Jan Keulen is journalist, gespecialiseerd in het Midden-Oosten. Keulen werkte als correspondent voor onder andere de Volkskrant en NOS in Libanon, Egypte, Mexico en Jordanië. Hij was directeur van het Doha Center for Media Freedom en van The Rights Forum. Keulen is auteur van boeken over het Midden-Oosten en Latijns-Amerika.
26 april 2017 Lees meer overDaags voordat premier Netanyahu de bezoekende Duitse minister van Buitenlandse Zaken Sigmar Gabriel schoffeerde door hem niet te willen ontvangen, vond in Jeruzalem de jaarlijkse Holocaust herdenking plaats. Welke lessen zijn te trekken uit het drama van de Tweede Wereldoorlog, toen zes miljoen joden door de nazi’s werden vermoord?
De Israëlische president Reuven Rivlin hield een toespraak waarin hij kritisch was over zijn landgenoten die “naar alle ontwikkelingen in de wereld kijken door de bril van de holocaust”. Hij herinnerde aan de vroegere Israëlische premier Menahem Begin, die de rampzalige Libanon-oorlog in 1982 begon om een “nieuw Treblinka” [1] te voorkomen.
Ook als je naar de retoriek van Netanyahu luistert lijkt het alsof elk moment zich weer een holocaust kan voltrekken. Rivlin waarschuwde dat “niet elke dreiging een existentiële dreiging is en niet elke vijand een Hitler”. Hij wees op het belang van het recht van vrije meningsuiting en mensenrechten en op het gevaar om elke kritiek op Israël als antisemitisme te betitelen. Rivlin streek met zijn toespraak Netanyahu overduidelijk tegen de haren in en zijn woorden tonen aan dat er een fundamenteel meningsverschil bestaat tussen het -vooral protocollaire- staatshoofd en de premier.
Nog tijdens dezelfde holocaustherdenking diende Netanyahu hem van repliek door precies dat te doen waartegen Rivlin had gewaarschuwd. Hij stelde terreurgroep IS en Iran op één lijn met nazi Duitsland en stelde “het naïeve geloof dat de genocidaal antisemitische haat tegen joden en Israël nooit zal verdwijnen” aan de kaak. Volgens Netanyahu hoort de holocaust niet tot het verleden maar kan zich elk moment weer een existentiële ramp voordoen als Israël zich zwak opstelt.
Een groot deel van de Israëlische publieke opinie deelt Netanyahu’s absolutistische, uiterst pessimistische wereldvisie. Wat dat betreft was de oproep van Rivlin om het zwart-wit-denken te doorbreken aan dovemans oren gericht. Het nationalistische en religieuze extremisme, gekoppeld aan een flinke dosis opportunisme en cynisme, verstikt bijvoorbeeld elke kritiek op de nu al vijftig jaar durende bezetting van Palestijns grondgebied. Zij die wel het lef hebben kritiek te uiten worden weggezet als nestvervuilers en verraders.
Het is vanuit deze geestesgesteldheid dat Netanyahu weigerde de Duitse minister Gabriel te ontvangen. Gabriel stond erop kritische NGO’s als Peace Now, Breaking the Silence en B’Tselem te ontmoeten. Tot zijn verrassing kreeg de Duitse sociaal-democraat, die in het verleden ondanks meningsverschillen genoeglijk menig sigaar rookte met Netanyahu en dacht een goede relatie met hem te hebben, een ultimatum: het is hen of ik, niet allebei… Gelukkig zwichtte Gabriel niet en liet de gesprekken met de kritische NGO’s doorgaan.
Het incident met Gabriel staat niet op zichzelf. Nadat Israël begin dit jaar (na de verkiezing van Trump) aankondigde duizenden nieuwe woningen in de nederzettingen te zullen bouwen gaf de Duitse regering een scherpe, afkeurende verklaring uit. Een jaarlijkse topontmoeting van de Duitse en Israëlische regeringen, gepland voor mei, werd om “agenda-technische redenen” uitgesteld. Mevrouw Merkel zou het te druk hebben met de G-20. Maar de echte reden was natuurlijk politiek.
Nadat eerder dit jaar de Belgische premier Michel op bezoek in Israël ook een ontmoeting had met Breaking the Silence en B’Tselem reageerde premier Netanyahu woedend. “De Belgische overheid moet kiezen: of van koers veranderen of een anti-Israëlische lijn volgen”, waarschuwde de Israëlische premier. De Belgische ambassadeur in Tel Aviv moest op het matje komen om een formele Israëlische reprimande in ontvangst te nemen.
En dan hebben we het nog niet eens over Zweden gehad dat in 2014 de staat Palestina erkende. De Zweedse minister van Buitenlandse Zaken Margot Wallström, die enkele maanden later naar Israël en Palestina wilde reizen, kreeg te horen een officiële ontvangst in Tel Aviv wel te kunnen vergeten. “Wat Zweden heeft gedaan is echt een vijandige actie”, aldus een regeringswoordvoerder. Wegblijven dus…
Israël lijkt zich meer en meer op te sluiten in zijn eigen gelijk. Binnenlandse critici wordt het leven steeds moeilijker gemaakt, onder andere door de anti-NGO wet. Internationale mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch worden in hun werk belet. Aanhangers van BDS-acties (Boycot, Desinvesteren en Sancties) en andere critici komen het land niet meer in en actievoerders in het buitenland worden weggezet als antisemieten en in sommige landen zelfs, onder druk van de pro-Israël lobby, gecriminaliseerd.
De weigering de dialoog met politieke tegenstanders aan te gaan, hen als vijanden te behandelen, druist in tegen de Europese waarden. Terwijl de kritische NGO’s in Israël enerzijds trots zijn door de internationale gemeenschap als volwaardige gesprekspartner te worden beschouwd, bestaat er aan de andere kant de zeer gerechtvaardigde angst voor wat de volgende stap van deze extremistische regering zal zijn: een totaal verbod? Het maatschappelijke middenveld heeft al erg veel ruimte moeten inleveren.
Onze buurlanden Duitsland en België werden door Netanyahu’s extreme opstelling min of meer noodgedwongen naar een duidelijker, kritischer opstelling geleid. Dat doet meer dan ooit de vraag rijzen: en wat is de Nederlandse positie? En wat doet de EU? Het bleef stil in Den Haag en Brussel na het incident met Gabriel. De EU’s Federica Mogherini benadrukte deze week wel voor de zoveelste keer dat de EU vast blijft houden aan een tweestaten-oplossing en zich verzet tegen de nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Maar: wat doen de EU en Nederland om de schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten tegen te gaan?
De boodschap van kritische Israëlische NGO’s als B’Tselem is even simpel als duidelijk: er moet een einde komen aan de bezetting die nu al vijftig jaar duurt en er moet een einde komen aan de schendingen van het internationaal recht. Er is niets crimineels aan die boodschap, integendeel. Het is bizar dat een Europees politicus zo grof wordt behandeld simpelweg omdat hij met een organisatie die deze boodschap uitdraagt in gesprek gaat.
De vraag is: gaan we mee met de tribale kokervisie van een steeds extremere Israëlische regering of komen we op voor waarden die bij uitstek Europees zijn: respect voor mensenrechten, vrije meningsuiting, diversiteit en verwerping van discriminatie en ongelijkwaardigheid? Een uiterst relevante vraag, zeker in deze dagen van holocaustherdenkingen.
(1) In het Poolse Treblinka waren tijdens de Tweede Wereldoorlog een Duits concentratiekamp en een vernietigingskamp waar 900,000 mensen, meest joden, om het leven werden gebracht.
Zonder rechtvaardigheid is er in het vredesproces geen vooruitgang mogelijk.
Tineke Lodders Politica