Israël past buitensporig geweld toe tegen de burgerbevolking van Gaza. De gevolgen zijn gruwelijk, maar het land wordt geen strobreed in de weg gelegd. Ook de Nederlandse regering staat het Israëlische geweld toe.
Elke vrijdag is het raak. Al sinds maart 2018 wordt er in Gaza, bij het ‘grenshek’ met Israël, massaal gedemonstreerd. De ’Grote Mars van de Terugkeer’ herinnert niet alleen aan het recht van Palestijnse vluchtelingen om terug te keren naar hun land; er wordt vooral ook geprotesteerd tegen de nu al elf jaar durende blokkade van Gaza. De respons van Israël is bruut: het toebrengen van zoveel mogelijk en zo ernstig mogelijk letsel bij een groot aantal Palestijnse demonstranten.
Amnesty International analyseerde een aantal gevallen met dodelijke afloop, waarbij de slachtoffers veelal in het hoofd of de borst werden geschoten, sommigen van achteren. Ooggetuigenverslagen en audiovisueel bewijs suggereren dat veel demonstranten bewust werden vermoord of verwond, terwijl zij geen directe bedreiging vormden voor de op hen schietende Israëlische militairen.
Veel gewonden hebben schotwonden in het onderlichaam, vooral in de knieën. Volgens een telling van persbureau AP uit december 2018 werden tijdens de protesten 175 Palestijnen doodgeschoten; 10.511 demonstranten hadden medische hulp nodig, van wie zestig procent vanwege schotwonden in het onderlichaam. Volgens een telling van de Verenigde Naties is het aantal gedode Palestijnen intussen opgelopen tot 190.
Medisch personeel in Gaza stelt dat Israël zogenaamde ‘vlinderkogels’ of ‘dum dum-kogels’ inzet. Dit soort kogels explodeert in het lichaam. Omar Shakir, directeur van Human Rights Watch in Israël/Palestina, stelt echter tegenover The Rights Forum dat hier geen bewijs voor is gevonden. Wel staat vast dat Israël wapens met een hoge kogelsnelheid inzet in een situatie waarin dit niet gebruikelijk is. Shakir: ‘We zien letsel dat gebruikelijk is in oorlogen, niet in situaties waarin de orde moet worden gehandhaafd.’
Zijn conclusie komt overeen met de bevindingen van organisaties als Amnesty International en Artsen zonder Grenzen. Amnesty berichtte al in april 2018 dat artsen in Gaza-stad uitzonderlijke verwondingen behandelden, waaronder uitgangswonden ter grootte van een vuist. Artsen zeggen dit soort ernstige verwondingen niet te hebben gezien sinds de Gaza-oorlog in 2014.
Veel patiënten hebben grote schade aan botten en weke lichaamsdelen. De verwachting is dat velen van hen verdere complicaties, zoals infecties en een blijvende fysieke handicap, zullen ondervinden. Ook hebben artsen schotwonden aangetroffen waarbij plastic achterblijft in het lichaam; dergelijke munitie veroorzaakt geen uitgangswond.
Amnesty stelt dat vooral het grote aantal schotwonden in knieën, waarbij de kans op kogelfragmentatie wordt verhoogd, suggereert dat het Israëlische leger erop uit is om levenslange schade aan te richten. Volgens militaire experts en een forensisch patholoog zijn veel wonden veroorzaakt door Israëlische Tavor-geweren (5.56 mm munitie) en Amerikaanse Remington-scherpschuttersgeweren (7.62 mm munitie).
Volgens Ashraf al-Qedr, woordvoerder van Gaza’s ministerie van Gezondheid, zijn deze wapens de dodelijkste die Israël ooit tegen burgers heeft gebruikt. Als bijvoorbeeld noemt hij de gedode journalisten Yasir Murtaja en Ahmad Abu Hussein; beiden werden in de maag geschoten, waarbij organen volledig werden verpulverd.
Medici van Artsen zonder Grenzen (AzG) rapporteerden al in april 2018 dat de verwondingen bij demonstranten in Gaza moeilijk te behandelen zijn. Hun conclusie komt overeen met die van Amnesty International: er is extreem veel schade aangericht aan botten en weke lichaamsdelen. Een van de artsen vertelde dat ‘in de helft van de gevallen het bot volledig tot stof is vergaan’. In december 2018 waren al 94 amputaties uitgevoerd, meldt Al-Jazeera.
In november sloeg AzG alarm toen duizenden Gazanen noodhulp nodig bleken te hebben om botinfecties (osteomyelitis) te behandelen. Onbehandelde infecties kunnen leiden tot amputaties en de dood. Het exacte aantal van die infecties is moeilijk vast te stellen vanwege het gebrek aan geavanceerde medische apparatuur in Gaza.
AzG verwacht dat tenminste 25 procent van patiënten met open breuken geïnfecteerde botten heeft opgelopen, en dat zestig procent van alle gewonden verdere operaties, fysiotherapie en revalidatie nodig heeft. Marie-Elisabeth Ingres, hoofd van de AzG-missie in Palestina, zegt daarover: ‘Het grote aantal patiënten dat we nu in Gaza zien zou zelfs de beste gezondheidszorg ter wereld overbelasten. Voor Gaza betekent het een verpletterende aanslag.’
Eind januari sloeg AzG opnieuw alarm. Nog altijd heeft de organisatie negenhonderd patiënten onder haar hoede. De helft daarvan heeft open breuken en loopt het risico op een botinfectie. Pogingen van AzG om patiënten voor noodzakelijke behandelingen naar Jordanië en andere landen te transporteren, worden door Israël systematisch gedwarsboomd.
In januari waarschuwde ook de World Health Organization (WHO) voor de gebrekkige medische voorzieningen in Gaza, waar een groot tekort bestaat aan 75 soorten medicijnen en 190 soorten medische hulpmiddelen.
Hoe volstrekt onacceptabel de situatie ook is, tot dusver kan Israël zijn gang blijven gaan. Ondanks massale verontwaardiging en afkeuring wordt het land feitelijk geen strobreed in de weg gelegd.
Magdalena Mughrabi, directeur van de regio Midden-Oosten en Noord-Afrika bij Amnesty International, stelde al in april 2018 dat de tijd van symbolische veroordelingen aan het adres van Israël voorbij hoort te zijn. Volgens haar moet de internationale gemeenschap direct stoppen het land te bevoorraden met wapens. ‘Blijft dat uit, dan zullen de schendingen van de mensenrechten voor duizenden mannen, vrouwen en kinderen in Gaza voortduren.’
Voor Mughrabi staat vast dat Israël wapens inzet die maximaal letsel moeten toebrengen, ook al vormen de Palestijnse demonstranten geen directe dreiging voor de militairen die hen beschieten. Zolang Israël zelf geen onafhankelijk onderzoek instelt naar deze praktijken moet het Internationaal Strafhof (ICC) een onderzoek openen naar mogelijke oorlogsmisdaden, aldus Mughrabi.
De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Stef Blok, stelde in de Tweede Kamer te willen wachten op een onafhankelijk onderzoek voordat Den Haag het geweld in Gaza afkeurt. Israël weigert echter een onafhankelijk VN-onderzoek toe te laten. In de VN-Veiligheidsraad werd een resolutie die opriep tot zo’n onderzoek in mei 2018 geblokkeerd door de Verenigde Staten.
Blok heeft zich hierbij neergelegd en voelt niets voor diplomatieke druk op Israël. Daarop verweet SP-Kamerlid Sadet Karabulut het kabinet zich te verschuilen achter een onderzoek dat er nooit zal komen, om te voorkomen dat tegen Israël politiek stelling moet worden genomen.
Net als elk ander land heeft Israël onder internationaal recht de plicht om geweld tegen ongewapende burgers te voorkomen. Het bewijs dat dit tijdens de protesten in Gaza niet is gebeurd, ligt hoog opgestapeld. De Nederlandse onwil om Israël daarop aan te spreken is verbijsterend. In Gaza betalen vele duizenden Palestijnse burgers daarvoor de prijs.