Met onder andere: Israël sloopt Palestijns testcentrum voor COVID-19, CDA Ledenberaad roept op tot vredesconferentie in Den Haag, en minister Kaag schort subsidie aan Palestijnse organisatie op.
Israëlische bezettingstroepen hebben op 21 juli in Hebron (Al-Khalil) op de Westelijke Jordaanoever een testcentrum voor COVID-19 gesloopt omdat het zonder vergunning zou zijn gebouwd. De eigenaar van het land waarop het centrum was gebouwd meende wel over de benodigde vergunning te beschikken. Aan het centrum was twee maanden gewerkt.
Het centrum ligt in het C-gebied (Area C), het deel van de Westoever dat geheel door Israël wordt beheerst. Israël geeft in dit gebied vrijwel nooit bouwvergunningen af voor Palestijnse bewoners. Illegale Israëlische kolonisten daarentegen ondervinden zelden problemen bij het verkrijgen van vergunningen. Hebron ligt in het deel van de Westoever dat het zwaarst is getroffen door de COVID-19-uitbraak. De pandemie heeft in het gebied ongekende hoogten bereikt.
Op 20 juli hadden Israëlische soldaten bij een vluchtelingenkamp in de stad Jenin al een Palestijns checkpoint dat was opgezet om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan vernietigd. Daarnaast hebben Israëlische bezettingstroepen de afgelopen week onder meer in Salfit, Hebron, Bani Naim en al-Khader huizen en bedrijven van Palestijnen gesloopt.
Het Israëlische Hooggerechtshof heeft op 23 juli bepaald dat Palestijnse gedetineerden geen recht hebben op bescherming tegen het coronavirus in de vorm van social distancing. Met de uitspraak verwierp het Hof een verzoek van de mensenrechtenorganisatie Adalah, die de Israëlische autoriteiten had verzocht om COVID-19-richtlijnen te implementeren voor gedetineerden in de Gilboa-gevangenis. In Gilboa delen zes gevangenen een cel van 22 vierkante meter, een toilet en wasruimte inbegrepen. Onder deze omstandigheden is social distancing onmogelijk. In de Israëlische gevangenissen zijn volgens de laatste cijfers dertig gevangenismedewerkers en zeven gevangenen besmet met COVID-19; 489 gevangenbewaarders en 58 gevangenen zijn in quarantaine.
Israëlische militairen in burgerkleding hebben op 23 juli een twaalfjarig Palestijns jongetje uit de wijk Al-Issawiya in bezet Oost-Jeruzalem op straat opgepakt, meegenomen naar een onbekende locatie en na urenlange ondervraging weer vrijgelaten. Al-Issawiya wordt al lange tijd geteisterd door grootschalige en ogenschijnlijk willekeurige invallen door Israëlische bezettingstroepen. Ontvoeringen en arrestaties van Palestijnse burgers, onder wie veel kinderen, zijn aan de orde van de dag. Volgens de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem hebben Israëlische bezettingstroepen tussen april 2019 en april 2020 850 Palestijnen opgepakt, voornamelijk minderjarigen.
Op 25 juli is een 18-jarig Palestijns meisje bij Ya’bad op de Westelijke Jordaanoever bij een checkpoint door Israëlische bezettingstroepen gearresteerd en voor ondervraging meegenomen naar de illegale Israëlische nederzetting Ariel. Haar ouders zijn geïnformeerd dat zij minimaal vier dagen zal worden vastgehouden. Over de reden van de arrestatie is niets bekendgemaakt.
Israëlische kolonisten en bezettingstroepen hebben de afgelopen week weer ongehinderd verwoestingen aangericht in Palestijns gebied. Kolonisten staken op 27 juli delen van een moskee in Ramallah in brand en besmeurden de muren met racistische leuzen. Op 25 juli zetten kolonisten in de omgeving van Huwara olijf- en amandelbomen van Palestijnse boeren in brand. Op 23 juli richtten Israëlische kolonisten vernielingen aan in de omgeving van Nablus. De afgelopen maanden is het geweld van kolonisten tegen Palestijnen en hun eigendommen sterk toegenomen, schrijft The Times of Israel onder verwijzing naar de mensenrechtenorganisatie Yesh Din.
Israël heeft op 22 juli drie prominente Palestijnen uit de culturele sector gearresteerd. Suhail Khoury (directeur van het Edward Said Nationaal Conservatorium), Rania Elias (directeur van Jeruzalems Yabous Cultureel Centrum) en Daoul al-Ghould (directeur van het Jeruzalem Kunst Netwerk) worden door Israëlische autoriteiten beschuldigd van het financieren van terroristische organisaties. De arrestaties zijn onderdeel van een al langer durende aanval op Palestijnse individuen en maatschappelijke organisaties. De jongste arrestaties worden gezien als een nieuwe stap van de Israëlische autoriteiten om de Palestijnse cultuur uit te wissen en de Palestijnen te intimideren. De arrestaties zijn door de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) scherp veroordeeld. Euromed Monitor noemt de aanval op de culturele centra een flagrante schending van het internationaal recht.
Ook de Palestijnse historische schatten zijn niet veilig voor de bezetter. Op 21 juli roofden Israëlische troepen een meer dan 1400 jaar oud doopvont uit Bethlehem. PLO-kopstuk Hanan Ashrawi noemde de diefstal een ‘daad van koloniale plundering’.
Het CDA Ledenberaad Midden-Oosten roept het CDA in een artikel in het Nederlands Dagblad op het initiatief te nemen tot een vredesconferentie in Den Haag met betrekking tot de kwestie-Palestina/Israël. Volgens het CDA Ledenberaad leidt de huidige ‘status quo’ tot het steeds verder onderdrukken en uithollen van de rechten van het Palestijnse volk. Het Ledenberaad constateert: ‘We staan op een keerpunt. Het is waarschijnlijk de laatste kans om tot een vreedzame regeling tussen Israël en Palestina te komen op basis van het internationaal recht.’
Minister Kaag heeft de Tweede Kamer op 20 juli laten weten dat de betalingen aan een consortium waarvan de Palestijnse Union of Agricultural Work Committees (UAWC) deel uitmaakt voorlopig worden aangehouden. Reden voor deze sanctie is dat Israël twee (inmiddels ontslagen) medewerkers van UAWC ervan verdenkt lid te zijn van het Popular Front for the Liberation of Palestine (PFLP) en in die hoedanigheid betrokken te zijn geweest bij een bomaanslag op 23 augustus 2019. PFLP wordt door de EU als een terroristische organisatie beschouwd. In ieder geval een van de twee verdachten is door de Israëlische veiligheidsdienst Shin Bet zwaar gemarteld.
Opvallend is dat Nederland al sancties aan UAWC heeft opgelegd terwijl andere donoren dat niet hebben gedaan, en UAWC zelf niets met de aanslag te maken heeft. Daar komt bij dat de verdachten nog niet zijn berecht, laat staan zijn veroordeeld. Minister Kaag laat extern onderzoek verrichten naar mogelijke banden tussen UAWC en PFLP. In het verleden is van dergelijke banden niets gebleken. In een verklaring benadrukt UAWC dat zij al jaren door Israël en met het land sympathiserende organisaties wordt belasterd, met als doel subsidieverstrekkers af te schrikken en haar activiteiten te ondermijnen.
In Israël nemen de protesten tegen premier Netanyahu toe. De demonstranten eisen zijn aftreden, onder meer vanwege zijn aanpak van de COVID-19-crisis en de verdenkingen van fraude en omkoping waarvoor hij terechtstaat. Netanyahu betitelt de demonstranten als ‘linkse anarchisten die de rechtse regering en haar leider ten val willen brengen’. Hij beschuldigt Israëls belangrijkste nieuwskanaal Channel 12, dat verslag doet van de demonstraties, ervan ‘de propaganda-arm van de anarchisten’ te zijn.
Minister Ohana van Staatsveiligheid heeft de politie, in strijd met een uitspraak van het Hooggerechtshof, opgeroepen de demonstraties met harde hand te onderdrukken. President Rivlin reageerde daarop met de uitspraak dat het recht om te demonstreren in een democratie van het hoogste belang is. Vanuit de oppositie kwam ondertussen de oproep aan premier Netanyahu om minister Ohana te ontslaan.
Europese (oud-)politici en diplomaten roepen de lidstaten van de Verenigde Naties op de bijdragen aan de UNRWA, de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen, te verhogen. Zonder voldoende financiering is UNRWA niet in staat zijn mandaat naar behoren uit te voeren. Juist in deze periode van COVID-19, instabiliteit en spanning in Israël/Palestina en de omringende regio zijn de activiteiten van UNRWA harder nodig dan ooit. UNRWA is onder meer verantwoordelijk voor medische zorg, onderwijs en sociale en economische ondersteuning van Palestijnse vluchtelingen. Medio juli is nog geen financiering ontvangen voor circa vijftig procent van de geplande uitgaven voor de reguliere activiteiten in 2020. Voor de COVID-19-activiteiten in 2020 is veertig procent van de geplande (en zeer noodzakelijke) uitgaven nog niet gedekt.
Nickolay Mladenov, Speciaal Coördinator van de VN voor het Midden-Oosten Vredesproces, heeft op 21 juli in zijn periodieke rapportage nadruk gelegd op de impact van COVID-19. Ook vestigde hij opnieuw de aandacht op de wereldwijde protesten tegen de voorgenomen Israëlische annexatie van delen van de Westelijke Jordaanoever. Mladenov benoemde, naast diverse veiligheidsincidenten, verder de sterk verslechterende economische en financiële situatie aan zowel Israëlische als Palestijnse zijde. Hij sloot zijn briefing af met een hartstochtelijke oproep aan de Europese Unie, de Verenigde Staten, Rusland, de Verenigde Naties, Arabische staten, Israël en het Palestijnse leiderschap om weer serieus in gesprek te gaan en te werken aan oplossingen.