Israëlische veiligheids- en politiediensten maken zich nog altijd op grote schaal schuldig aan marteling van met name Palestijnse verdachten. Er is een sprankje hoop op verbetering, schrijft het Israëlische Comité tegen Marteling.
In een opiniestuk in de Israëlische krant Haaretz (€) springt Rachel Stroumsa een gat in de lucht. De uitvoerend directeur van het ‘Public Committee Against Torture in Israel’ (PCATI) meldt verheugd dat het Hooggerechtshof in een hoorzitting serieus aandacht heeft besteed aan een geval van mogelijke marteling. Dat is voor het eerst in jaren. Er werd zelfs hardop uitgesproken dat marteling ‘onacceptabel’ en ‘verboden’ is. Oók door de vertegenwoordiger van de Staat Israël. Stroumsa kon haar oren amper geloven.
Het Comité tegen Marteling voert sinds 1990 een verbeten strijd tegen het fenomeen. Het is een gevecht tegen de bierkaai, hoe duidelijk de situatie op papier ook is. Israël heeft het VN-Verdrag tegen Foltering en andere verdragen waarin marteling wordt verboden ondertekend en bekrachtigd. In de praktijk trekt het zich er echter niets van aan en kent het ook nog altijd geen wet die marteling expliciet strafbaar stelt – een hoofddoel van het Comité.
Marteling is geen zaak van onbekende ondervragers die in duistere kerkers verdachten te lijf gaan, schrijft de organisatie op de eigen website. In Israël zijn de daders bekend. Het zijn primair de binnenlandse veiligheidsdienst Shin Bet, de diverse politiediensten en het gevangeniswezen, de ‘Israel Prison Service’. Marteling is er schering en inslag, en in de overgrote meerderheid van de gevallen zijn Palestijnen het slachtoffer, tot jonge kinderen toe; de overigen zijn Afrikaanse asielzoekers. Palestijnen worden ook gemakkelijk als ‘veiligheidsrisico’ gedefinieerd, waarmee de weg naar de lugubere ‘ondervragingstechnieken’ open ligt, schrijft het Comité: een jood die een auto steelt is een dief, een Palestijn die hetzelfde doet een veiligheidsrisico.
Een spaarzaam maar aansprekend succes boekte het Comité in 1999, toen het Hooggerechtshof een aantal ‘ondervragingsmethoden’ illegaal verklaarde en ook paal en perk stelde aan het soort verdenkingen dat ‘speciale methoden’ rechtvaardigde. Vóór die tijd was het martelen van Palestijnen ‘routine’, zoals de Shin Bet meermalen bevestigde. Jaarlijks werden duizenden Palestijnen gemarteld. Volgens het Comité zijn vóór 1999 ‘vrijwel alle Palestijnse gedetineerden tijdens ondervragingen aan ten minste één vorm van marteling onderworpen’.
Na 1999 werd er minder gemarteld, maar het Comité bleef verontrustende aantallen klachten ontvangen en de veiligheidsdiensten bleven verboden methoden toepassen, onder bescherming van de Staat. In de praktijk kon met name de Shin Bet vrijelijk zijn gang gaan. Tussen 2001 en 2015 deden 950 slachtoffers aangifte van marteling door de dienst. Niet één keer werd een strafrechtelijk onderzoek ingesteld. Zaken die het Hooggerechtshof bereikten werden op technische gronden afgedaan.
Het verklaart de blijdschap van Stroumsa. Ineens is daar, in een hoorzitting in een zaak die al tien jaar sleept, serieus aandacht voor het onderwerp. En bevestigt het Hooggerechtshof, met instemming van de Staat, feitelijk de achttien jaar geleden gestelde grenzen. Marteling is ‘onacceptabel’, ‘verboden’.
Of de Shin Bet luistert, of er een eind komt aan het stigmatiseren van Palestijnen als ‘veiligheidsrisico’s’, of de noodzakelijke wetgeving er eindelijk komt – Stroumsa weet dat ze zich niet rijk moet rekenen. Toch is het na achttien jaar stllzwijgen en voortgaande illegale martelpraktijken ‘onmogelijk de betekenis van de uitspraken te overschatten’.
De uitspraken geven haar hoop. Hoop vooral dat de ‘diepgaande, agressieve en penetrerende discussie’ waar het Comité al dertig jaar op aandringt geen eeuwige luchtspiegeling zal blijken. Een debat waarin de Israëli’s diep in de spiegel kijken en zichzelf de vraag stellen: wie willen wij zijn? Willen we worden beschouwd als een beschaafd land, of blijven we martelen en het internationaal recht schenden?
Het probleem is allang niet meer de bezetting. Het probleem is het gedogen ervan.
Ramsey Nasr Schrijver / dichter / acteur