Het Israëlische beleid om de Palestijnen het leven onmogelijk te maken bereikte deze week een dieptepunt met de destructie van een complete school. De avond voor het begin van het nieuwe schooljaar werd het door de EU gedoneerde gebouw met inventaris en al in beslag genomen. De destructie maakt deel uit van een Israëlisch offensief tegen Palestijnse educatie.
Tachtig Palestijnse scholieren die dachten woensdag aan een nieuw schooljaar te beginnen, kwamen er bij aankomst achter dat het complete schoolgebouw was verdwenen. De zes geprefabriceerde leslokalen werden de avond tevoren door de Israëlische autoriteiten met inventaris en al afgevoerd. De school was gefinancierd door de Europese Unie. Het betreffende dorp, het op de Westelijke Jordaanoever gelegen Jubbah al-Dhib, kwam eind juni in het nieuws nadat Israël er 96 door Nederland gedoneerde zonnepanelen confisqueerde.
De Israëlische autoriteiten stellen dat de school ‘illegaal’ was en werd afgebroken vanwege het ontbreken van een Israëlische vergunning. Jubbah al-Dhib ligt in het zogenoemde C-gebied (Area C) van de Westoever, dat na de Oslo-akkoorden onder ‘tijdelijk bestuur’ van Israël kwam, maar dat ruim twee decennia later nog altijd staat. Israël eist dat voor elke vorm van bebouwing door of ten behoeve van de Palestijnen een vergunning wordt aangevraagd, die in de praktijk vrijwel nooit wordt verleend. Intussen groeien de illegale Israëlische kolonies (‘nederzettingen’) als kool, en worden illegale Israëlische ‘outposts’ opgezet met prefab-gebouwen zoals die in Jubbah al-Dhib werden geconfisqueerd.
Palestijnse bewoners claimen dat de school wel degelijk beschikte over de vereiste vergunningen. Hun pogingen om de sloop tegen te houden werden door zwaarbewapende bezettingstroepen beantwoord met traangas en geweervuur. Eerder confisqueerden bezettingstroepen een aantal voertuigen die met Italiaanse hulp aan de gemeenschap waren geschonken. Samenvatting: in acht weken verloor het dorp zijn met Europese hulp gerealiseerde elektriciteitsvoorziening, auto’s en nu dus zijn school.
De leerlingen zijn nu aangewezen op de enige andere school in het gebied, gelegen in het centrum van het dorp Ta’amra. De correspondent van Mondoweiss ging er kijken en beschrijft een ondeugdelijk woonhuis dat meer wegheeft van een garage dan van het belangrijkste educatieve centrum in de omgeving. De overbevolkte school heeft geen aansluiting op het elektriciteitsnet of de watervoorziening.
De Noorse organisatie Norwegian Refugee Council (NRC), die zich toelegt op Palestijnse onderwijsfaciliteiten, stelde de sloop van de school in een breder perspectief als ‘a wider attack on education in Palestine’. Volgens de organisatie worden 55 scholen, de meeste gebouwd met EU-fondsen, met sloop bedreigd. In een verklaring wijst NRC op het structurele karakter van de Israëlische campagne om onderwijs aan de Palestijnen te saboteren:
In the first three months of this year there were 24 cases of direct attacks against schools, including incidents where tear gas canisters and sound bombs were fired at students on their way to or from school. Last year, four communities’ educational facilities were demolished or confiscated and 256 education-related violations were documented in the West Bank, affecting over 29,000 students.
What threat do these schools pose to the Israeli authorities? What are they planning to achieve by denying thousands of children their fundamental right to education?
The destruction of educational structures funded by European money is not just a violation of international law. It is also a slap in the face to the international community providing aid to the occupied Palestinian population in a bid to ensure safe places of learning for children.
De Israëlische mensenrechtenorganisatie B’tselem plaatst de afbraak van de school in Jubbah al-Dhib in het kader van de Israëlische politiek om het leven voor de Palestijnen onmogelijk te maken en hen zo tot vertrek van hun land te dwingen.
The demolition of a school building the night before the start of the year epitomizes the administrative cruelty and systematic harassment by authorities designed to drive Palestinians from their land.
Afgelopen maandag werd in de Palestijnse bedoeïenengemeenschap Jabal al-Baba de enige kleuterschool in de omgeving met bulldozers verwoest. Voorafgaand daaraan werd de inventaris – tien bureaus, dertig stoelen, kasten en het schrijfbord – door Israëlische militairen geconfisqueerd, en werden op provocerende wijze EU-vlaggen verscheurd. De Israëlische autoriteiten begatelliseerden de sloop als die van ‘een illegale schuur’.
Jabal al-Baba ligt op de Westelijke Jordaanoever in het gebied E1 (East One), waar afgelopen jaren tientallen, met EU-fondsen gebouwde huizen door Israël werden verwoest. De ‘E1 corridor’ ligt ingeklemd tussen bezet Palestijns Oost-Jeruzalem en de Israëlische kolonie Ma’ale Adumim. Israël tracht het gebied te confisqueren om Jeruzalem met een ‘ring van nederzettingen’ af te sluiten van de Palestijnse Westoever.
Op 9 augustus werden in het ook in het E1-gebied gelegen bedoeïenendorp Abu Nuwar door Israëlische troepen zonnepanelen geconfisqueerd waarmee twee schooltjes van elektriciteit werden voorzien.
Eerder deze week weerhielden Israëlische autoriteiten de levering van lesmateriaal aan Palestijnse scholen binnen het complex van de Al-Aqsa-moskee in Oost-Jeruzalem. In Hebron werd de Palestijnse burgemeester ernstig bedreigd door Israëlische kolonisten en militairen toen hij een aantal scholen wilde bezoeken ter gelegenheid van het begin van het nieuwe schooljaar.
Ik koester een diepgewortelde hoop op vrede in het midden-oosten met gerechtigheid als basis.
Doekle Terpstra
Bestuurder
