Amerikaanse wetgeving schrijft voor dat de VS geen wapens leveren aan regimes die haar hulpprogramma’s belemmeren. Om Israël toch te bewapenen leidde minister Blinken het Congres om de tuin.
Dat blijkt uit een publicatie van ProPublica. Deze Amerikaanse onderzoeksorganisatie voor de publieke zaak legde de hand op onder meer e-mailverkeer van de overheid. Daaruit blijkt hoe de regering-Biden de levering van wapens aan Israël ten koste van alles doorzet. De publicatie van ProPublica voegt nieuwe informatie toe aan een explosieve kwestie.
Eind april stelden de twee belangrijkste Amerikaanse autoriteiten op het gebied van humanitaire hulp vast dat Israël welbewust de levering van voedsel en medicijnen aan de Palestijnse bevolking van Gaza blokkeerde. Zowel de U.S. Agency for International Development (USAID) als het vluchtelingenbureau van het ministerie van Buitenlandse Zaken deelden die bevindingen met de topdiplomaten van het ministerie.
Voorafgaand daaraan stuurde USAID in april een 17 pagina’s tellend memo aan minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken, waarin het de Israëlische tegenwerking in detail beschreef. De organisatie documenteerde onder meer het doden van hulpverleners, het bombarderen van ziekenhuizen en ambulances, het onbereikbaar maken van voorraden, en het routineus terugsturen van vrachtwagens met hulpgoederen.
Zo blokkeerde Israël in februari de levering van een voorraad meel, voldoende om anderhalf miljoen Palestijnen vijf maanden lang te voeden. In het memo concludeert USAID onomwonden dat Israël schuld had aan de dreigende hongersnood onder de Palestijnen in Gaza, vanwege de:
[…] willekeurige weigering, beperking en belemmering van Amerikaanse humanitaire hulp.
Maar op 10 mei stuurde Blinken het Amerikaanse Congres een rapport met een tegengestelde conclusie:
We hebben op dit moment geen aanwijzing dat de Israëlische regering het transport of de levering van Amerikaanse humanitaire hulp verbiedt of anderszins beperkt.
Die conclusie had een reden. Amerikaanse wetgeving schrijft voor dat Amerikaanse gevechtsmiddelen slechts mogen worden ingezet binnen de kaders van het internationaal (humanitair) recht, én op voorwaarde dat de ontvangende staten op geen enkele wijze belemmeringen opleggen aan door de VS geleverde of gesteunde humanitaire hulp. Blinkens 46 pagina’s omvattende rapport moest aantonen dat daaraan door alle betrokken landen wordt voldaan. Vijftien pagina’s (18-32) gaan specifiek over Israël.
Onder verwijzing naar deze wetgeving had USAID in zijn memo aan Blinken juist aangedrongen op het pauzeren van wapenleveranties aan Israël. Ook Blinkens eigen vluchtelingenbureau drong daarop aan, met de concrete oproep om 830 miljoen dollar aan belastinggeld, geoormerkt voor wapens en bommen voor Israël, te bevriezen.
Het rapport van Blinken bevat weliswaar talloze feiten die deze oproepen rechtvaardigen, maar die worden weggemasseerd met termen als ‘moeilijke omstandigheden’, ‘geen hard bewijs’, ‘lopende onderzoeken’ of ‘verbeterde procedures’. In het rapport wordt ook opgemerkt dat de VS ‘juridisch en politiek’ gehouden zijn aan het bewaken van Israëls ‘kwalitatieve militaire voordeel’. Dat uitgangspunt lijkt leidend te zijn geweest.
Hoe dat vorm kreeg, bleek toen een van de opstellers van het rapport direct na publicatie ontslag nam. Deze Stacy Gilbert, als senior adviseur al twintig jaar werkzaam bij het vluchtelingenbureau, vertelde de media hoe zij en andere experts eind april van hun werk aan het verslag werden ontheven. Dat zou ‘door hogerhand worden geredigeerd’.
Toen zij het resultaat onder ogen kreeg, viel zij van haar stoel. Volgens haar werd het rapport vervalst. De bewering dat Israël geen humaniaire hulp zou blokkeren staat haaks op de consensus die daarover binnen de humanitaire gemeenschap en de deskundigen op Blinkens ministerie bestaat. Met andere woorden: Blinken kán domweg niet tot die conclusie komen.
Gevraagd naar deze gang van zaken stelde Blinkens woordvoerder Vedant Patel dat ‘elk rapport en beleidsvormingsproces’ een kwestie is van ‘overleg, met ruimte voor input van personen van verschillende senioriteits- en expertiseniveaus’. Met andere woorden: Blinken kreeg ook andere informatie aangereikt, die uiteindelijk de doorslag gaf.
ProPublica biedt nu inzicht in die informatie, waarop die is gebaseerd, en van wie die afkomstig is. Met name genoemd wordt Jack Lew, de Amerikaanse ambassadeur in Israël. Lew adviseerde Blinken in maart om de militaire hulp aan Israël te continueren, aangezien hij had:
[…] beoordeeld dat Israël niet willekeurig door de VS verstrekte of gesteunde zendingen van voedsel en medicijnen zal weigeren, beperken of anderszins belemmeren.
Die beoordeling stond haaks op de bevindingen van USAID en het vluchtelingenbureau. Maar, blijkt nu, ook op alle Lew zelf ter beschikking staande informatie. ProPublica voert vier Amerikaanse ambtenaren of diplomaten op die vertellen hoe Lew al maanden door zijn eigen experts werd gebriefd over de Israëlische blokkade van Amerikaanse hulp aan Gaza. Sterker, hij had toegang tot dezelfde informatie als USAID.
Die informatie was echter niet welkom bij Lew, die zijn medewerkers de mond snoerde met de opmerking ‘Geen enkel land heeft ooit zoveel humanitaire hulp verleend aan zijn vijanden [als Israël]’. Voor veel ambassadestaf was dat de druppel. ‘Hij zou een prima woordvoerder voor de Israëlische regering zijn’, aldus een van hen.
In zijn rapport van 10 mei aan het Congres koos Blinken de lijn van Lew, schrijft ProPublica. Daarmee verschafte hij de regering-Biden het gewenste argument om Israël te blijven bewapenen. En wát voor argument: ‘door hogerhand geredigeerd’, en steunend op de afwijkende ‘beoordeling’ van – zover bekend – één persoon, die bovendien op de loonlijst van Blinkens ministerie staat.
Eind augustus publiceerden we een analyse van de faciliterende Amerikaanse rol in de voortdurende Israëlische agressie. ‘Zo kan het (Amerikaanse) bommen blijven regenen op Gaza’, legden we uit. Nu weten we ook hoe die door het Congres zijn geloodst.
Wie zich iets wil voorstellen bij de impact van deze uitkomst: eind augustus maakte het Israëlische ministerie van Defensie bekend dat het sinds 7 oktober 2023 vijftigduizend ton aan Amerikaans wapentuig had ontvangen, aangevoerd door vijfhonderd transportvliegtuigen en 107 vrachtschepen.