In het kielzog van het Amerikaanse besluit om Jeruzalem als hoofdstad van Israël te erkennen zijn vier Palestijnen omgekomen door Israëlisch geweld. Alle doden vielen in de door Israël geïsoleerde Gazastrook.
Het besluit van de Amerikaanse president Trump om Jeruzalem als hoofdstad van Israël te erkennen heeft in de Palestijnse gebieden en ver daarbuiten tot protesten geleid. Op de Palestijnse Westelijke Jordaanoever, in Oost-Jeruzalem en in Gaza werd door het Israëlische leger hard ingegrepen. Daarbij vielen meer dan 1600 gewonden en vier doden. In 2017 kwamen tot dusver 82 Palestijnen om door Israëlisch geweld.
Afgelopen zaterdag kwamen twee Palestijnse strijders van de Al-Qassam-brigades om het leven nadat Israël in alle vroegte posities van de strijders in Gaza-Stad zou hebben gebombardeerd. De twee werden geïdentificeerd als Mahmud al-Attal (28) en Muhammad al-Safadi (30).
Een dag eerder werden twee Palestijnse burgers gedood door Israëlische militairen nadat inwoners van Gaza in de door Israël ingestelde ‘bufferzone’ langs de grens bijeenkwamen om te protesteren tegen de Amerikaanse erkenning van Jeruzalem als hoofdstad van Israël. In het noorden van de Gazastrook werd Mahir Atallah (54) doodgeschoten. In het zuidelijke district Khan Yunis doodden Israëlische soldaten de 30-jarige Mahmud al-Masri.
Op dinsdag 12 december kwamen twee Palestijnen om bij een explosie bij het dorp Umm al-Nasr in het noordelijk deel van de Gazastrook. De twee mannen, geïdentificeerd als Husayn Nasrallah en Mustafa al-Sultan, zouden behoren tot de militaire tak van de Islamitische Jihad. Aanvankelijk werd hun dood toegeschreven aan een Israëlische luchtaanval. Maar hoewel een Israëlische legerwoordvoerder in eerste instantie bevestigde dat Israël ‘een operatie’ in het gebied had uitgevoerd, is vast komen te staan dat de mannen omkwamen door ontploffing van hun eigen explosieven. Bij die ontploffing raakten naar verluidt tientallen omstanders gewond.