Verschijnselen van racisme, segregatie en apartheid zijn in Israël aan de orde van de dag. Zo worden Palestijnse inwoners openlijk geweerd uit dorpen en steden. Deze week was het raak in Afula. De structurele ongelijkheid hangt samen met diepgewortelde denkbeelden over joodse superioriteit.
Deze week werden in de noordelijke Israëlische stad Afula demonstraties gehouden tegen de verkoop van een huis aan een ‘Arab’ (Palestijn). Zo’n 150 joodse demonstranten eisten dat Afula volledig joods blijft en dat de verkoop van huizen aan ‘ongewensten’ – Palestijnse inwoners van Israël – wordt voorkomen. Dat berichten Haaretz (€) en Middle East Eye.
Locoburgemeester Shlomo Malihi, die deelnam aan de protesten, bepleitte dat de verkoop van het huis wordt geannuleerd, zodat dit niet ‘het begin is van een gemengde stad’. Hij wees erop dat omringende steden en kibbutzim beschikken over toelatingscomité’s die Palestijnen buiten de deur houden.
Afula’s voormalige burgemeester Avi Elkabetz ging nog een stap verder. Volgens hem hebben de bewoners van de stad recht op een volledig joodse stad, en is er om die reden geen sprake van racisme. De demonstranten droegen dreigende teksten mee waarin joodse huiseigenaren werden gewaarschuwd hun panden niet aan Palestijnen te verkopen: ‘Traitors against the Jews will get no rest.’
Palestijnse leden van het Israëlische parlement reageerden geschokt op de demonstraties. Ayman Odeh merkte echter op dat Israël zevenhonderd dorpen heeft gesticht voor joden, en geen enkel voor Palestijnen. In zo’n klimaat is het feit dat Palestijnen worden buitengesloten geen verrassing meer, stelde hij.
Zijn collega Yusuf Jabareen stelde dat de demonstraties in Afula het politieke establishment op zijn grondvesten zouden moeten doen schudden: ‘Personen die geven om gelijkheid en menselijke waardigheid zouden erdoor uit hun slaap moeten worden gehouden.’ Maar, voegde hij eraan toe, ‘op racisme gebaseerde etnische superioriteit’ is in Israël een ‘legitieme realiteit’ geworden.
De Israëlische Coalitie Tegen Racisme roept personen die ‘het publiek ophitsen tegen de mogelijkheid om samen te leven’ op hun activiteiten direct te staken. Daarvoor is nodig dat ‘dappere publieke personen en politieke leiders’ opstaan en zich uitspreken, aldus de organisatie.
Het voorval in Afula staat niet op zichzelf. In 2015 vond in dezelfde stad een openbare aanbesteding plaats van stukken grond. Toen bleek dat zich onder de kopers 48 christelijke en islamitische Palestijnen bevonden, leidde dat tot demonstraties en juridische klachten. In december 2015 werd de toewijzing aan de Palestijnse kopers in eerste instantie bekrachtigd, maar in 2016 alsnog door een Israëlische rechtbank teruggedraaid.
In maart 2018 werd de aanbesteding van kavels in het nabijgelegen Kfar Vradim door de burgemeester stopgezet toen bleek dat de helft van de kopers Palestijns was. Het bleek de opmaat tot een tumultueus debat (€) over de ‘seculier-joods-zionistische natuur’ van het stadje, dat een beroep deed op de Israëlische autoriteiten om een ‘oplossing te vinden voor het behoud van de demografische balans’.
Die oplossing werd gevonden in de vorm van de ‘Wet op de Joodse natiestaat’ (Jewish Nation State Bill), die op 1 mei in de eerste van drie stemronden door het Israëlische parlement werd aangenomen. Het wetsontwerp legitimeert gemeenschappen die slechts voor joden toegankelijk zijn en waaruit niet-joden geweerd mogen worden. De wet is na de eerste stemronde geparkeerd; het is aan een volgend parlement om het ingrijpende document al dan niet aan te nemen.
Maar zoals de voorbeelden in Afula en Kfar Vradim uitwijzen, is de wet de bevestiging van een gevestigde praktijk. Daar kunnen de bedoeïenen in de Naqab-woestijn (Negev) over meepraten. Nog even en de Naqab is volledig ontdaan van alle 90 duizend bedoeïenen die er tot 1948 leefden. Net als de bedoeïenen op de Westelijke Jordaanoever worden zij gedeporteerd om plaats te maken voor Jews Only-gemeenschappen.
Dat Israël de facto trekken van een apartheidsstaat heeft, werd op 4 juni jl. ten overvloede op het hoogste politieke niveau bevestigd. Toen werd een wetsvoorstel dat gelijke rechten voor alle inwoners van Israël bepleitte door het presidium van het Israëlische parlement (Knesset) weggezet als ‘provocatie’ en als een aanval op de ‘fundamenten van de joodse staat’. Het wetsvoorstel werd uitgesloten van behandeling door het parlement. Gelijke rechten voor niet-joodse inwoners van Israël zijn onbespreekbaar.
De structurele ongelijkheid tussen joden en niet-joden hangt samen met diepgewortelde denkbeelden over joodse superioriteit. Deze week stelde parlementslid Miki Zohar van premier Netanyahu’s Likud-partij in een radio-uitzending onomwonden dat het joodse volk en het ‘joodse ras’ niet voor niets door God zijn uitverkoren; de joden zijn ‘het slimste en meest bijzondere volk ter wereld’:
The Jewish people and the Jewish race are of the highest human capital that exists. […] I don’t have to be ashamed about the Jewish people being the Chosen People; the smartest, most special people in the world. You can understand why we usually win a lot of Nobel Prizes.