Afgelopen week kregen de tweehonderd inwoners van het Palestijnse dorp Farasin te horen dat hun dorp door Israël zal worden gesloopt. Als de wereld niet ingrijpt, wordt Farasin dezer dagen van de kaart geveegd.
Slooporders voor alle 36 gebouwen van het dorp werden woensdag 29 juli door Israëlische militairen in Farasin afgeleverd, vergezeld van de mededeling dat de sloop ‘in enkele dagen’ zal plaatsvinden. Ook de waterbronnen van het dorp worden vernietigd; de oudste is al tweehonderd jaar in gebruik.
Farasin ligt in het noordwesten van de Palestijnse Westelijke Jordaanoever, even ten westen van het stadje Ya’bad, dat kort geleden het toneel vormde van Israëlische acties tegen de Palestijnse burgerbevolking. De Westoever wordt sinds 1967 door Israël bezet gehouden en illegaal gekoloniseerd. De aangekondigde sloop van Farasin vormt een snapshot van dat proces.
Volgens Mahmud Amarnah, hoofd van de dorpsraad, moet Farasin wijken voor de uitbreiding van nabijgelegen Israëlische kolonies (‘nederzettingen’), die illegaal op Palestijns land zijn gebouwd en door Israëlische kolonisten zijn bevolkt. De tweehonderd Palestijnse bewoners worden geacht te verdwijnen; als niet-joden is er voor hen geen plaats in de Israëlische kolonies, ook al staan die op hun eigen Palestijnse land.
Farasin staat model voor de praktijk waarin sinds 1947 vele honderden Palestijnse dorpen en steden door Israël zijn ontvolkt en veelal vernietigd – de ruïnes aan het zicht onttrokken door bossen, parken, nieuwbouw en illegale kolonies. Anno 2020 worden in Oost-Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever, maar ook in Israël zelf, talloze Palestijnse gemeenschappen in hun bestaan bedreigd.
Eén daarvan, de kleine bedoeïenengemeenschap Khan al-Ahmar, werd in 2018 wereldnieuws toen de internationale gemeenschap in actie kwam tegen Israëls voornemen het dorp te slopen. Aanleiding voor de sloop én het massale protest was de strategische ligging van het bedreigde dorp. De sloop ervan, ten gunste van Israëlische kolonies, zou tot een ingrijpende wijziging van de geografische realiteit leiden en de tweestatenoplossing onmogelijk maken. Israël zwichtte voor de druk, maar in april 2019 kondigde premier Netanyahu aan dat de dagen van Khan al-Ahmar geteld zijn.
Andere bedreigde Palestijnse gemeenschappen liggen in de omgeving van Khan al-Ahmar (het zogeheten E1-gebied), de Jordaanvallei en de South Hebron Hills, en in Israël zelf: Israël spant zich al decennia in voor de vernietiging van de bedoeïenendorpen in de Naqab-woestijn (Negev) en het onderbrengen van hun inwoners in zeven troosteloze ‘townships’.