Steeds meer mensen zien af van een voorgenomen reis naar Israël, uit angst om bij aankomst als “boycotter” te worden uitgewezen. Anderen kondigen aan Israël niet meer te zullen bezoeken zolang dat land mensen met ongewenste politieke opvattingen weert.
Steeds meer mensen zien af van een voorgenomen reis naar Israël, uit angst om bij aankomst als ‘boycotter’ te worden uitgewezen. Anderen kondigen aan Israël niet meer te zullen bezoeken zolang dat land mensen met ongewenste politieke opvattingen weert. En sommigen zoeken strijdlustig de confrontatie met de grensbewaking: ‘arresteer me’.
Het heeft er alle schijn van dat de laatste maatregel in Israëls’ War on BDS contraproductief uitpakt. Op 6 maart nam de Knesset wetgeving aan die het mogelijk maakt voorstanders van een boycot van de illegale Israëlische nederzettingen in bezet Palestina uit het land te weren. Ook voorstanders van BDS (Boycot, Desinvestering en Sancties)-maatregelen tegen Israël zelf zijn persona non grata. Maar de grote winnaar van de maatregel zou weleens de BDS-beweging kunnen zijn.
‘Ik kan je verzekeren dat de wet de BDS-beweging zeer ten goede komt’, zegt de Amerikaanse professor Michael Waltzer in de Israëlische krant Haaretz. Hij is een vooraanstaand criticus van de BDS-beweging op Amerikaanse campussen, maar voorstander van een boycot van producten uit de illegale nederzettingen. Al sinds de jaren zeventig bezoekt hij Israël elk jaar, en werkte er aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Nu vraagt hij zich af of zijn voor juni geplande trip wel kan doorgaan: is hij nog wel welkom? Waltzer is niet de enige. ‘Ik krijg e-mails van mensen die kritisch staan tegenover de Israëlische regering, maar ook tegenover BDS, die me laten weten: we kunnen ons nu net zo goed bij de BDS-beweging aansluiten.’
Professor Hasia Diner, directeur van het Goldstein-Goren Center for American Jewish History van de universiteit van New York, trekt in Haaretz dezelfde conclusie: ‘Ik ben tegen academische boycots, maar dit zou me weleens tot de overtuiging kunnen brengen dat BDS de enige oplossing is.’ Diner noemt de Israëlische wetgeving ‘kinderachtig’, en onderstreept dat ‘ideeën niet te stoppen zijn, tenzij je het internet lam legt.’ Bovendien, waarschuwt ze, zijn het haar Israëlische collega’s die de werkelijke prijs betalen:
Hasia Diner:
Als ik niet meer welkom ben in Israël, goed, dan kom ik niet meer. Ik zal geen wetenschappelijke bijeenkomsten meer bijwonen, geen Israëlische archieven meer raadplegen, geen Israëlische collega’s meer ontmoeten. Maar wie beschadig je daarmee? Ik zie een soort rimpeleffect, met Amerikaanse wetenschappers die zeggen: goed, wij kunnen niet meer naar Israël, dan nodigen we onze Israëlische collega’s niet meer uit voor onze conferenties.
Ook Michael Waltzer voorziet in het verlengde van de wetgeving negatieve gevolgen voor de Israëlische samenleving: ‘Ik denk dat de Israëli’s zich zorgen moeten maken dat een regering die geen kritische buitenlandse bezoekers toelaat binnenkort ook weleens geen kritische geluiden van burgers meer zou willen tolereren.’
Haaretz laat meer ontgoochelde Amerikaans-joodse wetenschappers aan het woord, allen met diepe banden met Israël. Hun commentaar varieert van Ik constateer dat de staat Israël mij op de lijst van vijanden heeft geplaatst tot Ze willen ons tot een boycot van Israël brengen, dit is een ernstige ontwikkeling. Ik ben zeer teleurgesteld dat Israël niet op democratische wijze met kritiek kan omgaan, en mensen die het niet eens zijn met het beleid van de huidige regering weert − zionisten, vrienden van Israël, mensen die zich ten diepste verbonden voelen met het land. Israël, zo meent een ander, sluit zich op in een fort van paranoia.
Een aantal van hen laat het niet bij woorden: meer dan honderd Amerikaanse wetenschappers die werkzaam zijn op het terrein van Joodse Studies ondertekenden daags na 6 maart een petitie waarin zij verklaarden Israël niet meer te zullen bezoeken, in solidariteit met collega’s die tot persona non grata zijn verklaard. De nieuwe wetgeving is slecht voor Israël en voor de democratie, stellen zij, en slecht voor de principes waarop de vrijheid van meningsuiting en ons wetenschappelijke werk zijn gebaseerd. Zij roepen Israël op de wetgeving terug te draaien en ons te verzekeren dat onze politieke opvattingen voortzetting van onze rijke wetenschappelijke interactie met Israëlische collega’s op het terrein van Joodse Studies niet in de weg staan.
Uit andere landen klinken soortgelijke geluiden. Zoals van de Brits-joodse wetenschapper Daniel Vulkan, die zijn plan om komende zomer een paar weken in Jeruzalem aan de Conservative Yeshiva of het Pardes Institute for Jewish Studies te gaan studeren heeft laten varen. Hij is naar eigen zeggen geen BDS-aanhanger, maar laat wel producten uit de illegale nederzettingen links liggen en voelt er niets voor om kosten en moeite te investeren met het gerede risico bij aankomst in Israël te worden teruggestuurd. En van de Canadees-joodse professor Mira Sucharov, die drie jaar in Israël woonde, er familie en vrienden heeft en zich nu buitengesloten ziet vanwege haar afkeer van de Israëlische bezetting en haar steun voor een boycot van de nederzettingen. ‘Dit zou het moment kunnen zijn voor een vollediger oproep tot rechtvaardigheid, met gebruik van alle beschikbare geweldloze middelen’, stelt zij in een artikel met de veelzeggende titel Hoe het weren van boycotters van de nederzettingen mij in de armen van BDS drijft.
Ook buiten de wereld van de wetenschap is de ontgoocheling onder mensen met diepe banden met Israël groot. In veel van hun commentaren vechten ontzetting, woede en angst om voorrang. ‘Ik heb thuis altijd geleerd trots te zijn op de robuuste democratie in Israël’, vertelt de Amerikaans-joodse Simone Zimmerman in een Haaretz-video. ‘Maar het weren van mensen vanwege hun politieke opvattingen is geen teken van een erg robuuste democratie. En als ik werkelijk niet meer welkom ben in Israël komt dat hard aan, en het zal voor veel andere jonge Amerikaanse joden ook behoorlijk verwoestend zijn.’
De ontgoocheling en woede over het afgesneden worden van haar roots, haar vrienden en familieleden druipen ook van de woorden van de Amerikaanse schrijfster en journaliste Letty Cottin Pogrebin. Onder de titel Ben ik te gevaarlijk om Israël te bezoeken? doet ze de geschiedenis van haar zionistische familie, haar diepe verbondenheid met Israël en haar verdiensten voor het land uit de doeken. Zeker 25 keer bezocht ze Israël in de afgelopen veertig jaar. In die periode groeide niet alleen haar liefde voor het land, maar ook haar kritiek op het veelzijdige onrecht dat de onder bezetting levende Palestijnen wordt aangedaan: ‘Het inbreuk maken op de rechten van een volk door de joodse staat, uit naam van het joodse volk, heeft mijn geweten geraakt en me tot activisme aangezet.’
Ze sloot zich aan bij Americans for Peace Now en werd een trouw supporter van Israëlische mensenrechtenorganisaties als B’Tselem. Van recentere datum is haar besluit de boycot van de nederzettingen te steunen, een besluit dat voortkwam uit ‘wanhoop over het gebrek aan vooruitgang richting vrede en de toenemende erosie van de Israëlische democratie.’ De woorden waarmee ze haar ontgoocheling over deze ontwikkelingen en haar steun aan de boycot toelicht spreken boekdelen:
Een nederzettingenboycot is het enige geweldloze middel om de aandacht te vestigen op dit verraad aan de levenslange toewijding van mijn ouders aan het zionistische project.
Cottin Pogrebin beseft dat ze vanwege haar protest op ‘de zwarte lijst van de Israëlische regering’ belandt. Het weerhoudt haar er niet van om nog eenmaal naar Israël af te reizen. Laat ze in Tel Aviv maar het lef hebben me in mijn gezicht te zeggen dat ze me niet meer moeten, is haar boodschap:
‘Als mijn steun voor de boycot me tot een vijand van de staat maakt, dan zij dat zo. Maar net als veel andere joden die razend zijn over deze nieuwe wetgeving zal ik terugkeren, want de stichters van de staat hebben me gegarandeerd dat het land mijn toevluchtsoord is, en mijn ouders hebben me geleerd dat Israël mijn tweede thuis is. De grensbeambten zullen me in de ogen moeten kijken en mijn verhaal moeten aanhoren voor ze me voorgoed wegsturen.’
Eenzelfde strijdlust spreekt uit de ingezonden brief van de Australische Judy Bamberger in Haaretz. Ze doet sinds 1973 vrijwilligerswerk in Israël, en sinds 2001 in Palestina.
Ik dring er bij alle mensen met zelfrespect op aan: boycot producten uit de Israëlische nederzettingen, koop producten van Palestijnen. Ik arriveer op 21 maart met vlucht UA954 op de luchthaven Ben Gurion. Arresteer me.
Zonder rechtvaardigheid is er in het vredesproces geen vooruitgang mogelijk.
Tineke Lodders
Politica