Met het aannemen van de “regularisatiewet” zet Israël een nieuwe grote stap in het proces van kolonisering van bezet Palestijns gebied.
Als reactie stelt de EU de voor eind deze maand geplande bijeenkomst van de Europees-Israëlische Associatieraad uit.
De Israëlische NGO Vrede Nu en de Palestijnse mensenrechtenorganisatie Adalah kondigen aan de “landroofwet” te zullen aanvechten bij het Hooggerechtshof.
Maandagavond nam de Knesset met 60 stemmen tegen 52 de zogeheten “regularisatiewet” aan. De wet autoriseert (delen van) Israëlische nederzettingen en “buitenposten” die zonder toestemming van de Israëlische autoriteiten op privégrond van Palestijnen zijn gebouwd. Met de wet, bekend geworden als de “landroofwet”, kan die grond met terugwerkende kracht worden onteigend.
Krachtens internationaal recht zijn alle Israëlische nederzettingen en buitenposten op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem illegaal. Israël beschouwde tot dusver alleen woningen die op privégrond van Palestijnen waren gebouwd als illegaal. Die hindernis voor de vestiging van kolonisten in Palestijns gebied is met het aannemen van de wet weggenomen.
Met de wet worden zo’n vierduizend op privégrond gebouwde woningen in meer dan vijftig nederzettingen en buitenposten met terugwerkende kracht goedgekeurd. In zestien nederzettingen worden eerder gegeven bevelen tot sloop van illegaal gebouwde woningen voor een jaar bevroren.
Drijvende kracht achter de wet is de nationalistisch-religieuze partij Het Joodse Huis en zijn voorzitter, minister van Onderwijs Naftali Bennett. De partij propageert het “joodse recht op het hele Land Israël” en is de spreekbuis van de kolonistenbeweging. Hoewel de partij slechts acht zetels in de Knesset bezet, heeft ze door de machtsverhoudingen binnen de regering-Netanyahu een doorslaggevende invloed op het beleid.
De kolonistenbeweging, die vorige week luidruchtig protesteerde tegen de ontruiming van de illegale buitenpost Amona, juichte het aannemen van de wet toe als “een keerpunt in het kolonisatieproject”. Minister Bennett sprak van “een historische dag” en de definitieve nekslag voor een Palestijnse staat en de tweestatenoplossing. Ook binnen de Likud-partij van premier Netanyahu werd opgetogen gereageerd. Minister Ofir Akunis (Wetenschap) stelde onomwonden: “Dit hele land is van ons. Alles.”
De oppositie in de Knesset verzette zich tot het laatste moment tegen de stemming. Oppositieleider Isaac Herzog (Zionistische Unie) noemde de wet “een ramp voor de staat” en waarschuwde opnieuw dat die tot aanklachten bij het Internationaal Strafhof zou kunnen leiden. De Verenigde Lijst, een coalitie van vier Palestijnse partijen met dertien zetels in de Knesset, noemde de wet “de terdoodveroordeling van een diplomatieke oplossing” van de kwestie-Palestina.
In een verklaring van de Palestijnse president Mahmoud Abbas wordt de wet “een schending van VN-Veiligheidsraadresolutie 2334” genoemd. In die op 23 december 2016 aangenomen resolutie wordt Israël gemaand zijn illegale kolonisering van Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever direct te staken. PLO-toponderhandelaar Saeb Erekat riep de internationale gemeenschap maandagavond op “concrete maatregelen” tegen Israël te nemen.
Op zulke maatregelen zinspeelde gisteren ook de VN-coördinator voor het Vredesproces in het Midden-Oosten, Nickolay Mladenov. Hij waarschuwde Israël voor ‘vérreikende juridische consequenties’ als de wet zou worden aangenomen.
Ook mensenrechtenorganisaties veroordeelden de wet in ongekend harde bewoordingen. Volgens de Israëlische organisatie B’Tselem verleent de wet “een zweem van rechtmatigheid aan voortgaande plundering” en is ze “een schande voor de staat en de wetgevende macht, en een klap in het gezicht van de internationale gemeenschap, luttele weken na het aannemen van Veiligheidsraadresolutie 2334”.
Het Israëlische Vrede Nu kondigde direct na de stemming aan de wet bij het Israëlische Hooggerechtshof te zullen aanvechten: “Netanyahu maakt diefstal tot officieel Israëlisch beleid. In het licht van deze idiotie moeten we ons als verantwoordelijke volwassenen gedragen en ons tot het Hooggerechtshof wenden.”
Ook de Palestijnse mensenrechtenorganisatie Adalah kondigde aan protest te zullen aantekenen bij het Hooggerechtshof. De kans is groot dat het hof de wet als onconstitutioneel naar de prullenbak verwijst. Openbaar aanklager Avichai Mandelblit betoogde eerder dat de wet in strijd is met het recht en niet te verdedigen valt.
Likud-minister Yariv Lavin (Toerisme) stelde vandaag de bevoegdheid van het Hooggerechtshof om wetten nietig te verklaren ter discussie.
De situatie waarin iedereen afwacht tot een handvol zelfbenoemde rechters achter gesloten deuren besluiten of ze de wet al dan niet leuk vinden is ondemocratisch en niet correct.
In reactie op de stemming over de wet en de aankondiging van de bouw van circa 6.200 nieuwe kolonistenwoningen in de afgelopen weken besloot de EU eerder maandag al tot uitstel van de voor 28 februari geplande bijeenkomst van de Europees-Israëlische Associatieraad. Die bijeenkomst, de eerste sinds vijf jaar, was bedoeld om de banden en samenwerking tussen de EU en Israël te versterken.
Onder meer Nederland, Frankrijk, Zweden, Ierland, Oostenrijk en Finland opperden bezwaren tegen de “Associatietop”. Volgens sommige landen zou die neerkomen op het belonen van Israëls kwalijke gedrag. Het onderwerp is doorgeschoven naar de volgende bijeenkomst van de Europese ministers van Buitenlandse Zaken, begin maart.
Het Witte Huis onthield zich van kritiek op de wet, en beperkte zich tot de mededeling dat de regering-Trump eerst met alle betrokken partijen wil overleggen. Op 15 februari ontvangt de Amerikaanse president premier Netanyahu. Anders dan zijn voorganger Obama leverde Trump tot dusver geen kritiek op de Israëlische aankondigingen van uitbreiding van de nederzettingen. Wel liet het Witte Huis afgelopen week weten dat de uitbreiding “misschien niet behulpzaam is” voor het bereiken van vrede.