Volgens de voorlopige verkiezingsuitslag behaalden de partijen die de Israëlische bezetting van Palestijns gebied steunen op 17 maart negen zetels meer dan de partijen die tegen de bezetting zijn. Voor de laatste wordt het moeilijk het beleid te beïnvloeden. Middenpartij CDA behield ondanks verlies een sleutelpositie.
De partijen die doorgaans de Israëlische bezetting van Palestijns gebied steunen krijgen volgens de voorlopige uitslag gezamenlijk zeventig zetels. Dat is een winst van zeven zetels ten opzichte van de samenstelling van de Tweede Kamer aan het eind van de vorige kabinetsperiode (Rutte III), maar zes zetels te weinig voor een meerderheid in de Kamer. Net als onder Rutte III zijn de partijen daarvoor aangewezen op steun van middenpartij CDA, die 15 zetels behaalde. Ondanks een verlies van vier zetels behoudt het CDA zijn sleutelpositie op het dossier-Palestina/Israël.
De partijen die tegen de bezetting zijn zagen hun mogelijkheden om invloed op het beleid uit te oefenen verslechteren. Zij leverden gezamenlijk vijf zetels in en komen uit op een totaal van 61. Ook zij blijven voor een Kamermeerderheid afhankelijk van het CDA. Mocht bij het vaststellen van de definitieve verkiezingsuitslag hun gezamenlijke score één zetel lager uitvallen, dan volstaat zelfs de steun van de christendemocraten niet voor een Kamermeerderheid. In dat geval hebben zij ook de steun van een van twee nieuwkomers in de Kamer nodig: Volt (drie zetels) of BoerBurgerBeweging (BBB, één zetel). De definitieve uitslag wordt vrijdag 26 maart door de Kiesraad bekendgemaakt.
Op grond van hun standpunten en activiteiten in de Tweede Kamer verdelen wij de partijen in de Kamer traditioneel in drie blokken: pro-bezetting, anti-bezetting en ‘midden’. De pro-bezettingpartijen stimuleren beleid dat de bestaande situatie in Palestijns gebied – bezetting, kolonisering, ongelijkheid, Palestijnse rechteloosheid – ten goede komt. Tot dit blok behoren de VVD, PVV, ChristenUnie, SGP, Forum voor Democratie (FvD) en nieuwkomer JA21.
De anti-bezettingpartijen streven er juist naar de bestaande situatie te doorbreken en een eind te maken aan de groei van de illegale Israëlische kolonies (‘nederzettingen’), de sloop van Palestijnse bezittingen en ander onrecht. Dit blok bestaat uit acht partijen: D66, SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, DENK, nieuwkomer BIJ1 en, in ieder geval in de vorige kabinetsperiode, 50Plus.
Het middenblok bestaat uit partijen die niet duidelijk tot een van de andere kampen kunnen worden gerekend. Naast het CDA rekenen wij Volt en BBB daar vooralsnog toe. Van deze partijen is nog onduidelijk hoe zij zich op het dossier-Palestina/Israël zullen opstellen.
Zoals uit het diagram op onze Tweede Kamerpagina is af te lezen, was aan het eind van de vorige kabinetsperiode het anti-bezettingblok (66 zetels) groter dan het pro-bezettingblok (63 zetels). Na de verkiezingen van 17 maart 2021 zijn de rollen omgedraaid, zo blijkt uit het diagram hieronder. (Opgemerkt zij dat de zetelverdeling aan het eind van Rutte III afweek van de verkiezingsuitslag van 2017. Zo verloor de Partij voor de Dieren feitelijk een van de in 2017 behaalde vijf zetels doordat Femke van Kooten-Arissen zich in 2019 afsplitste, en 50Plus een van de behaalde vier zetels toen Henk Krol in 2020 de fractie verliet. Wij vergelijken in dit artikel de verkiezingsuitslag van 17 maart 2021 met de situatie aan het eind van Rutte III, zoals weergegeven op onze Tweede Kamerpagina.)
De winst van het pro-bezettingblok komt vooral voor rekening van FvD, dat zes zetels won, en van de FvD-afsplitsing JA21, dat met drie zetels in de Kamer komt. Mede dankzij de winst van de VVD (plus twee zetels) werd het verlies van de PVV (min drie) meer dan gecompenseerd.
Binnen het anti-bezettingblok incasseerden GroenLinks (min zes zetels), de SP (min vijf) en 50Plus (min twee) harde klappen. De winst van D66 (plus vijf) en de PvdD (plus twee), en de entree van BIJ1 in de Kamer met één zetel, wogen daar niet tegenop.
Onbekend is op dit moment nog wie binnen de Kamerfracties de portefeuille buitenland krijgen. Zeker is wel dat enkele bekende buitenlandwoordvoerders niet in de Kamer terugkeren. Sadet Karabulut (SP), Bram van Ojik (GroenLinks), Sven Koopmans (VVD) en Joël Voordewind (ChristenUnie) stelden zich niet opnieuw verkiesbaar.
Ook de PvdA krijgt een nieuw buitenlandgezicht. Lilianne Ploumen vervulde die rol de afgelopen vier jaar, maar zij volgde in januari partijleider Lodewijk Asscher op, die zich vanwege zijn rol in de toeslagenaffaire terugtrok. Mogelijk wordt Ploumen als buitenlandwoordvoerster opgevolgd door Kati Piri of Kirsten van den Hul, hoewel de laatste als nummer twaalf op de kandidatenlijst alleen in de Kamer terugkeert als zij voldoende voorkeurstemmen heeft behaald. Vrijdag 26 maart, als de Kiesraad de verkiezingsuitslag officieel bekendmaakt, wordt duidelijk of dat gelukt is.
Dat moment wacht ook CDA’er Martijn van Helvert in spanning af. De afgelopen vier jaar was hij de buitenlandwoordvoerder van de CDA-fractie. Op de kandidatenlijst stond hij op plaats 25, zodat alleen een fors aantal voorkeurstemmen hem opnieuw een zetel in de Kamer kan opleveren.