Afgelopen week organiseerde de ‘EU in Israël’ een feest in Tel Aviv. Het werd gevierd op de ruïnes van een vernietigd Palestijns dorp, en op de dag waarop de Palestijnen de Nakba herdachten. De Nederlandse ambassade in Israël wordt gevraagd haar betrokkenheid bij het feest toe te lichten.
Op woensdag 15 mei werd in Tel Aviv door Europese vertegenwoordigingen in Israël een feest georganiseerd ter viering van ‘Europadag’, het ‘jaarlijkse feest van vrede en eenheid in Europa’. Ook de Nederlandse ambassade in Israël werkte naar eigen zeggen mee aan het evenement, dat samenviel met het Songfestival dat van 14 tot 18 mei in Tel Aviv werd gehouden.
Het EU-feest, Electrovision gedoopt, vond plaats in het Charles Clore Park, gelegen aan de kust van Tel Aviv. Onder dat park liggen de ruïnes van Al-Manshiya, een wijk van de Palestijnse stad Jaffa die in april 1948 door joodse milities werd aangevallen en deels met de grond gelijk werd gemaakt – de rest van de wijk werd later afgebroken. De bevolking van 13 duizend Palestijnen werd goeddeels verdreven naar Jordanië en, over zee, Gaza en Egypte.
Al-Manshiya is een van de circa vijfhonderd Palestijnse dorpen en steden die tussen eind 1947 en begin 1949 werden ontvolkt en grotendeels vernietigd. Circa 750 duizend Palestijnen werden in die periode uit hun woonplaatsen verdreven. De Palestijnen gedenken die inktzwarte episode als de Nakba of ‘Catastrofe’.
De dag waarop de Nakba jaarlijks wordt herdacht is 15 mei. Voor miljoenen Palestijnen in Israël, Palestina en de rest van de wereld is Nakba-dag een dag van rouw. Dat weerhield de EU er niet van om uitgerekend op die datum het jaarlijkse ‘Europa-feest van vrede en eenheid’ te vieren, dat officieel op 9 mei valt, en daarvoor als locatie het Charles Clore Park te kiezen.
Een zwaardere schoffering van de Palestijnen is amper denkbaar. Dat roept de vraag op waarom de Nederlandse ambassade in Tel Aviv zich met het evenement heeft ingelaten.