Voorgenomen ‘transparantie-wet’ treft 27 Israëlische NGO’s.
27 Israëlische maatschappelijke organisaties, de meeste werkzaam op het gebied van mensenrechten, worden hard getroffen als het Israëlische parlement de antidemocratische “transparantie wet” aanneemt. Volgens deze wet, ingediend door minister van Justitie Ayelet Shaked (Habayit Hayehudi), moeten organisaties die meer dan 50% van hun donaties ontvangen van buitenlandse regeringen dit bekend maken in al hun publicaties en contacten met politici en regeringsfunctionarissen.
Dat blijkt uit een lijst die op 2 juni gepubliceerd werd door het Israëlische ministerie van Justitie, na aandringen van de oppositie in de Knesset. De vrees dat vooral Ngo’s die het regeringsbeleid in de bezette Palestijnse gebieden bekritiseren zwaar getroffen worden, bleek gegrond: 25 van de 27 organisaties op de lijst bestrijden mensenrechtenschendingen op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza en discriminatie van Palestijnen in Israël.
Ngo’s in Israël waren al wettelijk verplicht de herkomst van hun subsidies te publiceren. Veel organisaties hebben hun begroting en donoren op hun website staan. Door de Ngo’s nu ook wettelijk te verplichten bij elke interactie en publicatie te vermelden dat ze door de VN, de EU of een Europees land financieel worden gesteund, probeert de regering hen te stigmatiseren als verlengstuk van andere staten die zich met Israëls interne zaken bemoeien.
Een woordvoerster van de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem zei dat haar organisatie trots is op de zwarte lijst te staan. “Hiermee komt een einde aan de valse bewering dat deze wet niet bedoeld is als een politieke aanval op andersdenkenden”, aldus Sarit Michaeli van B’Tselem. Woordvoerder Gilad Grossman van de organisatie Yesh Din, ook op de lijst, zei dat de Israëlische regering mensenrechtenverdedigers probeert af te schilderen als “buitenlandse agenten, en dat is een aperte leugen”.
De krant Ha’aretz veroordeelde dat Israëlische volksvertegenwoordigers onder het mom van transparantie een lastercampagne tegen linkse organisaties voeren. Ha’aretz wees erop dat de wet kolonisten en uiterst rechtse organisaties die buitenlandse privé donaties ontvangen, ontziet. Het “valse en schijnheilige” wetsvoorstel beoogt in het geheel niet de transparantie te bevorderen, maar de legitimiteit van de Ngo’s te ondermijnen die de bezetting bekritiseren, aldus Ha’aretz.
De context van de “transparantie wet” is een steeds harder klimaat in Israël, waarin dissidente geluiden minder worden geduld en kritische organisaties worden gestigmatiseerd. Mensenrechtenorganisaties worden gebrandmerkt als “de binnenlandse vijand”. Activisten van Breaking the Silence, een organisatie van ex-militairen die de mensenrechtenschendingen in de bezette gebieden aan de kaak stellen, worden beschuldigd van “verraad”.
Als de Knesset de “transparantie wet” aanneemt, schaart Israël zich bij de autoritaire landen die onwelgevallige, kritische geluiden vanuit het maatschappelijk middenveld wettelijk het zwijgen willen opleggen. Ook Rusland, Egypte, Turkije en India hebben wetten die tot doel hebben controle uit te oefenen over mensenrechtenorganisaties en hun kritiek aan banden te leggen.