Bij protesten in de Gazastrook zijn vrijdag door Israëlische scherpschutters zeven Palestijnen gedood, onder wie twee kinderen van 12 en 14 jaar.
Vrijdag werden in de Palestijnse Gazastrook voor de 27e opeenvolgende week massale demonstraties gehouden onder de noemer ‘Grote Mars van Terugkeer’. Sinds 30 maart demonstreren de Palestijnen elke vrijdag tegen de Israëlische blokkade van de Gazastrook, en voor het recht van terugkeer van Palestijnse vluchtelingen naar de woonplaatsen waaruit zij en hun families in 1947-1949 en 1967 door Israël werden verdreven.
Bij de protesten van afgelopen vrijdag werden op verschillende plaatsen langs het zogenoemde ‘grenshek’ zeven Palestijnen gedood en raakten er 506 gewond. Onder de doden zijn twee kinderen van 12 en 14 jaar, die door Israëlische scherpschutters in hun hoofd respectievelijk borst werden geschoten. Negentig Palestijnen liepen schotwonden op.
Volgens een Israëlische legerwoordvoerder werd door de demonstranten met ‘explosieven’ en stenen gegooid, en werden autobanden verbrand. Ook zouden ballonnen met brandbaar materiaal zijn opgelaten waardoor aan de Israëlische kant van het grenshek zes branden ontstonden. Verschillende Palestijnen zouden het hek zijn gepasseerd alvorens terug te keren naar Gaza.
Een woordvoerder van het Palestijnse ministerie van Gezondheid in Gaza sprak van een van de bloederigste en meest gewelddadige optredens van het Israëlische leger sinds het begin van de wekelijkse demonstraties op 30 maart. Israël hanteert een open-fire policy die haaks staat op internationale rechtsregels en verdragen. Volgens Amnesty International is sprake van Israëlische oorlogsmisdaden.
Volgens tellingen van The Rights Forum werden tijdens de Grote Mars van Terugkeer-demonstraties in Gaza sinds 30 maart 192 Palestijnen gedood. Daarnaast raakten zeker 17.500 Palestijnen gewond of verminkt.
Diverse mensenrechtenorganisaties hebben de omstandigheden waaronder Israël sinds 30 maart Palestijnse demonstranten heeft gedood, gedocumenteerd. Zowel Human Rights Watch als Amnesty Internationational concluderen dat in geen enkel geval sprake was van een ‘directe bedreiging’ die de inzet van dodelijk geweld door Israël zou rechtvaardigen. Onderzoek door de organisatie Al-Mezan wijst uit dat geen enkele van de gedode Palestijnen gewapend was.
De mensenrechtenorganisaties spraken zich afgelopen maandag uit tijdens een vergadering van de VN-Mensenrechtenraad (UNHRC) in Genève. Die raad nam op 18 mei met overweldigende meerderheid een resolutie aan om onderzoek in te stellen naar de omstandigheden rond de bloedbaden die Israël sinds 30 maart in Gaza heeft aangericht. Alleen al op 14 mei werden circa zestig Palestijnse demonstranten gedood.
Volgens het Palestijnse persbureau Wafa werden vrijdag de volgende zeven Palestijnen door Israëlische militairen gedood: Nasir Azmi Misbah (12) en Muhammad Ali Inshasi (18) werden gedood bij het grenshek nabij Khan Yunis in de zuidelijke Gazastrook; Iyad Khalil Ahmad al-Sha’ir (18), Muhammad Bassam Shakhsah (24) en Muhammad Walid Haniyyah (24) werden gedood bij het grenshek nabij Gaza-Stad in de noordelijke Gazastrook; Muhammad Nayif Al-Hawm (14) en Muhammad Ashraf Al-‘Awawidah (23) werden gedood bij het grenshek ter hoogte van het vluchtelingenkamp Al-Burayj in de centrale Gazastrook.
In 2018 kwamen tot dusver 253 Palestijnen door Israëlisch geweld om het leven: 229 in Gaza en 24 op de Westelijke Jordaanoever, inclusief Jeruzalem. In 2017 kwamen 93 Palestijnen om door Israëlisch geweld.