Met onder andere: Israël start vaccinatie van Palestijnse arbeiders, Pensioenfonds Nieuw-Zeeland desinvesteert uit Israëlische banken, Israël verhindert tentoonstelling Palestijnse traditionele kleding op internationale vrouwendag.
Israël is begonnen met het toedienen van COVID-19 vaccins aan Palestijnen die in Israël en de illegale kolonies op de bezette Westelijke Jordaanoever werken. Volgens het Israëlische ministerie van Defensie hebben ongeveer 122.000 Palestijnen een vergunning om in Israël of in de kolonies te werken. Op 8 maart, de eerste dag van de vaccinatiecampagne, zijn er zo’n 5000 vaccinaties toegediend. De Palestijnse arbeiders kunnen zich op acht locaties laten inenten. Op elke locatie hopen de Israëlische autoriteiten dagelijks duizend mensen van een prik te voorzien.
Israël loopt wereldwijd voorop wat betreft het vaccineren van de eigen bevolking, maar lag onder vuur omdat het de ongeveer 5,2 miljoen Palestijnen die onder Israëlische bezetting op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza wonen niet had opgenomen in de vaccinatieplanning. Onder het internationaal recht is Israël, als bezettende mogendheid, verplicht zorg te dragen voor de gezondheid van de bezette bevolking. Israël beargumenteerde echter dat het vaccineren tegen COVID-19 de verantwoordelijkheid was van het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid. COGAT, de militaire liaison van Israël met de Palestijnen, kondigde vorige week het initiatief aan om in ieder geval Palestijnen met een Israëlische werkvergunning te vaccineren.
Voor Palestijnen die niet werkzaam zijn in Israël of in de kolonies is de situatie nog altijd benauwd. Er zijn momenteel 17.989 actieve coronavirusgevallen op de Westelijke Jordaanoever, een van de hoogste niveaus sinds het begin van de pandemie. Grote delen van de Westoever zijn afgelopen weekend in lockdown gegaan om de stijgende infectiecijfers onder controle te krijgen. Ziekenhuizen in Ramallah en Bethlehem bereikten hun volledige capaciteit. Terwijl Israël meer dan 5 miljoen van zijn burgers heeft ingeënt, heeft de Palestijnse Autoriteit nog geen enkele grote levering vaccins ontvangen. Van de doses die Ramallah bereikten, werd naar verluidt een aanzienlijk aantal verdeeld onder degenen die nauwe banden hebben met de Palestijnse Autoriteit.
Na een lange periode van vooronderzoek stelt het Internationaal Strafhof een officieel onderzoek in naar de ‘situatie in Palestina’. Dat maakte hoofdaanklaagster Fatou Bensouda op 3 maart bekend. Het onderzoek spitst zich toe op mogelijke Israëlische en Palestijnse oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, begaan sinds 13 juni 2014 in door Israël bezet gebied.
Daarbij zal met name worden gekeken naar de grootschalige Israëlische aanval op Gaza in 2014 (‘Operation Protective Edge’), de raketbeschietingen door Hamas en andere Palestijnse groeperingen op Israël, het doden en verwonden van Palestijnse betogers in Gaza door Israëlische scherpschutters tijdens de ‘Grote Mars van Terugkeer’-demonstraties in 2018 en 2019, en de Israëlische kolonisering van de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem.
Lees hier meer in ons artikel over het onderzoek van het Strafhof en hoe er in Palestina en Israël op gereageerd werd.
De Amerikaanse vicepresident Kamala Harris heeft tijdens een telefoongesprek met de Israëlische premier Netanyahu op 4 maart bevestigd dat de regering-Biden geen voorstander is van het onderzoek van het Internationaal Strafhof naar mogelijke oorlogsmisdaden in de bezette Palestijnse gebieden. Harris is het met Netanyahu eens dat het Strafhof geen jurisdictie heeft over Israëlisch militair personeel. Het telefoongesprek, dat plaatsvond op de dag nadat hoofdaanklaagster Bensouda het officiële onderzoek bekendmaakte, was het eerste gesprek van Harris met Netanyahu sinds Harris en Biden in januari aantraden.
Het Amerikaanse standpunt met betrekking tot het onderzoek van het Strafhof naar mogelijke oorlogsmisdaden begaan in de Palestijnse gebieden kwam op 3 maart ook ter sprake tijdens een persconferentie van Ned Price, woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Price gaf aan teleurgesteld te zijn in het besluit van het Strafhof en ontkende dat het Strafhof jurisdictie had over Israël. Op de vraag van Matt Lee, een journalist van AP, waar de Palestijnen dan heen moesten gaan om Israël ter verantwoording te roepen wist Price geen antwoord te geven. De vastberadenheid van Lee, die zijn vraag twaalf keer herhaalde maar geen duidelijk antwoord kreeg, kon rekenen op veel waardering op sociale media.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken heeft aangegeven dat de regering-Biden de controversiële IHRA-definitie van antisemitisme ‘enthousiast omarmt’. In een brief van 23 februari aan Richard Heideman, voorzitter van de American Zionist Movement, schrijft Blinken dat ‘ook de voorbeelden’ van de definitie, zoals het toepassen van een dubbele standaard ten opzichte van Israël, voor de Amerikaanse regering belangrijk zijn.
Op onze website is veelvuldig stilgestaan bij de schadelijke dimensie van de IHRA-definitie en het misbruik dat ervan wordt gemaakt om personen en organisaties die kritiek hebben op Israël of opkomen voor Palestijnse rechten verdacht te maken en de mond te snoeren. Zo schreven we eerder: ‘De door de Israël-lobby gepushte definitie heeft minder te maken met de bescherming van joden dan met de verdediging van Israëls politiek van bezetting, kolonisering en overheersing.’
In de brief aan Heideman schrijft Blinken verder dat de Verenigde Staten een sterke partner zal zijn in de strijd tegen de delegitimering van Israël in de internationale gemeenschap. Bovendien zal de Verenigde Staten zich blijven inzetten voor een tweestatenoplossing ‘waarbij een Joods en democratisch Israël in vrede, welvaart, veiligheid en vrijheid zij aan zij kan leven met een levensvatbare Palestijnse staat’, aldus Blinken.
Het Israëlische hooggerechtshof heeft op 4 maart de bouw van een lift goedgekeurd bij de Ibrahimi-moskee in Hebron. De lift mag alleen door Israëlische kolonisten gebruikt worden. Volgens Imad Hamdan, directeur van de Hebron Reconciliation Committee, is de bedoeling van de bouw van de lift om een zo groot mogelijk deel van de moskee en bijbehorende gronden alleen toegankelijk te maken voor kolonisten. Voor de bouw van de lift wordt rond de driehonderd meter van de binnentuin van de moskee, die eigendom is van de gemeente Hebron en het Palestijnse Waqf-fonds, in beslag genomen.
De Ibrahimi-moskee is een heilige plek binnen het christendom, de islam en het jodendom. Tot 1994 werden de moskee en het gebied eromheen beheerd door moslims. Het complex was volledig in gebruik als moskee, maar open voor alle bezoekers. Sinds 1994 is het complex echter strikt gescheiden, nadat de extremistische kolonist Baruch Goldstein moslims aanviel tijdens het vrijdaggebed tijdens de Ramadan. Daarbij kwamen 29 van hen om het leven en raakten meer dan honderd aanwezigen gewond.
Het nationale pensioenfonds van Nieuw-Zeeland heeft investeringen in vijf Israëlische banken stopgezet vanwege hun rol in de financiering van illegale Israëlische kolonies op de bezette Westelijke Jordaanoever. Het zogenoemde Super Fund, dat beschikt over een portefeuille van $33 miljard, concludeerde in een beoordeling dat het houden van aandelen in de Israëlische banken in strijd zou zijn met het eigen beleid voor verantwoord beleggen. Als rechtvaardiging voor het besluit noemt het pensioenfonds Nieuw-Zeelands stem voor VN-resolutie 2334, die de illegaliteit van de Israëlische kolonies bevestigt, evenals verklaringen van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu dat hij van plan is door te gaan met grootschalige annexaties van bezet Palestijns gebied.
De vijf uitgesloten banken zijn de First International Bank of Israel, Israel Discount Bank, Bank Hapoalim, Bank Leumi and Bank Mizrahi-Tefahot. In een rapport uit 2018 documenteerde Human Rights Watch de essentiële rol die Israëlische banken spelen bij de opbouw van de illegale Israëlische kolonies en bij grootschalige schendingen van de Palestijnse mensenrechten. Om dezelfde redenen besloot ABP, het grootste Nederlandse pensioenfonds, in 2020 de investeringen in Bank Leumi en Bank Hapoalim te staken.
Het is niet de eerste keer dat het Nieuw-Zeelandse Super Fund desinvesteert in Israëlische bedrijven. De Israëlische wapenfabrikanten Elbit Systems en Ashot, en de in de kolonies werkzame bouwbedrijven Africa-Israel en Shikun & Binui staan al op de zwarte lijst.
Een rechtbank in Jeruzalem heeft op 3 maart geoordeeld dat zeven gezinnen uit de wijk Sheikh Jarrah in het bezette Oost-Jeruzalem hun huizen per 1 augustus moeten verlaten. Het is de tweede keer in korte tijd dat de rechtbank een aantal Palestijnse families tegelijkertijd hun huizen ontneemt, ten gunste van Israëlische kolonisten. Op 16 februari werd bekend dat de huizen van een zestal Palestijnse families in beslag worden genomen. De rechtbank in Jeruzalem heeft daarmee in minder dan een maand goedkeuring verleend voor de uithuiszetting van 58 mensen, waaronder 17 kinderen.
Peace Now schrijft in een verklaring dat de beslissing van de rechtbank ‘deel uitmaakt van een georganiseerde beweging met als doel de Palestijnse gemeenschap van zijn woningen te ontdoen en in plaats daarvan een nederzetting in Sheikh Jarrah te vestigen’. Een groot aantal Palestijnen dat in Sheikh Jarrah en de nabijgelegen wijk Batan al-Hawa woont is de afgelopen jaren doelwit geweest van deze beweging. Volgens Sami Arsheid, de advocaat die de uitgezette families vertegenwoordigt, is de kwestie van de uitzettingen in Sheikh Jarrah en Silwan onderdeel is van de klachten die de Palestijnen hebben ingediend bij het Internationaal Strafhof in Den Haag.
Drie Palestijnse vissers zijn op 7 maart om het leven gekomen toen hun boot explodeerde voor de kust van Gaza. Volgens het Palestinian Center for Human Rights is de explosie waarschijnlijk veroorzaakt door een Palestijnse raket die als onderdeel van een militaire oefening vanuit Gaza werd afgevuurd. Nizar Ayash, voorzitter van de Vereniging van Vissers in Gaza, zei dat de drie vissers werden geraakt door een projectiel in de buurt van Khan Younis. Hij identificeerde de vissers als Yahya Mustafa al-Laham, en de broers Hamdi en Zakaria Higazi al-Laham.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Gaza gaat onderzoek doen naar het incident. Ook de militaire tak van Hamas heeft aangegeven de omstandigheden omtrent de explosie te gaan onderzoeken. De resultaten van het onderzoek naar het ‘pijnlijke incident’ worden zo snel mogelijk gepubliceerd, aldus Hamas. Hamas vuurt regelmatig raketten af op de zee om hun militaire capaciteiten te testen en als machtsvertoon.
De Israëlische politie heeft op 8 maart een evenement in een vrouwencentrum in Oost-Jeruzalem ter gelegenheid van Internationale Vrouwendag opgebroken. Volgens de politie was de tentoonstelling van door vrouwen gemaakte traditionele Palestijnse kleding en objecten een evenement van de Palestijnse Autoriteit, en daarmee volgens de wet illegaal. ‘Het ministerie van Openbare Veiligheid vaardigde een bevel uit waarin het [evenement] als zodanig werd verklaard, en de politie voerde het bevel uit’, aldus een woordvoerder van de politie.
Volgens Sabreen Sayyad, een van de organisatoren van het evenement, werden Ikhlas Sayyad, de voorzitter van het vrouwencentrum, en klerenontwerper Manal Abu Sbeitan gearresteerd. Ook werden kleren en tentoongestelde voorwerpen in beslag genomen.
Khalida Jarrar, een Palestijns parlementslid namens de PFLP, is op 1 maart tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens ‘lidmaatschap van een terroristische organisatie’. Jarrar zit sinds 31 oktober 2019 in administratieve detentie en heeft dus nog acht maanden celstraf voor de boeg. Ze kreeg ook een boete van vierduizend shekel (ruim duizend euro).
Jarrar is een een politieke activist die zich onomwonden tegen de bezetting uitspreekt, en een bekend figuur op het Palestijnse politieke toneel. Ze is jarenlang actief als pleitbezorger voor de rechten van Palestijnse gevangenen, sociale wetgeving en verbetering van de status van vrouwen in Palestina. Jarrar werd opgepakt in verband met de moord op de Israëlische Rina Schnerb, samen met circa vijftig andere Palestijnen. Uit de veroordeling blijkt dat ze daar niets mee te maken had en de moord op Schnerb een voorwendsel was.
Volgens Addameer, een mensenrechtenorganisatie die zich inzet voor Palestijnse gevangenen, is de veroordeling van Jarrar een voorbeeld van hoe de Israëlische bezetting zijn pijlen richt op Palestijnse politieke activisten. ‘De beslissing van de rechtbank is het bewijs van de integrale rol van het Israëlische militaire rechtssysteem in het bewerkstelligen van een alomvattend Israëlisch apartheidsapparaat. In werkelijkheid worden Palestijnse politieke leiders routinematig gearresteerd en vastgehouden als onderdeel van een voortdurende Israëlische poging om de Palestijnse uitoefening van politieke soevereiniteit en zelfbeschikking te onderdrukken’, aldus Addameer.
In een nieuw rapport van de Britse mensenrechtenorganisatie War on Want wordt uitgebreid beschreven hoe de militaire rechtbanken een centraal element vormen van het Israëlische bezettingsregime. Dat rapport, getiteld ‘Judge, Jury and Occupier’ is hier te lezen.