Geen burgerschap voor Palestijnen onder annexatie / Iyad al-Halaq begraven / Watertanks beschoten / Opnieuw slooporders Palestijnse huizen / In de Nederlandse media / Solidariteit BDS-beweging met Black Lives Matter
In een interview met de Israëlische krant Israel Hayom op 28 mei heeft premier Netanyahu gezegd dat Palestijnen in de Jordaanvallei geen Israëlisch burgerschap zullen krijgen als Israël het gebied in juli annexeert. Netanyahu voegde daaraan toe dat de Palestijnen in Palestijnse enclaves zullen blijven: ‘je hoeft op hen geen soevereiniteit toe te passen; het blijven Palestijnen. Maar de Israëlische veiligheidscontrole is ook daar van toepassing.’ De Minister van Buitenlandse Zaken van Jordanië heeft op dezelfde dag als het interview met Netanyahu gewaarschuwd dat annexatie van delen van de Westelijke Jordaanoever zal leiden tot apartheid.
Voordat Palestijnen hun eigen ‘entiteit’ krijgen, moet volgens Netanyahu bovendien aan tien voorwaarden worden voldaan, waaronder het erkennen van Israëls soevereiniteit over de illegale nederzettingen, het erkennen van Jeruzalem als verenigde hoofdstad van Israël, het opgeven van het recht van terugkeer van Palestijnse vluchtelingen en het erkennen van Israëls veiligheidscontrole over het hele gebied. Voor Naftali Bennett, voormalig Minister van Defensie en huidig parlementariër voor Nieuw Rechts, is dat niet genoeg. Hij pleit voor ‘zo veel mogelijk gebied met zo weinig mogelijk Arabieren’.
Iyad al-Halaq, de Palestijnse jongen die zaterdag door Israëlische politiemannen werd doodgeschoten, is zondagnacht ten ruste gelegd. Volgens de familie van al-Halaq vond de begrafenisoptocht op verzoek van de politie ’s nachts plaats, om te voorkomen dat de processie uit zou lopen op een gewelddadig protest. Desondanks werden zondagavond tientallen Palestijnen die in Oost-Jeruzalem bijeen waren gekomen om te protesteren tegen de moord op al-Halaq hardhandig uit elkaar gedreven. Ook in andere steden kwamen Palestijnen en Israëliërs bijeen om te protesteren tegen het geweld van de zijde van veiligheidstroepen. In een artikel van de Israëlische krant Haaretz komt de familie aan het woord: ‘Hij wist niet eens dat er zoiets als Joden en Arabieren bestonden in dit land,’ zegt zijn neef, dr. Hatem Awiwi. Iyad was autistisch, en had daarom moeite met communiceren met mensen om hem heen.
De afgelopen weken hebben Israëlische soldaten herhaaldelijk gaten in watertanks geschoten op de daken van huizen in Kafr Qadum. Dat blijkt uit een rapportage van de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem. Tijdens de periode waarin de beschietingen plaatsvonden werden in Kafr Qadum wekelijks protesten georganiseerd tegen de sluiting van een van de toegangswegen naar het dorp. Die toegangsweg verbindt het dorp met de stad Nablus, en loopt door het gebied van een illegale Israëlische nederzetting. Uit het onderzoek van B’Tselem blijkt dat de beschietingen opzettelijk zijn en dat bewoners honderden liters water hebben verloren. Het feit dat bewoners vanwege het uitbreken van het coronavirus strenge hygiënische maatregelen moeten nemen, waaronder veelvuldig handenwassen, maakt dit beleid nog schadelijker.
Het beschieten van de watertanks is onderdeel van het beleid van Israël om de toegang van Palestijnen tot watervoorzieningen te beperken. Op 26 mei maakte het Israëlische leger bekend dat het een tiental putten had vernietigd in de stad Az-Zawiya, ten westen van Salfit in het noorden van de Westelijke Jordaanoever. Tegelijkertijd ontwikkelt Israël een waternetwerk om de illegale Israëlische nederzettingen te voorzien van schoon water.
Israëlische autoriteiten hebben op 27 mei een Palestijnse familie in Oost-Jeruzalem gedwongen een uitbreiding van hun huis te slopen. Het deel van het huis dat gesloopt moet worden is volgens de autoriteiten gebouwd zonder de benodigde vergunningen, die voor Palestijnen onmogelijk zijn om te verkrijgen. Volgens Nasser Siyam, de eigenaar van het huis, heeft de gemeente aangegeven dat het de familie een boete van bijna veertigduizend euro op zal leggen als het de uitbreiding van het huis niet zelf zal slopen. Twee dagen later, op 29 mei, hebben Israëlische autoriteiten nog eens zes slooporders gegeven aan inwoners van het dorp Al-Tirah, ten zuidwesten van Ramallah. Ook daar moeten de huizen worden gesloopt omdat ze zijn gebouwd zonder de benodigde vergunningen.
Op 30 mei zijn er in de Nederlandse media twee lezenswaardige artikelen verschenen over de kwestie-Israël/Palestina en over antisemitisme. Jannie Schipper schreef voor het NRC een rapportage over de desastreuze gevolgen voor de Palestijnen als Israël besluit de annexatieplannen uit te voeren. Zij schetst een duidelijk beeld van het onrecht waar Palestijnen op dagelijkse basis mee te maken hebben en de ongelijkheid tussen de Palestijnse en Israëlische inwoners van Jeruzalem.
Voor het Parool schreef politiek verslaggever Michiel Couzy over het debat over antisemitisme en de aanslag op het Joodse restaurant HaCarmel in de Amsterdamse gemeenteraad. Forum voor Democratie-raadslid Annabel Nanninga had ten onrechte getwitterd dat het debat over jodenhaat ‘werd verboden’. In werkelijkheid was het geagendeerd voor een commissievergadering. Naar aanleiding van de tweet van Nanninga schreef het CIDI dat het probleem in de gemeenteraad ‘stelselmatig gebagatelliseerd en weggemoffeld’ wordt. Dat terwijl burgemeester Halsema regelmatig overlegt met de eigenaar van HaCarmel, er extra veiligheidsmaatregelen zijn genomen en verschillende fracties in de gemeenteraad de aanslag hebben veroordeeld.
Het Palestijnse Nationale BDS-Comité (BNC), de coalitie in de Palestijnse samenleving die de wereldwijde BDS-beweging leidt, heeft haar solidariteit uitgesproken met de protesten in de Verenigde Staten tegen politiegeweld tegen zwarte Amerikanen. De protesten kwamen op 25 mei op gang nadat George Floyd, een zwarte man, door een witte politieman gedood werd. In een statement schrijft de BNC met betrekking tot de solidariteit tussen de bewegingen: ‘Zolang dit systeem van onderdrukking voortduurt, is het aan onze basisbewegingen om collectief en intersectioneel te werken om het te ontmantelen, van de VS tot Palestina.’ In de Palestijnse samenleving wordt door diverse organisaties de vergelijking getrokken met het geweld door Israëlische veiligheidstroepen tegen Palestijnen.