Kabinet toont geen enkele urgentie om Palestijnen te helpen

Met de verkiezingen achter de rug en een nieuwe Tweede Kamer op het pluche werd gehoopt op een rechtvaardiger beleid ten aanzien van de Palestijnen. Dat is echter ver te zoeken.

Demissionair minister David van Weel (VVD) tijdens het debat met de Tweede Kamercommissie Buitenlandse Zaken, 11 december 2025. © Screenshot van het debat

Dat blijkt uit het eerder deze maand gehouden debat van de Tweede Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken met demissionair minister van Buitenlandse Zaken David van Weel (VVD). Het debat geeft een beeld van waar politiek Den Haag staat ten opzichte van Israël en Palestina. Dit tegen de achtergrond van Israëls voortdurende misdaden, en met de vraag of de massale protesten van 2025 beloond zijn met een rechtvaardiger beleid. Onderstaand gaan we in op de negen belangrijkste onderwerpen van het debat. Een waarschuwing vooraf: de pro-Israëlhouding is springlevend.

Medische evacuatie van Palestijnse kinderen

Uit cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en Artsen zonder Grenzen blijkt dat 18.500 ernstig zieke of gewonde Palestijnen in Gaza op wachtlijsten staan voor urgente medische evacuatie naar landen waar zij behandeld kunnen worden. Onder hen zijn 4.000 kinderen. Sinds juli 2024 zijn 3.069 patiënten geëvacueerd, van wie 1.623 naar Egypte, 636 naar de Verenigde Arabische Emiraten en 328 naar Jordanië. Europese landen namen ook patiënten op, waaronder Italië (146), Spanje (65), Roemeniê (55), het VK (53), Noorwegen (22), Zwitserland (20) en België (18). Inmiddels zijn 1.092 wachtlijstpatiënten gestorven.

Nederland heeft vijf Palestijnse kinderen voor behandeling toegelaten. Vijf.

Het kabinet heeft zich, gesteund door een rechtse meerderheid van de Tweede Kamer, altijd met hand en tand verzet tegen opname van Palestijnse kinderen in doodsnood. Pas na massale maatschappelijke protesten ontstond eind augustus een Kamermeerderheid en stelde het kabinet zich ‘welwillend’ op. Eerst werd nog kostbare tijd verspild met zoeken naar mogelijkheden voor ‘opvang in de regio’, waarvan de WHO en andere deskundigen al hadden vastgesteld dat die niet meer mogelijk is. Daarom worden juist Europese landen opgeroepen om patiënten op te nemen.

Inmiddels heeft Nederland vijf Palestijnse kinderen voor behandeling toegelaten. Vijf. Gezien dat minieme aantal drongen veel partijen bij de minister aan op een ruimhartiger beleid. Die gaat daar niet in mee. Van Weel pleitte opnieuw voor opvang in de regio. Ook vindt hij dat Israël meer toegangen tot Gaza moet openen en meer humanitaire hulp moet toelaten. Zijn aanpak is een herhaling van die in het najaar: hij gaat nu eerst checken hoe hoog de nood is en hoe het met de opvang in de regio staat. In januari zal hij de Kamer daarover per brief informeren. Zo wordt opnieuw kostbare tijd verspild.

Van Weels afhoudende opstelling leidde tot twee moties. In de eerste, ingediend door de SP, D66, DENK, PvdD, Volt en GroenLinks-PvdA, wordt het kabinet verzocht om het de opvang van Palestijnse kinderen ‘welwillend’ te blijven uitvoeren. De motie haalde 108 stemmen en werd aangenomen. Alleen de PVV, JA21 en FvD stemden tegen.

De tweede, ingediend door DENK en de SP is uitgesprokener: de regering wordt verzocht ‘opnieuw te bezien in hoeverre enkele kinderen die complexe hoogspecialistische zorg nodig hebben, die in direct levensgevaar verkeren en waarvoor nu in de regio geen onmiddellijke hulp beschikbaar is, tijdelijk in Nederland kunnen worden geholpen’. De motie haalde 61 stemmen en werd verworpen. Vóór stemden D66, GroenLinks-PvdA, ChristenUnie, DENK, Partij voor de Dieren, SP, 50Plus en Volt. Tegen stemden de PVV, VVD, CDA, JA21, FvD, BBB en SGP.

Geweld rond de ‘gele lijn’

In Gaza zijn sinds het ingaan van het staakt-het-vuren op 10 oktober door Israël 360 Palestijnen gedood, onder wie 70 kinderen. Veel doden vielen rond de door Israël ingestelde ‘gele lijn’ die de smalle Gazastrook in tweeën klieft. De door Israël bezette helft is van de Palestijnse helft afgescheiden met geelgeverfde betonblokken. Palestijnen die op zoek naar hun huizen, familie of voedsel onbewust de lijn passeren, worden doodgeschoten. Kinderen overkomt hetzelfde.

Of Israël rond de gele lijn de mensenrechten schendt, is de minister niet bekend.

Nu mensenrechtenorganisaties alarm slaan over de onduidelijkheid en willekeur rond de gele lijn, kreeg Van Weel de vraag wat Nederland doet om hier verandering in te brengen om zo Palestijnse burgers te beschermen. Hem wordt een te afwachtende houding verweten.

Volgens de minister is de informatie van mensenrechtenorganisaties niet per se juist, maar hoe het dan wel zit weet hij niet. Zijn informatie over de situatie rond de gele lijn is ‘zeer beperkt’. Of Israël daar de mensenrechten schendt is hem niet bekend, zei hij. De minister zegde toe de Kamer te informeren zodra hij over accuratere informatie beschikt.

Van Weel is naar eigen zeggen afhankelijk van informatie van het Civiel-militaire Coördinatiecentrum (CMCC). Dit in oktober door de Amerikanen opgezette vehikel coördineert de voortgang van Trumps ‘vredesplan’ en de toegang van humanitaire hulp tot Gaza. Intussen zijn twintig landen bij het CMCC vertegenwoordigd, waaronder Nederland. Ook Israël zit aan tafel. De Palestijnen – onderwerp van het ‘vredesplan’ –niet.

Geweld tegen zorg- en hulpverleners

Het jaar 2024 was voor zorgverleners wereldwijd het dodelijkste ooit gemeten. Toch werd dit record half 2025 al verbroken. Die cijfers worden gevoed door het Israëlische geweld tegen zorg- en hulpverleners in Gaza. Sinds oktober 2023 werden alleen daar al 579 hulpverleners (onder wie 388 van de VN, 58 van het Rode Kruis en 133 van ngo’s) en ruim 1.700 (medische) zorgverleners gedood, naast 142 medewerkers van civiele hulpdiensten als de brandweer.

Tijdens het debat werd erop gewezen dat Nederland volgens de Geneefse Conventies en artikel 90 van de Grondwet de verplichting heeft om de naleving van het internationaal humanitair recht te verzekeren, waaronder de bescherming van zorg- en hulpverleners. De SP, DENK en GroenLinks-PvdA dienden een motie in waarin de regering wordt verzocht beleid te ontwikkelen om geweld tegen zorg- en hulpverleners tegen te gaan door dat (ongeacht de dader) consistent te veroordelen; door capaciteit beschikbaar te stellen voor onderzoek, bewijsgaring en vervolging; en door het verruimen van de Wet internationale misdrijven, zodat daders van geweld tegen zorg- en hulpverleners makkelijker kunnen worden vervolgd.

Die wet laat vervolging nu alleen toe als sprake is van een directe band met Nederland. Van Weel werd gewezen op een Duitse wet die ook een indirecte band met slachtoffers honoreert als mogelijkheid voor vervolging. De minister zegde toe de Duitse wet te bestuderen en daar in het eerste kwartaal van 2026 op terug te komen.

In de Tweede Kamer bestaat grote steun voor die aanpak. De motie haalde 124 stemmen en werd aangenomen. Alleen de PVV stemde tegen.

Extra steun voor vrouwenrechten

Tijdens het debat werd ook stilgestaan bij het belang van vrouwenrechtenorganisaties die vanuit het principe ‘vrouwen, vrede en veiligheid’ een cruciale rol spelen in vredesprocessen. In juni 2024 nam de Tweede Kamer een motie aan waarin de regering wordt verzocht om extra ondersteuning en bescherming voor vrouwenrechten en het werk van vrouwelijke mensenrechtenactivisten.

Ten aanzien van Palestijnse vrouwenrechten- en mensenrechtenorganisaties is echter het tegendeel het geval. Zij worden door bezuinigingen in de VS en Europa ernstig in hun werk belemmerd. Om die reden dienden de SP, DENK en GroenLinks-PvdA een motie in waarin de regering wordt verzocht om een extra inspanning voor deze Palestijnse organisaties. De motie haalde 105 stemmen en werd aangenomen. Alleen de PVV, JA21, FvD en SGP stemden tegen.

Etnische zuivering van de Westoever

Ook het Israëlische geweld op de Westelijke Jordaanoever (inclusief Oost-Jeruzalem) kwam aan de orde. Volgens een in november verschenen rapport van Human Rights Watch (HRW) werden begin van dit jaar 32.000 Palestijnen verdreven uit de vluchtelingenkampen van Jenin, Nur Shams en Tulkarm. Etnische zuivering, concludeert HRW.

Van Weel had het ook gelezen, maar vindt de conclusie voorbarig. De Palestijnen moeten volgens hem kunnen terugkeren naar hun (door Israël veelal gesloopte) woningen. Tijdens zijn bezoek aan Israël en Palestina in november heeft hij dat ook bij zijn Israëlische collega Gideon Sa’ar opgebracht. ‘Ik hoop dat het helpt’, zei hij daarover, ook al is daar anderhalve maand later geen spoor van.

Van Weel kreeg de vraag wat Nederland concreet kan doen. De minister wees op de twee middelen die hij heeft: dialoog en sancties. De dialoog is opgestart, hoopt hij. Daarnaast zijn sancties ingesteld twee tegen rabiate Israëlische ministers en een aantal kolonisten, en is een wet in de maak die de handel met met Israëls illegale nederzettingen aan banden legt. De minister leek er vooral zelf van onder de indruk.

Daarnaast zal Van Weel de Tweede Kamer in januari per brief informeren over zijn visie op de kolossale investeringen van banken, verzekeraars en pensioenfondsen in bedrijven die bijdragen aan die nederzettingen. Of dit eindelijk zal leiden tot een verbod valt echter ernstig te betwijfelen. De minister wees tevreden op het al ruim twintig jaar falende ‘ontmoedigingsbeleid’.

Verkoelde relatie met Israël

De relatie met Israël heeft volgens Van Weel ‘een knauw gekregen’. Er is sprake van ‘verkoeling van beide zijden’. Wat hij bedoelt is dat Israël niets anders accepteert dan blinde steun, die Nederland altijd ruimschoots heeft verleend. De minimale sancties die Nederland heeft ingesteld, hebben de Israëli’s dan ook furieus gemaakt.

Van Weel zei trots te zijn op de lang bestaande band met Israël, die door de sancties is verslechterd. Met het ‘vredesplan’ van Trump op tafel wil het kabinet de banden aanhalen. Met zijn bezoek aan Israël van begin november denkt Van Weel daartoe de eerste stap te hebben gezet.

Van Weel was de deur nog niet uit of hij werd door zijn Israëlische collega-ministers publiekelijk beschimpt.

Om dat te legitimeren bediende hij zich van een ‘Veldkampje’. In april verdedigde Van Weels voorganger Caspar Veldkamp (NSC) de weigering van het kabinet om Israël te sanctioneren vanwege de genocide in Gaza als ‘verstandig beleid’. Zo bleven de lijnen open voor invloed en kritiek; landen die sancties tegen Israël hadden ingesteld, hadden die kans niet meer, sneerde hij.

In het debat kopieerde Van Weel dit kunstje. Het feit dat Israël hem had willen ontvangen noemde hij een goed teken. Na Duitsland en Slovenië is Nederland pas het derde Europese land dat zover komt, meldde de minister trots. Daarmee komt Nederland weer in de positie om invloed uit te oefenen en ‘boodschappen over te brengen’. In november beschreven we wat dit in de praktijk inhoudt: Van Weel was de deur nog niet uit of hij werd door zijn Israëlische collega-ministers publiekelijk beschimpt.

Buitenlandwoorder Kati Piri van GroenLinks-PvdA wees in het debat op het pleidooi dat de minister tijdens de vorige Raad Buitenlandse Zaken zou hebben gehouden om de relatie met Israël te herstellen. Van Weel bagatelliseerde dat – er was bijvoorbeeld niet over gestemd –, maar zeker is dat het kabinet ook in Europees verband streeft naar herstel van de relatie.

Elbit Systems: corruptie en omkoping

Eerder deze maand bleek uit onderzoek van onder meer Follow the Money dat het Israëlische defensiebedrijf Elbit Systems door de NAVO is geschorst. Elbit wordt verdacht van het omkopen van medewerkers van het inkoopbureau van de NAVO teneinde orders te verwerven. Als gevolg zijn lopende contracten bevroren en is Elbit uitgesloten van aanbestedingen. Die radicale ingreep verraadt de ernst van de zaak.

Elbit is het troetelkind van de Israëlische defensie-industrie en hofleverancier van het Israëlische leger. Het bedrijf draagt bij aan de bezetting van de Westelijke Jordaanoever en de genocide in Gaza. De bezette Palestijnse gebieden dienen voor Elbit en consorten als ‘laboratorium’ voor het testen van nieuwe wapensystemen die vervolgens wereldwijd als ‘battle tested’ worden verkocht. Die rol heeft nooit geleid tot een schorsing van Elbit, noch door de NAVO, noch door Nederland. Integendeel.

Grootafnemer Nederland

Nederland is grootafnemer bij Elbit. Afgelopen jaren werd bij het bedrijf voor minstens een half miljard euro aan wapens en munitie aangeschaft, naast een dubieus telefoon- en data-aftapsysteem. In 2023 werd onder meer het PULS-raketartilleriesysteem gekocht – hetzelfde systeem waarvan de aanschaf door de NAVO tot stand kwam na vermoedelijke omkoping.

Daarnaast werd de militaire samenwerking met het Israëlische ministerie van Defensie uitgebreid; het verdrag dat dit moet regelen ligt stil in de Eerste Kamer en is formeel dus nog niet in werking. Ook zetten Nederlandse ministeries zich in voor samenweking van Elbit met het Nederlandse bedrijfsleven, en voor een intensievere Europese defensiesamenwerking met het bedrijf. Over al deze banden publiceerden we eerder een overzichtsartikel.

Lees verder Lees minder

Tijdens het debat kreeg Van Weel de vraag of de verdenking van omkoping voor Nederland reden is om de schorsing van Elbit door de NAVO over te nemen. Maar voor de minister is het NAVO-schandaal geen reden om de banden te verbreken. Van Weel stelde dat Nederland bij voorkeur geen militair materieel van Israël koopt, maar bij gebrek aan alternatieven soms geen andere keus heeft.

Daarop dienden de PvdD, DENK, GroenLinks-PvdA en SP een motie in die de regering vraagt te onderzoeken op welke wijze Nederland – naar voorbeeld van de NAVO-schorsing – de banden met Elbit Systems kan opschorten of beëindigen. De motie haalde 63 stemmen en werd verworpen. Vóór stemden D66, GroenLinks-PvdA, FvD, DENK, Partij voor de Dieren, SP en Volt. Tegen stemden de PVV, VVD, CDA, JA21, BBB, ChristenUnie, SGP en 50Plus.

Sancties tegen het Internationaal Strafhof

Nederland worstelt met de Amerikaanse sancties tegen het Internationaal Strafhof, aldus Van Weel. Tot dusver zijn sancties van kracht tegen de hoofdaanklager, diens twee vervangers en zes rechters. Deze week kondigde de regering-Trump sancties aan tegen nog twee rechters. Ook worden sancties overwogen tegen het Strafhof als geheel. Daarnaast stelden de Amerikanen sancties in tegen Francesca Albanese, de Speciale VN-Rapporteur voor de mensenrechten in bezet Palestina.

De sancties hebben enorme impact vanwege hun extraterritoriale werking. Gesanctioneerde personen en instellingen kunnen ook buiten de VS geen gebruik meer maken van de diensten van Amerikaanse bedrijven, zoals banken en providers op het gebied van internetdiensten.

De EU beschikt met zijn ‘blocking statute’ over een krachtig wapen tegen de Amerikaanse sancties.

Als gastland is Nederland verantwoordelijk voor het goed functioneren van het Hof, erkende Van Weel tijdens het debat. In die hoedanigheid wordt koortsachtig gezocht naar alternatieven voor diensten en financiering, en wordt gepraat met bedrijven om zich niet door de sancties te laten intimideren. Niet-Amerikaanse banken en providers zijn huiverig voor het overnemen van de dienstverlening omdat zij in dat geval ook zelf kunnen worden gesanctioneerd.

De EU beschikt in de vorm van een blocking statute over een krachtig wapen waarmee het Europese bedrijven kan dwingen om niet te reageren op Amerikaanse sancties. Van Weel zegt daar voorzichtig mee om te springen. Hij wil voorkomen dat bedrijven zich gedwongen voelen te kiezen tussen de Europese en Amerikaanse markt, en dan uit Nederland of de EU vertrekken.

Pact voor Middellandse Zeegebied

Dit pact (Engelse afkorting: MedPact) beoogt coördinatie en samenwerking tussen de EU en tien landen aan de zuid- en oostzijde van de Middellandse Zee – van Marokko tot Libanon – op het gebied van onder meer economie, veiligheid en migratie-management. Ook Israël en Palestina horen tot de beoogde deelnemers. In de toekomst kan het pact worden uitgebreid met landen in de Golfregio.

Tijdens het debat stelde Stephan van Baarle (DENK) vragen over de Israëlische deelname aangezien het pact ‘respect voor mensenrechten’ vereist. Minister Van Weel ziet echter ‘geen enkele reden’ om Israël erbuiten te houden. Dat land ligt namelijk aan de Middellandse Zee, stelde hij filosofisch vast.

Wie zich afvraagt hoe Israël ondanks zijn misdaden tegen de Palestijnen toch steeds toegang krijgt tot EU-programma’s: VVD, CDA en 50Plus.

Daarop dienden DENK, de SP en de PvdD een motie in waarin de regering wordt verzocht ‘als standpunt in te nemen dat zolang Israël de mensenrechten van de Palestijnen schendt, Israël niet voldoet aan het criterium “respect voor mensenrechten”’. De motie haalde 63 stemmen en werd verworpen. Vóór stemden D66, GroenLinks-PvdA, FvD, DENK, Partij voor de Dieren, SP en Volt. Tegen stemden de PVV, VVD, CDA, JA21, BBB, ChristenUnie, SGP en 50Plus.

Wie zich afvraagt hoe het toch komt dat Israël ondanks zijn institutionele misdaden tegen de Palestijnen – waaronder genocide – toch steeds toegang krijgt tot EU-programma’s ziet hier de verantwoordelijke partijen: naast extreem rechts en extreem christelijk zijn dat de VVD, het CDA en 50Plus.

© 2007 - 2025 The Rights Forum / Privacy Policy