Een in Oost-Jeruzalem geboren inwoner van Utrecht vraagt de gemeente hem in te schrijven als zijnde geboren in Palestina dan wel in bezet Palestijns gebied. Nu staat hij geregistreerd als geboren in Israël. De Raad van State buigt zich over de zaak.
De gemeente Utrecht heeft een Palestijnse inwoner geregistreerd als geboren in Israël. Die omschrijving verschijnt ook op elk officieel document. De Palestijn, geboren in Oost-Jeruzalem, stelt daar geen prijs op. Hij wil dat zijn geboorteplaats geregistreerd wordt als ‘Palestina’ of ‘bezet Palestijns gebied’. Zijn zaak loopt al jaren en ligt nu voor bij de Raad van State.
Van meet af aan beroept de gemeente Utrecht zich erop dat zij niet anders kan. Zij stelt dat ze gebonden is aan richtlijnen van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Die bepalen dat Palestijnen die na 1948 zijn geboren op de Westelijke Jordaanoever, in Gaza of in Oost-Jeruzalem kunnen verzoeken om de vermelding ‘geboren in Israël’ te laten wijzigen in ‘geboorteplaats onbekend’. De Palestijn stelt echter dat zijn geboorteplaats niet onbekend is, dat iedereen weet waar Jeruzalem ligt en ook dat Oost-Jeruzalem bezet Palestijnse gebied is en deel uitmaakt van Palestina.
Voor een Palestijn moet het een extreem pijnlijke gewaarwording zijn dat de stad waarin hij leeft zijn geboorteland niet erkent – en dat bovendien toewijst aan de Israëlische bezetter die er verantwoordelijk voor is dat miljoenen Palestijnen buiten hun land wonen en daar niet meer inkomen.
Israël veroverde zijn geboorteplaats Oost-Jeruzalem in juni 1967 tijdens de Zesdaagse Oorlog en heeft het stadsdeel wederrechtelijk geannexeerd. De verovering vormde het startschot voor een proces van illegale Israëlische kolonisering dat tot de dag van vandaag voortduurt. Sinds 1967 heeft Israël ruim 200 duizend joodse burgers in het bezette stadsdeel gehuisvest, terwijl een actieve politiek wordt gevoerd om Palestijnse inwoners uit de stad weg te krijgen.
Onder de Oslo-akkoorden werd door Israëli’s en Palestijnen in 1993-1994 een proces overeengekomen dat tot de ‘tweestatenoplossing’ zou moeten leiden. De Palestijnen namen daarbij genoegen met een eigen staat op 22 procent van hun historische land, bestaande uit Oost-Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever en Gaza. Israël zou zich binnen vijf jaar van de Westoever en uit Gaza terugtrekken, terwijl in diezelfde periode overeenstemming zou moeten worden bereikt over de status van Jeruzalem (West en Oost) en andere onderwerpen – de zogeheten final status issues. Israël zette het proces in 1997 stop. Het land heeft ‘Oslo’ juist gebruikt voor een geïntensiveerde kolonisering van de Palestijnse gebieden.
Als reactie daarop werd de staat Palestina in 2012 door de Verenigde Naties met overweldigende meerderheid erkend. De staat is inmiddels toegetreden tot internationale conventies en organisaties. Nederland behoort tot de landen die Palestina om politieke redenen nog niet hebben erkend. Aan de Palestijnse rechten doet dat echter niets af, zoals in december 2016 ten overvloede bevestigd door de VN-Veiligheidsraad in resolutie 2334. Daarin heet Oost-Jeruzalem ‘bezet Palestijns gebied’ en wordt Israël eens temeer gemaand de kolonisering van het stadsdeel direct te staken.
Met het besluit om Oost-Jeruzalem desondanks als Israëlisch grondgebied te registreren, vaart Utrecht een opmerkelijke koers. De gemeente stelt dat ‘de Nederlandse regering de Palestijnse gebieden niet als land heeft erkend, en dat Utrecht niet als stad een eigen buitenlandbeleid kan voeren’. Dat is echter precies wat de stad nu doet. De Israëlische soevereiniteit over de bezette Palestijnse gebieden, inclusief Oost-Jeruzalem, is door de internationale gemeenschap nooit erkend. Ook niet door het Nederlandse regering.
Hana van Ooijen, de advocaat van kantoor Prakken d’Oliveira die de Palestijnse Utrechter bijstaat, voegde daar in een interview met RTV Utrecht op 17 oktober een cruciaal argument aan toe. De gemeente wordt niet gevraagd om een staat te erkennen, maar om:
iemands persoonsgegevens correct en duidelijk te registeren. Wij vragen om de naamgeving van het gebied dat hoort bij Oost-Jeruzalem correct te hanteren.
Een duidelijke uitspraak van de Raad van State zal ook van belang zijn voor veel andere gemeenten. Zeker is dat meer Palestijnen het slachtoffer zijn van ongecoördineerd handelen van lokale overheden. Dat blijkt onder andere uit het boek ‘Palestijnen komen uit… Palestina’ van Anja Meulenbelt, in 2013 uitgegeven door Palestine Link. Tot tien jaar geleden wisten lokale overheden helemaal niet hoe ze Palestijnen moesten registeren. Een nadien opgestelde zogeheten ‘landentabel’, die kan worden geraadpleegd bij inschrijvingen, blijkt lang niet altijd uitsluitsel te geven en is nog verre van consistent.
Het probleem is allang niet meer de bezetting. Het probleem is het gedogen ervan.
Ramsey Nasr Schrijver / dichter / acteur