Hij laat zich erop voorstaan ‘zonder voorwaarden vooraf’ met de Palestijnen over vrede te willen praten, maar dinsdag bewees de Israëlische premier Netanyahu eens temeer het tegendeel: in een radio-interview stapelde hij de ene voorwaarde op de andere.
In het interview stelde Netanyahu onder meer dat Israël de ‘militaire en veiligheidscontrole over de Westelijke Jordaanoever’ nooit zal opgeven, melden Israëlische kranten. Volledige Israëlische terugtrekking is volgens de premier uitgesloten. Voortzetting van de bezetting ‘is noodzakelijk om het bestaan van Israël te verzekeren’. Daarmee zei Netanyahu met zoveel woorden dat de Palestijnen een streep moeten zetten door hun recht op zelfbeschikking in een soevereine staat Palestina. En anders vrede kunnen vergeten.
In één moeite door stelde hij dat het juist de Palestijnen zijn die de ‘door Israël nagestreefde werkelijke vrede’ blokkeren door te weigeren Israël ‘binnen welke grenzen dan ook’ te erkennen. Daarmee ging hij voorbij aan het feit dat de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO), in haar hoedanigheid van internationaal erkende vertegenwoordiger van het Palestijnse volk, Israël al in 1993 officieel heeft erkend. Israël daarentegen weigert tot op de dag van vandaag Palestina te erkennen en doet er alles aan om andere landen van erkenning te weerhouden. Het erkende in 1993 slechts de PLO als vertegenwoordiger van de Palestijnen.
Voor Netanyahu is de erkenning van Israël door de PLO, nadien gevolgd door de expliciete erkenning van Israël ‘binnen de grenzen van 1967’ door de Palestijnse president Mahmud Abbas, niet genoeg. In het interview herhaalde hij de mantra die hem sinds enkele jaren voor in de mond ligt: Abbas dient Israël te erkennen als het ‘thuisland van het joodse volk’. Het is een eis die Israël aan geen enkele andere staat stelt, en zelden was Netanyahu openhartiger over de achterliggende bedoeling ervan: door Israël als ‘joodse staat’ te erkennen doen de Palestijnen afstand van het recht van terugkeer van de driekwart miljoen Palestijnen (en hun nakomelingen) die in in 1948 door joodse strijdgroepen van huis en haard zijn verdreven. En dat is waar het Netanyahu om te doen is.
Netanyahu deed er nog een schepje bovenop door te stellen dat niet de Israëlische bezetting en illegale kolonisering van Palestijns land – die komende week de mijlpaal van vijftig jaar bereiken – het probleem is tussen Israëli’s en Palestijnen, maar de dreiging voor de bezettende mogendheid die uitgaat van de Palestijnen. Al vóór de bezetting, stelde hij, ‘they wanted to get rid of us from Tel Aviv, and after we pulled out of Gaza [in 2005] they [still] want to get rid of us from Tel Aviv’.
Netanyahu demonstreerde in het interview eens temeer de omkering van zaken waarop hij het patent heeft. Niet de oppermachtige bezetter valt iets te verwijten, het is de onderdrukte bevolking die de bezettende mogendheid ‘in haar voorbestaan bedreigt’. De Palestijnen dienen zich daarom te schikken in een oneindige bezetting en blijvend afstand te doen van internationaal erkende rechten. Stemmen zij daarmee in, en doen ze tevens afstand van Oost-Jeruzalem en de grote ‘nederzettingenblokken’, dan is Netanyahu bereid ‘zonder voorwaarden vooraf over vrede te onderhandelen’. Doen ze dat niet, dan zijn ze geen partner for peace.
De eisen die Netanyahu stelt zouden door niemand worden geaccepteerd – door Israël zelf al helemaal niet. De Israëlische premier weet heel goed dat ook de Palestijnen geen afstand zullen doen van hun elementaire rechten, noch de bezetter langer op hun grondgebied willen dulden. Zijn eisen hebben geen ander doel dan iedere poging om tot de internationaal gewenste ‘rechtvaardige vrede’ te komen te saboteren. Eens temeer demonstreerde Netanyahu dat juist híj geen partner for peace is.