De vader van de doodgeschoten Al-Sa’adi spreekt van moord en eist gerechtigheid. Hij verklaarde dat zijn zoon niets met de zaak te maken had en geen wapen bezat. Ook wijst hij op het excessieve geweld en op het feit dat zijn zoon point blank – van dichtbij – werd neergeschoten. De politieverklaring wijst hij van de hand.
Na de schietpartij sloeg in de stad de vlam in de pan. Veel Palestijnen beschouwen de gebeurtenis als typisch voorbeeld van extreem politiegeweld en etnisch profileren, en gingen de straat op om te demonstreren tegen de normalisering ervan. Daarbij kwam het tot botsingen met de Israëlische politie. Tijdens de begrafenis van Al-Sa’adi werd een Israëlische journalist met harde hand verwijderd.
Mahdi al-Sa’adi is de 56e Palestijn die dit jaar omkomt ten gevolge van Israëlisch geweld. Tussen 7 en 29 juli vielen 21 Palestijnse doden. Israël ligt onder vuur van mensenrechtenorganisaties vanwege het excessieve geweld tegen Palestijnse burgers, culminerend in een zorgwekkend aantal gevallen van buitengerechtelijke executies.
Daarbij wordt gewezen op de rol van de Israëlische politieke elite in het creëren van een atmosfeer waarin Palestijnse levens en rechten er niet toe doen, en van een ‘shoot-to-kill’-mentaliteit. Afgelopen week dreigde de Israëlische minister Hanegbi de Palestijnen via de televisie met een ‘derde Nakba’ – massale verdrijving. Een parlementslid pleitte voor executies en deportatie, en noemde Palestijnen ‘minder dan honden’. Niemand greep in, ook premier Netanyahu niet.
Waarnemers wijzen op de groeiende woede onder Palestijnen in Israël. Daar vonden in juni en juli op verschillende plekken vergelijkbare gebeurtenissen plaats als in Jaffa, waarbij Palestijnen zonder directe noodzaak werden doodgeschoten – niet alleen door de Israëlische politie, ook door een privé-bewaker en een burger. Het wekenlange excessieve Israëlische geweld tijdens de recente Al-Aqsa-crisis heeft verder bijgedagen aan de oplopende woede.
Zonder rechtvaardigheid is er in het vredesproces geen vooruitgang mogelijk.
Tineke Lodders Politica