Israël bouwt onverdroten door aan zijn koloniale imperium op de bezette Westelijke Jordaanoever. Vandaag werd de bouw gestart van een splinternieuwe nederzetting, de eerste in 25 jaar. Waar blijven de internationale sancties?
Israël bouwt onverdroten door aan zijn koloniale imperium op de bezette Westelijke Jordaanoever. Afgelopen jaar zijn 70 procent méér nieuwe woningen voor Israëlische kolonisten gebouwd dan in het jaar ervoor. En vandaag werd de bouw gestart van een splinternieuwe nederzetting, de eerste in 25 jaar. Waar blijven de internationale sancties?
Uit cijfers van het Israëlische Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat Israël tussen 1 april 2016 en 1 april 2017 2758 woningen voor Israëlische kolonisten in de steigers heeft gezet. Dat is een toename van 70 procent in vergelijking met het jaar ervoor, en een scherpe tegenstelling met de situatie in Israël: daar vertoonden de cijfers juist een daling. Dat meldt de Israëlische krant Haaretz.
De cijfers hebben betrekking op de illegale Israëlische kolonies (‘nederzettingen’) op de bezette Westelijke Jordaanoever. De snelle groei van de illegale nederzettingen in bezet Oost-Jeruzalem, die voor de 320 duizend Palestijnen in het stadsdeel betekent dat zij na vijftig jaar Israëlische bezetting nog altijd ‘gevangenen in hun eigen stad’ zijn, is er niet in opgenomen.
De Israëlische vredesorganisaties Peace Now, die de bouw van woningen voor kolonisten in bezet Palestijns gebied zorgvuldig documenteert, leverde scherpe kritiek op de toename:
Instead of working to solve the Israeli housing crisis, the government prioritizes a radical minority living beyond the boundaries of the state. Yet the highest price to be paid for the sharp increase in construction starts beyond the Green Line is a political price, as such construction continues to distance us from the only way to end the Israeli Palestinian conflict – a two state solution.
De publicatie van de nieuwe cijfers valt samen met de start van de bouw van een splinternieuwe Israëlische nederzetting, de eerste sinds 1992. Vandaag begonnen bulldozers met het bouwrijp maken van het terrein waarop het stadje Amichai zal verrijzen. Het is bestemd voor de inwoners van de ‘buitenpost’ Amona, die in februari door de Israëlische autoriteiten met geweld werd ontruimd.
Amona was in 1995 gebouwd op privé-grond van Palestijnen, en was niet alleen volgens internationaal recht, maar ook volgens Israëlisch recht illegaal. De door het Israëlische Hooggerechtshof verordonneerde ontruiming liet jaren op zich wachten, omdat de Israëlische regering zich er tot het laatste moment tegen verzette. In plaats van de bewoners, die jarenlang op gestolen grond hadden geleefd, te straffen, beloofde de regering hen een nieuwe nederzetting op de Palestijnse Westoever. Volgens de Israëlische vredesorganisaties Peace Now zal Amichai 2,5 maal zo groot worden als Amona; voor de 41 gezinnen die in Amona woonden worden 102 huizen gebouwd.
De Israëlische premier Netanyahu bejubelde de start van de werkzaamheden. Daarbij duidde hij de Westelijke Jordaanoever aan met de bijbelse termen ‘Judea en Samaria’, ter onderstreping van het religieuze karakter van Israëls kolonisering van Palestijns land:
After decades, I have the privilege to be the prime minister who is building a new community in Judea and Samaria. […] There was not and will not be a better government for settlement than our government.
Eerder deze maand gaf de Israëlische regering het groene licht voor de bouw van 3651 nieuwe woningen voor Israëlische kolonisten, waarvan er 671 direct zullen worden gebouwd. Onder de goedgekeurde woningen zijn 255 woningen in de illegale ‘buitenpost’ Kerem Re’im, die als een buurt van de nederzetting Talmon wordt voorgesteld. Daarmee komt het totaal aantal woningen dat sinds 1 januari door de regering is goedgekeurd op 8345, aldus minister van Defensie Avigdor Lieberman. Ook hij liet zich voorstaan op de bijzondere verdiensten van de regering-Netanyahu voor het illegale koloniseringsproject:
The numbers for the first half of 2017 are the highest since 1992. […] There isn’t and there hasn’t been a better government to take care of the Jewish settlement in Judea and Samara and to develop it.
Niettemin reageerde de extremistische kolonistenbeweging verontwaardigd op de aankondigingen. De kolonisten zeiden te verwachten dat de regering in juni minimaal 10 duizend nieuwe woningen zou goedkeuren. Zij beschuldigden de regering van een ‘bouwstop’, het ‘breken van beloften’ en ‘leugens’. Netanyahu had deze maand zijn handen vol aan het bedaren van de verhitte kolonistengemoederen, ook gisteren weer, toen de burgemeester en inwoners van de illegale nederzetting Beit El verhaal kwamen halen bij zijn kantoor.
Twee weken geleden legde minister van Huisvesting Yoav Galant een plan voor aan de Knesset voor de bouw van 67 duizend woningen op de Westelijke Jordaanoever. Het plan, ontwikkeld in samenwerking met de kolonistenbeweging, zou het tekort aan betaalbare woningen in Israël moeten ondervangen.
In reactie op het plan stelde premier Netanyahu dat zijn regering alle remmen heeft losgegooid en zich niets meer aantrekt van recente toezeggingen om alleen binnen bestaande nederzettingen te bouwen. Bovendien verzekerde hij de kolonisten dat hij geen vredesovereenkomst met de Palestijnen zal sluiten als dat zou betekenen dat ook maar één kolonist zijn woning zou moeten verlaten:
No one will be uprooted from their home, I’m doing everything to protect the settlement enterprise. We decided to build in all parts of Judea and Samaria and we are building both inside and outside the settlements.
Openlijker dan ooit maakt Netanyahu de kachel aan met de internationale gemeenschap, en met de Veiligheidsraad in het bijzonder. Een half jaar geleden eiste de Raad in resolutie 2334 eens temeer dat Israël zijn bouwactiviteiten op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem ‘onmiddellijk en volledig staakt en al zijn juridische verplichtingen in dit opzicht volledig naleeft’. De Raad benadrukte dat het koloniseringsproject ‘een flagrante schending is van het internationaal recht’ en een ‘majeur obstakel voor het bereiken van een tweestatenoplossing en een rechtvaardige, duurzame en omvattende vrede’.
Netanyahu maakt oorverdovend duidelijk dat hij lak heeft aan zowel de Palestijnen als aan het internationaal recht en de Veiligheidsraad, en dat vrede voor Israël ondergeschikt is aan de op bijbelse leest geschoeide kolonisering van Palestijns land. Het heeft daar tot dusver van de internationale gemeenschap de ruimte voor gekregen, en steeds nadrukkelijker dringt zich de vraag op wanneer die gemeenschap een einde maakt aan het agressieve en roekeloze project. Wat moet er in vredesnaam nog méér gebeuren voor zij Israël met sancties tot de orde roept?