Nederlandse universiteiten werken samen met Israëlische instellingen die zijn verweven met Israëls regime en militair-industriële complex. Een commissie adviseert Tilburg University om alle banden te verbreken.
Nederlandse universiteiten werken al decennia samen met Israëlische academische instellingen die zijn verweven met het Israëlische regime van bezetting, kolonisering en militarisering. Instellingen als het Technion en de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem zijn onder meer betrokken bij de ontwikkeling van technologie voor drones en surveillancesystemen, bedoeld voor de onderdrukking van de Palestijnse bevolking. Die instellingen profiteren op grote schaal van EU-subsidies, schreven wij onlangs.
Israëlische universiteiten fungeren daarnaast als propagandakanalen voor het Israëlische regime. In mei 2024 documenteerden we hun rol ten aanzien van de Israëlische genocide in Gaza, concluderend dat:
De universiteiten hebben zich gedragen als megafoon van het Israëlische regime, en zo het klimaat helpen scheppen waarin Gaza verwoest kon worden.
Dat is een zwaar, maar terecht verwijt. Hun verklaringen staan bol van oorlogsretoriek en ontmenselijking van de Palestijnen. Van een academische houding is geen sprake: de universiteiten verspreidden theorieën over een stijd tussen ‘licht en duisternis’, tegen een vijand waaronder zich ‘geen goede mensen’ bevinden. Daarnaast bemoeiden zij zich actief met de academische vrijheid op buitenlandse universiteiten, waar pro-Palestijnse protesten – volgens hen desnoods ‘onconventioneel’ – de kop moeten worden ingedrukt. De gevolgen daarvan hebben we ook in Nederland gezien.
Van ‘gedeelde academische waarden’ tussen Nederlandse en Israëlische universiteiten is dan ook geen sprake. Integendeel: samenwerking maakt Nederlandse universiteiten tot partners in crime. Desondanks is het aantal samenwerkingen nog steeds enorm.
De kritiek op die samenwerkingen is de afgelopen jaren sterk toegenomen, vooral onder invloed van het geweld in Gaza, dat door steeds meer organisaties als genocide wordt aangeduid. Het leidde tot grootschalige protesten van studenten en docenten aan Nederlandse universiteiten. Van bezettingen tot openbare debatten, overal klinkt de eis: verbreek de banden met Israëlische instellingen.
Onder deze druk hebben meerdere universiteiten adviescommissies ingesteld om hun samenwerkingsverbanden te heroverwegen. Daarbij kwam een opvallend tekort aan het licht: er bestond geen toetsingskader om samenwerkingen op ethische en morele gronden te beoordelen. Op Tilburg University nam de adviescommissie het voortouw met de ontwikkeling van een normatief ‘mensenrechtelijk afwegingskader’, waarmee via een QuickScan de risico’s in kaart kunnen worden gebracht. Na grondig onderzoek heeft de commissie in december haar advies uitgebracht: de banden met Israëlische universiteiten moeten worden opgeschort.
De commissie, onder leiding van mensenrechtenspecialist Prof. Dr. Nicola Jägers, legt in haar rapport de nadruk op de bijzondere verantwoordelijkheid van universiteiten als getuigen en omstanders van mensenrechtenschendingen. Academische vrijheid en respect voor mensenrechten mogen niet beperkt blijven tot retoriek, maar vereisen een actieve, principiële houding. Dit heeft de commissie verwoord in vier concrete adviezen:
De boodschap van de commissie is helder: samenwerken is belangrijk, maar niet tegen elke prijs. Om dat te kunnen beoordelen ligt er nu een blauwdruk die door alle andere universiteiten kan worden gebruikt.
En nu? Het advies ligt bij het College van Bestuur van Tilburg University. Dat zegt eerst opinies over het advies te willen inwinnen. Zo wordt na zes maanden grondig onderzoek opzichtig tijd gerekt bij de onvermijdelijke implementatie. Andere universiteiten geven geen beter beeld. Ook daar zijn adviescommissies ingesteld, maar ondanks de adviezen wordt er niet gehandeld.
Zo weigert de Rijksuniversiteit Groningen de banden te verbreken, ondanks toenemende kritiek. De Radboud Universiteit neemt eenzelfde standpunt in, met uitzondering van de opleiding Sociale Geografie en Milieu, die zelfstandig heeft besloten de samenwerking met Israëlische instellingen te beëindigen. De Universiteit van Amsterdam en de Erasmus Universiteit zeggen geen nieuwe samenwerkingen aan te gaan, maar ‘onderzoeken’ nog steeds – stroperig en ondoorzichtig – hoe om te gaan met bestaande samenwerkingen.
Hun tijd is om. Vastgesteld moet worden dat de redenen om afstand te nemen van Israëlische partners dwingend zijn. De toetsing door de Tilburgse commissie, bovenop alle andere adviezen en aansporingen, heeft dat nu ten overvloede en in hoofdletters bevestigd. Het is tijd voor actie. Het is volstrekt redelijk om te verlangen dat de universiteiten eind januari hun contacten met Israëlische partners hebben opgeschort.