Israël trekt de teugels van repressie strakker aan. Zo wordt het delen van bewijs met het Internationaal Strafhof strafbaar gesteld, en krijgen ngo’s een draconische belasting opgelegd over hun buitenlandse financiering.
Die doelen zijn vervat in twee nieuwe wetsvoorstellen die dezer dagen door het Israëlische parlement (Knesset) worden geloodst.
Onder het eerste wetsvoorstel, ingediend door Likud-parlementariër Amit Halevi, wordt het delen van informatie met het Internationaal Strafhof over Israëlische militaire operaties strafbaar gesteld. De wet moet Israëlische militairen beschermen tegen ‘onrechtmatige vervolging’, maar komt in de praktijk neer op een juridisch slot op de deur: wie Israëlische oorlogsmisdaden aankaart, loopt zelf risico op vijf jaar celstraf.
De timing van het wetsvoorstel spreekt boekdelen. Het Strafhof vaardigde in november arrestatiebevelen uit voor de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en voormalig minister van Defensie Yoav Gallant. Zij worden beschuldigd van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in Gaza. Israël erkent de jurisdictie van het Hof niet. Volgens Halevi is het Strafhof ‘antisemitisch’.
Het tweede wetsvoorstel, ingediend door Likud-parlementariër Ariel Kallner, is gericht tegen kritische Israëlische ngo’s die (deels) worden gefinancierd door buitenlandse organisaties of overheden. Tot dusver zijn ngo’s geen belasting verschuldigd over die financiering. Onder de nieuwe wet krijgen zij daarover een belasting van 80 procent opgelegd. Daarnaast bepaalt de wet dat Israëlische rechtbanken bezwaarschriften van die ngo’s zonder inhoudelijke behandeling mogen afwijzen.
De wet raakt een breed scala aan ngo’s, waarvan vele een cruciale rol spelen bij het documenteren van mensenrechtenschendingen en het bieden van juridische en humanitaire ondersteuning aan kwetsbare bevolkingsgroepen. Daaronder bijvoorbeeld B’Tselem, een mensenrechtenorganisatie die Israëlische schendingen in de bezette gebieden documenteert. Ook Breaking the Silence, dat getuigenissen verzamelt van voormalige Israëlische soldaten over militaire operaties, dreigt zijn financiering grotendeels te verliezen. Maar ook organisaties die zich inzetten voor vrouwenrechten, LHBTQ+-rechten en asielzoekers, zoals ASSAF en The Hotline for Refugees and Migrants, worden door de wet in hun voortbestaan bedreigd.
De wet laat ngo’s die het regeringsbeleid steunen, zoals het Kohelet Policy Forum, buiten schot. Deze denktank, die de regering adviseert en zich inzet voor de annexatie van de Westelijke Jordaanoever, wordt gefinancierd door (buitenalndse) privé-donateurs. Zo wordt duidelijk dat de wet niet is bedoeld om ‘buitenlandse inmenging’ tegen te gaan, maar om verzet tegen het Israëlische regeringsbeleid te muilkorven.
In mei 2023 werd een vergelijkbaar wetsvoorstel dat voorzag in een belastingtarief van 65 procent onder internationale druk ingetrokken. Maar inmiddels is de geopolitieke situatie veranderd. Met Donald Trump terug in het Witte Huis voelt Israël zich gesterkt om vérgaande maatregelen door te voeren zonder angst voor diplomatieke repercussies. Waar de regering-Biden nog probeerde een rem te zetten op de meest extreme beleidsvoornemens van Netanyahu’s coalitie, is die invloed met de terugkeer van Trump verdwenen.
De wetsvoorstellen passen in een breder antidemocratisch patroon dat al veel langer zichtbaar is. Zo werd in juli 2018 de ‘wet op de natiestaat’ aangenomen die de ondergeschiktheid van niet-Joodse inwoners – apartheid – verankerde.
In juli 2023 voltooide de Israëlische regering de eerste etappe van wat een ‘juridische coup’ wordt genoemd. Ondanks massale protesten nam het parlement een wet aan die de invloed van de rechterlijke macht inperkt. Diezelfde maand volgde wetgeving die het Joodse gemeenten toestaat om Palestijnen en andere ongewenste inwoners te weren. Protest daartegen bleef uit.
In mei 2024 bleek de Israëlische ondermijning van de rechtsorde ook internationale dimensies te hebben. Journalistiek onderzoek wees uit dat Israël al sinds 2015 een campagne van spionage en intimidatie voerde tegen het Internationaal Strafhof.