De PVV en SGP hebben zich aangesloten bij de door CDA, VVD en ChristenUnie ingezette aanval op de UNRWA. De zogeheten Israël-lobby verenigt zich in een offensief tegen de vluchtelingenorganisatie, de Palestijnen en minister Sigrid Kaag.
Gisteren meldde The Rights Forum dat de regeringspartijen CDA, VVD en ChristenUnie (CU) de aanval hebben geopend op de VN-organisatie voor steun aan de Palestijnse vluchtelingen, de UNRWA. In een tiental schriftelijke Kamervragen bekritiseren zij het kabinetsbesluit om de Nederlandse bijdrage voor 2018 aan de UNRWA (13 miljoen euro) versneld beschikbaar te stellen. Daarmee reageerde het kabinet op een noodkreet van de organisatie, die in een acute financiële crisis is beland nadat de regering-Trump 65 miljoen dollar inhield op de eerste Amerikaanse bijdrage voor 2018. Aansluitend trokken de Verenigde Staten (VS) ook een toezegging voor 45 miljoen dollar voor voedselhulp in.
Trumps maatregelen zijn een frontale aanval op de UNRWA. En tegelijkertijd, zoals wij gisteren toelichtten, op het recht van terugkeer dan wel compensatie van de vluchtelingen. Trump geeft gehoor aan de wens van de Israëlische premier Netanyahu, die Israëls verantwoordelijkheid voor het ontstaan en de oplossing van het vluchtelingenprobleem wil ontlopen door de vluchtelingen van hun rechten te ontdoen en de UNRWA te laten verdwijnen.
Met hun kritiek op het kabinetsbesluit, dat uit humanitair oogpunt alleen maar kan worden toegejuicht, sluiten VVD, CDA en CU zich bij het offensief aan. Dinsdag meldden ook de PVV en SGP zich aan het front. De zogeheten Israël-lobby verenigt zich. Met de PVV en twitteraars als Leon de Winter betreden ook de straatvechters het toneel en krijgt de aanval een vilein en persoonlijk karakter. Doelwit is niet alleen de UNRWA, maar ook D66-minister Sigrid Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, die eind oktober ook al door de Lobby werd belasterd.
PVV-Kamerlid Danai van Weerdenburg greep dinsdag het vragenuurtje aan om haar gal te spuwen. Partijleider Geert Wilders had al de toon gezet met een tweet over minister Kaag en de UNRWA: ‘Palestijnenlover financiert terreurlovers en antisemieten.’ Van Weerdenburg putte uit dezelfde woordenschat, schrijft de NOS: ‘Het kabinet maakt rechtstreeks geld over naar de jodenhaters van UNRWA.’
Van Weerdenburg schilderde de UNRWA af als een duistere organisatie, die antisemitisme stimuleert en onverantwoord met donorgelden omgaat:
Er is heel veel mis met de organisatie: financieel mismanagement, maar ook: ze sponsoren antisemitisme, in UNRWA-scholen worden Palestijnse kinderen geïndoctrineerd met jodenhaat, er worden smokkeltunnels van terroristen gevonden onder UNRWA-scholen.
Bovendien suggereerde Van Weerdenburg dat Kaag, die van 1998 tot 2004 voor de UNRWA werkte, vanwege haar ‘persoonlijke betrokkenheid bij de organisatie’ tot versnelde betaling van de Nederlandse jaarbijdrage was overgegaan. Ze vraagt nu een debat met Kaag aan, waarin ze ook van de minister wil weten of haar Palestijnse echtgenoot UNRWA-geld ontvangt:
Laten we eerlijk zijn, ze heeft de schijn tegen. […] Ik vind dat ze wat uit te leggen heeft. Dat gaat niet alleen over haar werkverleden, maar ook over familiebanden.
Ook SGP-voorman Kees van der Staaij nam Kaag op de korrel. Hij beschuldigde haar ervan de regering-Trump om politieke redenen ‘voor schut te zetten’ en het ‘vredesproces’ te frustreren. Opmerkelijk is dat de man die voortdurend schande spreekt van initiatieven om Israël door middel van sancties tot respect voor het internationaal recht te dwingen, het initiatief van Trump om de UNRWA financieel de duimschroeven aan te draaien toejuicht. Het kabinetsbesluit ‘deugt niet’ en moet worden teruggedraaid, stelde hij:
Ik vind het een pure politieke actie, gericht tegen het besluit van de Amerikaanse regering om juist de druk op de Palestijnen op te voeren, hervormingen af te dwingen en een betere rol in het vredesproces af te dwingen door ook aan die geldkraan te draaien. Dat vind ik alleszins terecht en daarom politiek ook ongelofelijk ongelukkig en misplaatst om dan te zeggen: Nederland vult dan die gaten wel even in. […] Doe dit niet, draai dit terug.
Het deugt gewoon niet om op deze manier een politieke actie uit te voeren die is bedoeld om Amerika eens even voor schut te zetten, en te laten zien dat wij het wel weer even zullen oplossen, die wat mij betreft ook echt averechts werkt in het Midden-Oosten Vredesproces in plaats van dat het helpt.
Volgens Van der Staaij is het tijd dat de UNRWA wordt opgedoekt. Hij vindt het ‘bizar’ dat er een aparte VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen bestaat en dat de Palestijnen ‘massief worden bevoordeeld’ boven andere vluchtelingen. Erger nog, ‘via de UNRWA wordt kunstmatig een vluchtelingengroep in stand gehouden’, aldus de SGP’er.
Palestijnen die naar buurlanden als Libanon en Jordanië zijn gevlucht moeten volgens Van der Staaij in die staten ‘geïntegreerd worden’. Zij moeten met andere woorden afstand doen van hun recht op terugkeer en compensatie. Tenslotte hebben de hugenoten die in de 17e eeuw naar Nederland vluchtten ook geen recht op terugkeer, meent de SGP’er, die voor het gemak over het hoofd ziet dat nakomelingen van deze vluchtelingen wel degelijk kunnen terugkeren, gesteld dat ze dat al zouden willen:
We zeggen toch ook niet meer hier van: ja, da’s waar, er zijn nog hugenoten lang geleden hier gekomen en die moeten nu maar eens terug naar Frankrijk. We hebben op een gegeven moment gezegd van: feiten zijn feiten, als er een flinke tijd verlopen is en de wereldkaart is anders gelegd dan ooit in het verleden het geval was, dan moet je ook gewoon je daarop aanpassen, dan moeten mensen zich ook integreren in andere landen.
Op Twitter kregen Van der Staaij en Van Weerdenburg bijval. Zij werden opgeroepen ‘door te pakken’ en minister Kaag door middel van een motie van wantrouwen tot aftreden te dwingen, zodat er geen ‘Nederlands belastinggeld meer naar terroristen gaat’. Eerder al liet Joël Serphos, fractiemedewerker van de VVD en voormalig voorzitter van de jongerenorganisatie van het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI), weten dat ‘minister Kaag wat uit te leggen heeft’. Het CIDI zelf publiceerde, zoals The Rights Forum gisteren meldde, een tendentieus artikel over de UNRWA.
Ook schrijver Leon de Winter deed zich gelden. Hij vroeg zich af of Kaag ‘alleen een NL-ID heeft’, beschuldigde haar van ‘belangenverstrengeling’ en noemde de UNRWA een ‘haatmachine’. En minister Halbe Zijlstra van Buitenlandse Zaken ‘doet – onnozel of laf? – of z’n neus bloedt’ als ‘UNRWA-leraren oproepen tot terrorisme en antisemitisme, en Holocaust-ontkennende video’s en foto’s die Hitler vereren verspreiden’.
Tijdens het vragenuur zei minister Zijlstra (VVD), die waarnam voor Kaag, de beschuldigingen aan het adres van zijn collega zat te zijn. Hij ontkende dat Kaag zich liet leiden door persoonlijke motieven en maakte zich kwaad over de suggestieve opmerkingen over haar familiebanden:
Er moet eens opgehouden worden met het leggen van een persoonlijke link met de echtgenoot van mijn collega.
Zijlstra weerlegde de beschuldigingen aan het adres van de UNRWA. Volgens hem functioneert de organisatie goed en is Nederland betrokken bij de controle op dat functioneren. Hij beaamde dat ooit onder twee UNRWA-schooltjes tunnels met wapens zijn ontdekt, maar voegde daaraan toe dat de UNRWA dat zelf naar buiten heeft gebracht en de twee betrokken medewerkers direct heeft ontslagen.
Zijlstra benadrukte dat het bedrag van 13 miljoen euro dat het kabinet versneld heeft overgemaakt geen extra betaling aan de UNRWA is, maar al in de begroting was opgenomen. De bijdrage wordt dit jaar niet verhoogd, stelde hij. Wel hield hij de mogelijkheid open dat in noodgevallen extra geld voor humanitaire hulp beschikbaar wordt gesteld.
Volgens de minister is het in ieders belang dat de UNRWA niet in geldnood komt, ook in dat van Nederland:
Als het geld daar op is krijgen we een situatie dat mensen op de loop gaan, en de kans is vrij groot dat ze dan deze kant uit komen. Dit is dus ook in ons eigen belang, wil ik maar tegen de PVV zeggen.
Het offensief tegen de UNRWA vertoont het klassieke patroon van beschuldigingen, verdachtmakingen en omkeringen van zaken dat de Israël-lobby eigen is. Het meest pijnlijke element is dat volstrekt voorbij wordt gegaan aan de vluchtelingen en hun recht op terugkeer naar de woonplaatsen waaruit zij zijn verdreven, dan wel compensatie voor de onteigening van hun eigendommen en de verwoesting van hun economie en samenleving.
Verantwoordelijk voor, zoals Van der Staaij het noemt, ‘het instandhouden van een vluchtelingengroep’ is niet de UNRWA, maar primair Israël. De tweede verantwoordelijke is de internationale gemeenschap, de Nederlandse politiek inbegrepen, die deze situatie heeft gedoogd – zo niet aangemoedigd – en zich daar nu deels over beklaagt. Als Israël en de internationale gemeenschap hun verplichtingen tegenover de Palestijnen waren nagekomen zou er geen UNRWA bestaan.
Zo’n 2,2 miljoen van de volgens Van der Staaij ‘massief bevoordeelde Palestijnse vluchtelingen’ leven onder vaak schrijnende omstandigheden in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever. In het humanitaire spookhuis Gaza, dat in 1948 werd overspoeld door vluchtelingen die door Israëlische strijdgroepen waren verjaagd, staat 70 procent van de bevolking nog altijd geregistreerd als vluchteling. Ontheemde Palestijnen die er als kind in een vluchtelingenkamp terechtkwamen wonen daar, zover nog in leven, nog altijd.
Zowel in Gaza als op de Westoever wordt het de Palestijnen door Israël onmogelijk gemaakt een levensvatbare economie op te bouwen. Gaza gaat gebukt onder een wurgende blokkade en op de bezette Westoever eigent Israël zich illegaal land, water, grondstoffen en andere natuurlijke hulpbronnen toe. Bovendien profiteert Israël van het feit dat de internationale gemeenschap de bekostiging van de bezetting – inclusief de verplichting in de elementaire levensbehoeften van de bevolking te voorzien – op zich heeft genomen.
Niet de UNRWA en de buurlanden Libanon en Jordanië houden het vluchtelingenprobleem in stand, maar Israël en de internationale gemeenschap. Het komende Kamerdebat met minister Kaag zou dan ook niet over de versnelde Nederlandse betaling van 13 miljoen euro, het opheffen van de UNRWA en het nog verder in het nauw brengen van de Palestijnse vluchtelingen moeten gaan, maar over het eindelijk respecteren van de rechten van de vluchtelingen en het nakomen van de internationaalrechtelijke verplichtingen die ook Nederland in dit opzicht heeft.