Met onder andere: Internationale gemeenschap veroordeelt Israëls bestempeling van Palestijnse ngo’s tot ‘terroristische organisaties’, harde veroordelingen van nieuwe kolonistenwoningen, en Palestijnen verzetten zich tegen verwoesting begraafplaats Oost-Jeruzalem.
Vorige week stonden wij uitgebreid stil bij het besluit van de Israëlische minister van Defensie Benny Gantz om zes prominente Palestijnse maatschappelijke organisaties, die steun bieden aan de onder bezetting levende Palestijnse bevolking, op de nationale terrorismelijst te plaatsen. Ook schreven wij toen over de tsunami van protest die de nieuwe maatregel teweeg bracht. Palestijnse, Israëlische en internationale maatschappelijke organisaties spraken zich uit tegen het besluit, net als het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en vertegenwoordigers van de EU.
Inmiddels heeft een aantal Europese landen gereageerd op het besluit de organisaties op de terrorismelijst te plaatsen. Frankrijk, Zweden, Ierland, België, Spanje, Duitsland, Italië en Noorwegen uitten hun zorgen over de Israëlische maatregel, en gaven aan om opheldering te hebben gevraagd bij de Israëlische regering. In hun verklaringen gaven de EU-lidstaten aan samen te werken met (een aantal van) de organisaties, en benadrukten zij het belang van het maatschappelijk middenveld in de Palestijnse gebieden.
De Noorse minister van Buitenlandse Zaken publiceerde op 29 oktober een reactie, waarin zij onder andere zei dat het besluit ‘de toch al beperkte ruimte voor het maatschappelijk middenveld in Palestina zal verkleinen, met name de ruimte voor mensenrechtenwerk. De impact zal vooral ernstig zijn voor kwetsbare groepen zoals vrouwen, kinderen en arme boeren.’ De Belgische minister van Ontwikkelingssamenwerking verklaarde daarnaast dat ‘beschuldigingen van terrorisme altijd serieus worden genomen, maar niet gebruikt kunnen worden om legitieme activiteiten te verbieden’.
Ook de EU, bij monde van woordvoerder voor Buitenlandse Zaken Peter Stano, gaf aan de Israëlische beschuldigingen bijzonder serieus te nemen, en Israël gevraagd te hebben om meer informatie. Tegelijkertijd verklaarde Stano dat ‘eerdere aantijgingen van misbruik van EU-middelen in verband met bepaalde Palestijnse maatschappelijke organisaties nooit zijn bevestigd’. Josep Borrell, de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken van de EU, herhaalde deze boodschap, en voegde daaraan toe dat maatschappelijke organisaties van uiterst belang zijn in het bevorderen van het internationaal recht.
Hoewel de Nederlandse regering nog altijd niet heeft gereageerd op de Israëlische maatregel, hebben verschillende partijen Kamervragen gestaald over de kwestie. De SP, DENK en GroenLinks dienden vragen in aan minister van Buitenlandse Zaken Ben Knapen. De partijen vroegen de minister onder andere of hij bereid was het Israëlische besluit te veroordelen, en of hij van mening was dat het op de terrorismelijst plaatsen van de organisaties de internationale mensenrechtenbeweging ondermijnt. Ook werd de minister gevraagd of de Nederlandse staat de organisaties en het Palestijnse maatschappelijk middenveld in het algemeen zou blijven steunen. De VVD diende daarnaast vragen in aan minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking De Bruijn.
Clement Voule, de Speciale VN-Rapporteur voor Vrijheid van Vereniging en Vreedzame Vergadering, veroordeelde de maatregel van minister Gantz in niet mis te verstane bewoordingen. ‘Ik ben diep verontwaardigd over het nieuws dat Israël zes Palestijnse mensenrechten-ngo’s heeft bestempeld als “terroristische organisaties”’, aldus Voule in een tweet. ‘Het verdedigen van de mensenrechten, het oproepen tot verantwoording, het bestrijden van willekeurige arrestaties, is legitiem werk en moet worden gerespecteerd, niet worden stilgelegd door gebrekkige terrorismewetten.’
Een groep VN-mensenrechtenexperts, onder wie Michael Lynk, de Speciale VN-Rapporteur voor de Situatie van de Mensenrechten in de bezette Palestijnse gebieden, heeft in een verklaring de internationale gemeenschap opgeroepen Israël ertoe te bewegen de maatregel terug te draaien. In de verklaring noemen de experts de maatregel ‘een frontale aanval’ op de Palestijnse mensenrechtenbeweging, en op de mensenrechten overal ter wereld. ‘[De organisaties] het zwijgen opleggen is niet wat een democratie zou doen die zich houdt aan algemeen aanvaarde mensenrechten en humanitaire normen.’
Israël gaat nog eens 2.860 woningen bouwen in bezet Palestijns gebied. Dertig afzonderlijke uitbreidingsplannen kregen op 24 oktober groen licht van de autoriteiten. Dat schrijft Peace Now, de Israëlische waakhond die het illegale nederzettingenproject op de voet volgt.
Net als het besluit om de zes Palestijnse ngo’s op de nationale terrorismelijst te plaatsen kon de aankondiging van de nieuwe kolonistenwoningen rekenen op stevige kritiek van de internationale gemeenschap. Twaalf EU-lidstaten, waaronder Nederland, veroordeelden op 25 oktober de volgende stap in de kolonisering van Palestijns gebied in een gezamenlijke verklaring. Met zijn nederzettingenpolitiek schendt Israël het internationaal recht en ondermijnt het pogingen om tot de tweestatenoplossing te komen, stellen de twaalf. Ook de Britse minister voor het Midden-Oosten en Afrika kwam diezelfde dag met een verklaring waarin Israël wordt gemaand de kolonisering te staken.
Een dag eerder al reageerden de Amerikanen in harde bewoordingen. Nog voor de vergadering waarin de Israëlische autoriteiten groen licht voor de nieuwbouw gaven, maande minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken Israëls minister van Defensie Benny Gantz telefonisch de bijeenkomst af te gelasten, schrijft de krant Haaretz. Zet Israël de bouw toch door, dan kan het op ‘een harde Amerikaanse reactie’ rekenen, aldus Blinken. Nog niet eerder stelde de huidige Amerikaanse regering zich zo duidelijk op tegen het Israëlische handelen in de bezette Palestijnse gebieden.
Het is bemoedigend om te zien dat de nieuwe kolonisatieplannen kunnen rekenen op stevige veroordelingen, ook vanuit Israël zelf. Met deze stap schaadt Israël opnieuw de Palestijnse rechten, de eigen belangen en de kans op vrede, zo concludeerde Peace Now terecht in zijn reactie op de bouwplannen. Volgens de waakhond gedraagt de huidige Israëlische regering zich dan ook als een ‘annexatie-regering’, en niet als een regering die verandering wil brengen. De organisatie uitte in het bijzonder kritiek op de plannen voor de bouw van kolonistenwoningen in Hebron: ‘Sinds de jaren tachtig heeft geen enkele regering het aangedurfd om een nieuwe nederzetting te bouwen in het hart van de grootste Palestijnse stad op de Westelijke Jordaanoever. De minister van Defensie moet de bouw stopzetten, ook al is het plan goedgekeurd door de vorige regering. De nederzetting in Hebron is het lelijke gezicht van de Israëlische controle over de gebieden. De morele en politieke prijs van een nederzetting in Hebron is ondraaglijk.’
Toen de huidige Israëlische regering aantrad, een lappendeken-coalitie van rechtse, linkse en Arabische politieke partijen, was het van plan zich niet te wagen aan controversiële onderwerpen en zich enkel te richten op het bestrijden van de coronaviruspandemie en het terugbrengen van rust in het Israëlische politieke bestel. Zo gaf premier Naftali Bennett in augustus aan de komende vier jaar geen vredesbesprekingen met de Palestijnen te zullen voeren.
Na enkele maanden relatieve rust staat de coalitie echter onder grote druk. Linkse leden van de regering waren woedend over de stap om de Palestijnse ngo’s aan te merken als terroristische organisaties, en zeiden daarover niet van tevoren geïnformeerd te zijn. De leider van de Arbeidspartij, tevens minister van Transport, zei dat de maatregel van Gantz de betrekkingen van Israël met de Verenigde Staten en Europa had geschaad. Blauw Wit, de partij van Gantz, reageerde daarop met het devies dat zij zich ‘niet moet bemoeien met de oorlog tegen terreur’. Verschillende coalitieleden meldden daarnaast niet op de hoogte te zijn gebracht van het besluit om de nieuwe kolonistenwoningen goed te keuren.
Het Israëlische parlement heeft tot 14 november om een nieuwe begroting goed te keuren. Lukt dit niet, dan worden er automatisch nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Het was precies om deze reden dat de vorige coalitie eind 2020 uit elkaar spatte, en Israëli’s voor de vierde keer in twee jaar naar de stembus moesten. Met de grote tegenstellingen in de huidige coalitie en de onrust van de afgelopen maand bestaat de kans dat de regering al na enkele maanden moet opstappen.
Israëlische bezettingstroepen hebben op 29 oktober traangas en schokgranaten afgevuurd op Palestijnen buiten de Al-Yusufiyah-begraafplaats in bezet Oost-Jeruzalem. De Palestijnen protesteerden tegen het plan van de Israëlische gemeente Jeruzalem om de begraafplaats te ruimen en een Israëlisch park aan te leggen. De aanval op de demonstranten vond plaats nadat Israëlische troepen de begraafplaats hadden afgesloten met metalen platen, in een poging om te voorkomen dat Palestijnse families de begraafplaats betraden terwijl Israëlische bulldozers in het gebied aan het werk waren.
Op sociale media werden beelden gedeeld van een groep Palestijnse vrouwen die probeerde de poort van de begraafplaats te forceren. Eén van de vrouwen was Ola Nababteh, wiens zoon op de Al-Yusufiyah-begraafplaats is begraven. Enkele dagen eerder werd Nababteh gefilmd terwijl zij zich vastklampte aan het graf van haar zoon terwijl Israëlische politieagenten haar proberen los te krijgen en bulldozers het gebied rondom haar met de grond gelijk maken. Zij reisde elke dag van haar huis in het vluchtelingenkamp Shuafat naar de begraafplaats, voor het geval de Israëlische autoriteiten het graf van haar zoon komen opgraven of bedekken met aarde als opmaat voor de bouw van het park. ‘Op die specifieke dag brak ik en stortte ik op de grond toen ik zag dat de graven die werden opgegraven naast die van mijn zoon Alaa lagen, en ik me realiseerde dat zijn graf ongetwijfeld het volgende zou zijn,’ vertelde Nababteh aan Middle East Eye. Haar man en twee andere zoons liggen ook begraven in Al-Yusufiyah. Tot nu toe is alleen het graf van haar man, die in 2018 stierf, door de Israëlische autoriteiten met rust gelaten.
Op 10 oktober sloopten de Israëlische autoriteiten al een deel van de eeuwenoude begraafplaats. Volgens Mustafa Abu Zahra, de beheerder van de islamitische begraafplaatsen in Jeruzalem, vernietigde een bulldozer toen een van de graven, waardoor het stoffelijk overschot van verschillende personen werd opgegraven en verspreid. De Israëlische autoriteiten beweerden daarop dat de opgegraven stoffelijke resten behoorden tot ‘ongeautoriseerde’ graven die in de loop der jaren ‘illegaal’ op de begraafplaats waren geplaatst, en dat ‘geautoriseerde’ graven niet zouden worden aangetast. Al-Yusufiyah is niet de enige begraafplaats die bedreigd wordt. Al sinds de jaren zeventig worden islamitische begraafplaatsen geruimd om plaats te maken voor Israëlische parken en natuurgebieden, aldus Abu Zahra.
Israëlische soldaten hebben op 25 oktober een waterleiding en een weg vernietigd in Masafer Yatta, ten zuiden van de stad Hebron op de Westelijke Jordaanoever. Masafer Yatta is een cluster van twaalf dorpen die door Israël bedreigd worden omdat hun land is aangewezen als afgesloten militaire zone. Volgens Rateb Jabour, een lokale Palestijnse activist, verbonden de waterleiding en weg het dorp Al-Fakheet met het dorp Khallet ad-Dabe. Jabour verklaarde dat het niet de eerste keer is dat de Israëlische autoriteiten de watervoorzieningen en infrastructuur in het gebied vernielen. De acties zijn erop gericht de Palestijnen uit het gebied te verdrijven, hun land te annexeren en de illegale Israëlische kolonies uit te breiden, aldus Jabour.