Jan Keulen is journalist, gespecialiseerd in het Midden-Oosten. Keulen werkte als correspondent voor onder andere de Volkskrant en NOS in Libanon, Egypte, Mexico en Jordanië. Hij was directeur van het Doha Center for Media Freedom en van The Rights Forum. Keulen is auteur van boeken over het Midden-Oosten en Latijns-Amerika.
18 januari 2017 Lees meer overDe wereld van gisteren is, in de woorden van de Israëlische premier Netanyahu, “haast voorbij”. Twitteraar-in-chief Donald Trump is immers in aantocht: eindelijk iemand die het Midden-Oosten begrijpt.
De vredesconferentie in Parijs van 15 januari, die eindigde met een communiqué waarin zo’n 70 landen zich uitspraken voor een twee-statenoplossing en voor de internationale rechtsorde, was in Netanyahu’s retorische optiek een ”laatste stuiptrekking van de wereld van gisteren”.
Nou heeft die “wereld van gisteren” de volkeren van het Midden-Oosten weinig goeds gebracht. Voor de Palestijnen begon het drama pas echt zo’n eeuw geleden met de Balfour Declaration, toen hun land door de Britten “beloofd” werd aan de zionistische beweging om er een “joods tehuis” te stichten.
Deze belofte was in wezen een uitwas van het Britse kolonialisme; volstrekt onrechtvaardig voor de Arabische bevolking van het gebied die er in 1917 de overgrote meerderheid uitmaakte. Over haar land, toen nog onderdeel van het Ottomaanse rijk, werd beslist door een Europese supermogendheid, zonder dat de bevolking zelf iets in te brengen had.
Het is – zacht uitgedrukt – een ironie van de geschiedenis dat Groot-Brittannië, in Parijs slechts vertegenwoordigd door een lage ambtelijke delegatie, een eeuw later het slotcommuniqué van de vredesconferentie weigerde te ondertekenen. Vrede kan alleen bereikt worden, aldus de hypocriete Britten, door middel van rechtstreekse onderhandelingen tussen Israëli’s en Palestijnen. De internationale vredesconferentie zou teveel druk op één van de partijen, lees: Israël, uitoefenen. En dan was er het tijdstip: minder dan een week voor de inauguratie van Donald Trump als president van de Verenigde Staten. Theresa May dacht kennelijk ook aan “de wereld van morgen”.
Wat was het eigenlijk, waar de vredesconferentie op uitgekomen is en waar de Britten niet voor wilden tekenen?
Israël werd opgeroepen haar in 1967 begonnen bezetting van de Palestijnse te beëindigen. De verklaring benadrukt ook dat vrede alleen bereikt kan worden door directe onderhandelingen, met als einddoel het vreedzaam en in veiligheid naast elkaar bestaan van twee staten: Israël en Palestina. De Palestijnen hebben, volgens het slotcommuniqué, nadrukkelijk het recht op een eigen staat en soevereiniteit. Dossiers als Jeruzalem en terugkeer (of compensatie) van de Palestijnse vluchtelingen – de zogenaamde “permanente status” kwesties – moeten worden opgelost op basis van de relevante VN-resoluties.
Mooie woorden en principes, maar er werd niets gezegd over de stichting van een Palestijnse staat binnen de grenzen van 1967. De PLO accepteerde haast 25 jaar geleden al het principe van een eigen staat op het grondgebied van de in 1967 bezette Westoever en Gaza. Oftewel, op slechts 22% van historisch Palestina. Die destijds voor de Palestijnen pijnlijke concessie wordt feitelijk in Parijs nog verder uitgekleed door op dit punt bewust vage, diplomatieke taal te hanteren.
De verklaring van Parijs was verder onevenwichtig door de bezetter Israël en de onder bezetting levende Palestijnen op één lijn te stellen. De vermeende vermaledijde symmetrie van bullebak en underdog, is voortdurend aanwezig in diplomatieke teksten over het conflict, maar heeft niets te maken met de realiteit van alledag.
Opvallend in de slotverklaring van Parijs is verder het ontbreken van garanties en stappen voor implementatie van de twee-statenoplossing. Er is geen mechanisme dat daadwerkelijk leidt tot beëindiging van de Israëlische bezetting. Geen mechanisme, waardoor de partijen, die tegen de internationale rechtsorde ingaan, ter verantwoording worden geroepen. De enige in het slotcommuniqué genoemde follow-up is het voornemen van “geïnteresseerde deelnemers aan de conferentie” om voor het einde van 2017 te kijken hoe ver de onderhandelingen tussen beide partijen om tot een twee-statenoplossing te komen zijn gevorderd.
Nee, ik vrees dat de Palestijnen het niet van “Parijs” moeten hebben. In die zin hadden de Britten rustig kunnen tekenen. Het gevoel dringt zich op dat “Parijs” eerder de zwanenzang van de tweestaten-oplossing zong, dan dat het die oplossing dichterbij bracht. De tekst klopt min of meer, maar de melodie is van een treurig afscheidslied.
Dat de Britten zich distantieerden van hun vroegere Europese partners en weigerden zich te committeren aan wat in feite een herhaalexercitie is van talloze VN-resoluties en eerdere EU-verklaringen, heeft natuurlijk alles te maken met Netanyahu’s en Trumps “wereld van morgen”. Dat lijkt een toekomst te zijn waar principes van internationaal recht en mensenrechten nog minder zwaar wegen dan in het verleden. Een “wereld van morgen”, waarin de globale communis opinio, bijvoorbeeld over de wenselijkheid van een twee-statenoplossing in Israël/Palestina, zwaar onder druk staat van invloedrijke, agressieve lobbies en nationaal eigenbelang en militaire macht prevaleren boven rechtvaardigheid.
De Franse minister van Buitenlandse Zaken Jean-Marc Ayrault had gelijk toen hij schreef dat het Israëlisch-Palestijnse conflict niet los gezien kan worden van zijn regionale context. “De gedachte dat er stabiliteit gevestigd kan worden in het Midden-Oosten zonder het oudste conflict op te lossen, is onrealistisch. Als we dit conflict niet aanpakken zal het blijvend frustraties voeden en zal het uiteindelijk leiden tot nog meer radicalisering en geweld. Het zal potentiele terroristen motiveren in actie te komen”, aldus Ayrault.
Ja, het is waar: het Midden-Oosten staat in brand. Er woeden oorlogen in Syrië, Irak, Libië en Jemen en de Arabische lente heeft plaatsgemaakt voor een “lente van de dictators”. Organisaties als The Rights Forum wordt wel verweten dat we ons “obsessief” focussen op Israël. Dat is onjuist en doet geen recht aan onze uitgangspunten. Waar het ons om gaat, is dat het internationaal recht en de Universele Verklaring van de Mensenrechten in Israël/Palestina geen dode letter is, opdat ook de Palestijnen de minimale bescherming en fundamentele rechten genieten die ieder mens toekomt.
Nederland, dat vanouds goede banden heeft met Israël en alle relevante VN-resoluties en nu ook de verklaring van Parijs heeft ondersteund, heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Daarom spreken we Nederlandse politici en organisaties op hun morele en politieke verantwoordelijkheid aan: bent u voor of tegen de bezetting van Palestina? Gedoogt u de kolonisatie van Palestijns gebied, of keurt u die af? Bent u voor of tegen gelijke rechten van Israëli’s en Palestijnen? Bent u voor of tegen een rechtvaardige vrede?
In een “nieuwe wereld”, waar in tal van landen een autoritaire, populistische, nationalistische en xenofobische wind waait, en die herinneringen oproept aan donkere tijden die we dachten achter ons gelaten te hebben, zijn die vragen relevanter dan ooit. Ze reiken ook verder dan de strikte vraag naar de staatkundige oplossing van het conflict, waar Israëli’s en Palestijnen ooit samen uit moeten komen. Deze vragen raken ten diepste onze eigen kernwaarden en de wereld waarin wij willen leven.