De Israëlische advocaat Eitay Mack vraagt Nederland een strafrechtelijk onderzoek te openen naar een wapentransport van KLM in juni 1977. Een zending Israëlische wapens kwam toen terecht bij het militaire regime van Guatemala, dat zich te buiten ging aan gruwelijke misdaden tegen de eigen burgerbevolking.
Mack deponeerde het verzoek namens een groep van 35 Israëli’s op 4 december bij de Nederlandse officier van justitie Nicole Vogelenzang van het Landelijk Parket. Hij besluit zijn gedetailleerde betoog als volgt:
[…] you are requested to instruct the launching of a criminal investigation regarding alleged aiding and abetting of crimes against humanity and genocide, against KLM and officials on its behalf […]
Concrete aanleiding is het vervoer door KLM van vierduizend Israëlische Galil-geweren naar Guatemala in juni 1977. De geweren, deel uitmakend van een leverantie van 15 duizend, waren bestemd voor het militaire regime. Dat was verwikkeld in een burgeroorlog, en had te kampen met een door de Amerikaanse president Jimmy Carter ingesteld wapenembargo. Het was Israël dat de militaire junta te hulp schoot. Wikipedia omschrijft dat als volgt:
Israël (dat al vanaf 1974 wapens leverde aan Guatemala, zoals Galilgeweren en Uzi-machinegeweren) werd bereid gevonden om in dit gat te springen.
Tijdens de burgeroorlog in Guatemala was het militaire regime – leger en politie, gesteund door veiligheidsdiensten, milities en doodseskaders – verantwoordelijk voor de bulk van 200 duizend doden en vermisten onder de in hoofdzaak Maya-bevolking. Al die organisaties en groepen waren, zo schrijft Mack, bewapend met Israëlische Galil- en Uzi-geweren. Een Waarheidscommisie stelde later vast dat sprake was van genocide en misdaden tegen de mensheid.
Het verzoek van Mack volgt op een eerder verzoek aan het Israëlische OM om een onderzoek te openen naar de Israëli’s die destijds bij de wapenexport naar Guatemala waren betrokken. De rol van KLM kwam aan het licht door een Amerikaans telegram waar Mack terloops op stuitte in de US State Archives.
Dat telegram, van minister van Buitenlandse Zaken Cyrus Vance aan onderminister Philip Habib, bevestigde de aan KLM verleende Amerikaanse toestemming om in weerwil van het geldende embargo in New York bij te tanken. Opmerkelijk genoeg werd dat noodzakelijk nadat de Canadese autoriteiten KLM vlak voor de landing toestemming onthielden om in Montreal te tanken.
Het telegram, opgenomen in Macks verzoek aan Vogelenzang, biedt inzicht in de afwegingen van Vance, waartoe ook mogelijke problemen met Israël en Nederland werden gerekend. Opvallend is dat de Amerikanen volledig op de hoogte lijken van de Israëlische wapenleveranties aan Guatemala – en daarmee van de sabotage van het Amerikaanse embargo.
Het belang van het Israëlische verzoek om een onderzoek naar de handelwijze van KLM in te stellen is dat het de medeplichtigheid van bedrijven aan volkenrechtelijke misdaden aan de orde stelt. Dat is een actueel thema, ook ten aanzien van Israël/Palestina. Nederlandse bedrijven die middels hun activiteiten of investeringen betrokken zijn bij de illegale Israëlische kolonisering van Palestina – en daarmee bij oorlogsmisdrijven en misdaden tegen de mensheid – worden steeds directer aangesproken.
Israëls wapenhandel met dictatoriale regimes is niet beperkt tot Guatemala. Het land bewapende onder meer Nicaragua, El Salvador, Honduras, Argentinië, Chili, Zuid-Afrika en Iran, en leverde adviseurs aan inlichtingendiensten zoals de ANSESAL (El Salvador) en SAVAK (Iran). Aan El Salvador werden ook chemische wapens (napalm) geleverd. In al deze gevallen werden Israëlische wapens en kennis ingezet tegen de lokale bevolking.
Vooral de Israëlische banden met het Somoza-regime in Nicaragua waren hecht – en wederzijds. Nicaragua leverde vanaf begin jaren veertig de wapens waarmee de zionistische terreurgroepen Haganah en Irgun zich in Palestina tegen de lokale bevolking en de Britten keerden. In 1947 leverde het de paspoorten waarmee de Haganah Europese wapens kon aankopen die werden ingezet tijdens de Nakba, de verdrijving van driekwart miljoen Palestijnen, die vanaf eind 1947 plaatsvond.
Vanaf de jaren vijftig werd Israël Nicaragua’s belangrijkste wapenleverancier. In 1957 verkocht Shimon Peres, secretaris-generaal van het Israëlische ministerie van Defensie, wapens ter waarde van 1,2 miljoen dollar. In de jaren zeventig was Israël goed voor 98 procent van alle wapenleveranties aan het land, waaronder tanks, vliegtuigen, pantservoertuigen en geweren als de Galil en Uzi. In de jaren tachtig speelde Israël een rol in de Iran-Contra-affaire.
Het meest recente voorbeeld (€) van Israëls wapenhandel met militaire regimes is Myanmar. Die staat verdedigt zich deze week voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag tegen de beschuldiging van het plegen van genocide op de etnische Rohingya-minderheid. Zelfs nadat de omvang van de slachting op de Rohingya – en de betrokkenheid van het Myanmarese leger daarbij – in 2017 algemeen bekend werd en leidde tot een wapenembargo door de EU en de VS, handhaafde Israël zijn wapenleveranties aan het regime.
Pas in december 2017 – na een storm van internationaal protest en een beroep van de bovengenoemde advocaat Eitay Mack op het Israëlische Hooggerechtshof – werd de wapenhandel met het militaire regime van Myanmar beëindigd. Weinigen hechtten echter geloof aan die bewering. Niet alleen werd de gerechterlijke uitspraak op aandringen van de Israëlische regering geheim gehouden, maar nog diezelfde maand stelde de ambassadeur van Myanmar in Israël dat de wapenverkoop aan zijn land voortduurde. In juni 2019 werden vertegenwoordigers van het militaire regime nog gesignaleerd (€) op een wapenbeurs in Tel Aviv.
Pas eind november 2019 – twee weken geleden – bleek Israël bereid (€) de gruweldaden tegen de Rohingya te benoemen en die etnische groep bij de eigen naam te noemen. Tot dan toe sprak Israël in navolging van het Myanmarese regime over de Rohingya als ‘Bengali’s’ of ‘vreemdelingen’.
In september van dit jaar publiceerde de VN-Mensenrechtenraad (UNHRC) een onderzoek naar bedrijven die banden onderhouden met het militaire regime in Myanmar. Dat onderzoek leidde tot een database van bedrijven die de tegen Myanmar ingestelde sancties ontduiken. Een vergelijkbare databse van bedrijven die betrokken zijn bij de illegale Israëlische kolonisering van de bezette Palestijnse gebieden laat al bijna vier jaar op zich wachten.