Een Israëlische minister waarschuwt de Palestijnen voor verdrijving. Een lid van het Israëlische parlement pleit voor standrechtelijke executies en beschijft Palestijnen als ‘erger dan honden’. In Israël kijkt niemand ervan op.
Tzachi Hanegbi, Israëlisch minister en bondgenoot van premier Netanyahu, heeft de Palestijnen gewaarschuwd voor massale etnische zuivering. Hanegbi deed zijn uitspraken afgelopen zaterdag op de Israëlische televisie en op Facebook (vertaling), in reactie op de gebeurtenissen van de dag daarvoor in de illegale Israëlische kolonie Halamish. Daar werden drie Israëlische kolonisten door een jonge Palestijn om het leven gebracht.
Hanegbi dreigt de Palestijnen met een ‘Derde Nakba’. De Nakba is de etnische zuivering van Palestina door Europese zionisten in (en rond) 1948. Daarbij werden circa 700 duizend Palestijnen – zo’n zestig procent van de bevolking – verdreven of gedwongen te vluchten; aansluitend werd terugkeer naar hun huizen, dorpen en steden onmogelijk gemaakt.
Met de tweede Nakba bedoelt Hanegbi de ‘Naksa’, de Israëlische bezetting van het deel van historisch Palestina dat in 1948 nog niet kon worden veroverd: Oost-Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever en Gaza (alsmede de Syrische Golanhoogte). Dat gebeurde in 1967, precies vijftig jaar geleden. Bij die gewelddadige bezetting werden circa 300 duizend Palestijnen verdreven.
Elke Palestijn – in Israël, Palestina of de diaspora – weet wat Hanegbi met zijn ‘waarschuwing’ bedoelt. Hun verdrijving, en de verwoesting van hun samenleving, gelden voor de Palestijnen als nationaal trauma. Na bijna zeventig jaar leven hele generaties nog steeds als vluchteling, van wie velen in destijds als ‘tijdelijk’ opgerichte kampen en in leven gehouden dankzij onder meer de UNRWA (United Nations Relief and Works Agency for Palestine); ook die organisatie had een ‘tijdelijk’ karakter.
Het mag opmerkelijk heten dat een Israëlische minister op het hoogtepunt van een crisis niet kiest voor deëscalatie, maar voor een existentieel dreigement aan het adres van de helft van de onder zijn hoede staande bevolking. Juist deze week verspreidde de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem een persbericht waarin Israël wordt beschuldigd van een ‘onvoorstelbare minachting voor het welzijn en de veiligheid van de inwoners van Oost-Jeruzalem.’ Hanegbi verruimt dat begrip nu tot de volledige Palestijnse bevolking.
Net zo opmerkelijk is het feit dat juist de Israëlische regering zich standaard bedient van beschuldigingen van ‘incitement’ (opruiing, haat zaaien) aan het adres van iedereen die zich niet schikt naar haar radicale en gewelddadige koers: de Palestijnen, NGO’s, de BDS-beweging, de media, de Verenigde Naties en landen die bijvoorbeeld voor VN-resoluties stemmen die Israël niet aanstaan. Samengevat: iedereen die zich inspant voor Palestijnse rechten maakt zich volgens Israël schuldig aan opruiing, waarbij vrijwel standaard beschuldigingen van ‘antisemitisme’ worden rondgestrooid.
De realiteit is dat ‘waarschuwingen’ zoals die van Hanegbi in Israël tot de dagelijkse praktijk behoren. Een Israëlische minister die via de media een deel van de bevolking bedreigt hoeft niet te vrezen voor corrigerende woorden van de premier of andere kabinetsleden. Hanegbi’s uithaal valt in een alledaagse praktijk van delegitimatie van de Palestijnen die een lange historie kent. Niemand kijkt ervan op. Sterker, Israëlische leiders doen hun best elkaar in hun extremisme te overtreffen.
Zo postte Oren Hazan, lid van het Israëlische parlement (de Knesset) namens Netanyahu’s Likudpartij, dit weekend een twaalf minuten lange video waarin hij oproept tot de executie van Palestijnse plegers van aanslagen en hun families, tot deportatie van Palestijnse gevangenen en enkele met name genoemde Palestijnse parlementsleden (Hanin Zoabi, Ahmad Tibi), en tot hun executie door Israël op hun plaats van bestemming. Palestijnen – in Israël ‘Arabs’ genoemd – vergelijkt hij met honden, met de volgende kanttekening:
‘Without insulting any dogs, God forbid. Yes, even dogs are better than these vile human animals.’
Het probleem is allang niet meer de bezetting. Het probleem is het gedogen ervan.
Ramsey Nasr Schrijver / dichter / acteur