Met onder andere: overeenkomst Israël – Gaza moet verlichting brengen, Israëlische soldaten plaatsen bermbommen en Rechtbank Amsterdam erkent Palestijnse vluchteling als verdragsvluchtelingen.
Op 31 augustus kondigde Hamas aan dat er een deal met Israël is bereikt om verdere escalatie langs de grens te voorkomen en de rust in het gebied te herstellen. De overeenkomst werd bereikt met behulp van een bemiddelaar uit Qatar. Ook werd aangekondigd dat er een aantal projecten op handen is om de situatie voor de bevolking van Gaza te verlichten, met name gericht op het zich snel verspreidende coronavirus. Het is te verwachten dat, als onderdeel van de overeenkomst, Israël de import van brandstof weer toe zal laten. Op 18 augustus kwam de enige energiecentrale in de Gazastrook tot stilstand wegens een door de Israëlische blokkade veroorzaakt gebrek aan brandstof. De inwoners van Gaza kunnen daardoor nu slechts rekenen op drie tot vier uur aan stroom per dag.
Palestijnse gezondheidsautoriteiten maakten op 31 augustus ook bekend dat er in de Gazastrook 69 nieuwe bevestigde besmettingen met het coronavirus bij waren gekomen. In totaal zijn daarmee in de kustenclave 356 besmettingen vastgesteld. Om de verspreiding van het virus tegen te gaan werd vorige week een lockdown uitgeroepen, en werden er zelfs wegversperringen opgeworpen. Het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) waarschuwde op 26 augustus dat de gezondheidszorg in de Gazastrook niet in staat zal zijn een grotere uitbraak van het coronavirus te bedwingen. Meer dan enkele tientallen serieuze gevallen zullen wegens een gebrek aan medische apparatuur en medicijnen niet de zorg kunnen krijgen die nodig is. Om de vele Gazaanse families die voor hun voedsel en medicijnen afhankelijk zijn van internationale steun ook tijdens de lockdown te kunnen helpen is de UNRWA inmiddels begonnen met het afleveren van goederen bij de inwoners van Gaza thuis.
De Palestijnse Minister van Gezondheid Mai Alkaila meldde dat er op 31 augustus op de Westelijke Jordaanoever 552 nieuwe besmettingen waren geconstateerd en dat op die dag 7 patiënten aan het coronavirus zijn overleden.
Mondoweiss, een nieuwswebsite over Israël, Palestina en de relatie met de Verenigde Staten, heeft een vijfdelige serie gemaakt over het coronavirus in de Palestijnse gebieden. De eerste aflevering, over het virus in de Palestijnse vluchtelingenkampen, is hier te bekijken.
Israëlische soldaten hebben zo’n twee weken geleden minstens drie explosieven geplant langs een weg in een Palestijns dorp die langs een woonwijk loopt. Op donderdag 20 augustus 2020 ontdekten inwoners van het dorp Kafr Qadum op de Westelijke Jordaanoever gecamoufleerde geïmproviseerde explosieven (IED’s) die waren geplant in een gebied waar wekelijkse protesten plaatsvinden, aan de rand van het dorp. Een groep vrouwen en kinderen die door het gebied liepen, kwam een verdacht voorwerp tegen dat bedekt was met stenen en camouflage en waarschuwde een familielid. Bij het onderzoeken van het apparaat ging het explosief af, en raakte Wasim al-Shteiwi, een veldonderzoeker voor de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem, lichtgewond. Een tweede explosief werd door de dorpsbewoners van een afstand gedetoneerd. Nadat de Palestijnse dorpsbewoners de eerste twee explosieven onklaar hadden gemaakt besloot het Israëlische leger ook het laatste explosief onschadelijk te maken.
In antwoord op vragen van verslaggevers van de Israëlische krant Haaretz verklaarde het Israëlische leger dat Israëlische soldaten de IED’s hadden geplant, maar dat het enkel ging om verdovingsgranaten ‘in een onbewoond, open gebied waar gewelddadige verstoringen van de vrede al jarenlang regelmatig plaatsvinden.’ De IED’s zouden een ‘afschrikwekkende functie’ moeten hebben. Het leger ging niet in op het feit de explosieven zich bevonden in een gebied waar regelmatig kinderen spelen, en dat een van de explosieven al iemand had verwond.
Op 21 augustus heeft de Rechtbank Amsterdam geoordeeld dat Palestijnen uit de Gazastrook vanwege de humanitaire noodsituatie daar niet geacht kunnen worden vrijwillig te zijn vertrokken, en dat niet van hen verwacht kan worden terug te keren. De uitspraak betekent dat Palestijnen uit Gaza erkend kunnen worden als vluchteling conform het Vluchtelingenverdrag. Voorwaarde is wel dat ze in Gaza onder de zorg van de UNRWA vielen. Het is voor het eerst dat een rechtbank in Nederland de situatie in Gaza als een humanitaire noodsituatie kwalificeert, en daar asielrechtelijke consequenties aan verbindt. De volledige uitspraak is hier te lezen.
Een mogelijke terroristische aanslag heeft een Israëlische rabbijn het leven gekost. Op 26 augustus werd hij in de omgeving van een Tel Aviv neergestoken, waarna hij aan zijn verwondingen overleed. Een Palestijnse man uit het noorden van de Westelijke Jordaanoever wordt verdacht van de aanval, en is door de Israëlische politie opgepakt. Kort na de aanval, toen bekend werd wie de verdachte van de aanval was, gaf de Israëlische premier Netanyahu aan als strafmaatregel zo spoedig mogelijk het huis van de verdachte te willen slopen. De voorbereidingen daarvoor werden direct door het Israëlische leger getroffen.
De familie van Iyad al-Halaq, de autistische Palestijnse man die op 30 mei door Israëlische grenspolitie werd doodgeschoten, beschuldigt de politie ervan bewust de camera’s te hebben vernietigd die het bewijs van de moord zouden hebben vastgelegd. Het onderzoek naar de moord van Al-Halaq wordt bemoeilijkt door het ontbreken van videobewijs, ondanks berichten dat het gebied waar hij werd vermoord ten minste 10 CCTV-camera’s had. In een verklaring aan het Palestijnse persbureau WAFA zei de vader van Al-Halaq dat ‘[de Israëlische politie] probeert de misdaad te verbergen en weg te komen met de moord.’
De commandant van de Israëlische agent die Iyad al-Halaq doodschoot heeft inmiddels aangegeven dat hij het bevel had gegeven te stoppen met schieten, maar dat de agent daar niet op had gereageerd. Volgens de commandant was het duidelijk dat Al-Halaq geen gevaar vormde, en was het neerschieten daarom ongerechtvaardigd. De kans dat de agent proportioneel gestraft wordt is desondanks klein. Palestijnen beschuldigen Israël er regelmatig van oppervlakkig onderzoek te doen naar misdaden die door Israëlische troepen of kolonisten worden gepleegd en waarbij Palestijnen het slachtoffer zijn. Israëli’s worden zelden berecht voor het vermoorden van Palestijnen, en als ze schuldig worden bevonden, krijgen ze doorgaans milde straffen.
Zo heeft Israël nog steeds geen alomvattend onderzoek uitgevoerd en noemenswaardige straffen opgelegd aan scherpschutters die bij de demonstraties in het kader van de Grote Mars van de Terugkeer meer dan 200 Palestijnen hebben vermoord en 35.000 hebben verwond (waarvan 8.000 met scherpe munitie). Een door de VN Mensenrechtenraad ingestelde onderzoekscommissie stelde ernstige schendingen van het internationaal recht en mogelijke oorlogsmisdaden vast. Duidelijk was dat doodgeschoten Palestijnen ongewapend waren en geen bedreiging vormden voor Israëlische veiligheidstroepen. Ook organisaties als Amnesty International, Human Rights Watch, het Palestijnse Al-Haq en het Israëlische B’Tselem kwamen tot soortgelijke conclusies. Minister Blok sprak in mei 2018 in de Tweede Kamer uit dat hij naar aanleiding van deze bloedbaden verwachtte dat de “rechtsstaat” Israël na de zomer van 2018 met een rapport zou komen. Drie zomers later is dit rapport er nog steeds niet. Ondertussen zijn slechts twee scherpschutters tot respectievelijk 30 en 45 dagen celstraf veroordeeld. Niet omdat ze Palestijnen hadden doodgeschoten, maar omdat ze het bevel om te schieten niet hadden afgewacht. Teken onze petitie tegen deze straffeloosheid.
Het Israëlische Hooggerechtshof oordeelde op 27 augustus dat Mitzpe Kramim, een illegale Israëlische buitenpost op de Westelijke Jordaanoever, op particulier Palestijns land gebouwd is en daarom moet worden afgebroken. Mitzpe Kramim werd twintig jaar geleden opgericht op een heuvel in de Jordaanvallei, en huisvest ongeveer veertig gezinnen die grotendeels op Palestijns land wonen maar verklaren daarvoor toestemming te hebben gekregen van de Israëlische autoriteiten. Het Hooggerechtshof oordeelde dat de Israëlische autoriteiten niet te goeder trouwe hadden gehandeld door de vele indicaties en waarschuwingen dat het land eigendom was van Palestijnen jarenlang te negeren.
Het Gerechtshof heeft de autoriteiten 36 maanden gegeven om nieuwe huisvesting te vinden voor de bewoners van Mitzpe Kramim. Palestijnen die van de Israëlische bezettingsautoriteiten een huisuitzettingsbevel of slooporder krijgen hebben meestal slechts enkele dagen, als het al niet minder is, om te vertrekken. De Israëlische premier Netanyahu gaf meteen na de uitspraak van het Hooggerechtshof aan van plan te zijn de uitspraak naast zich neer te leggen: ‘We zullen er alles aan doen om de bewoners op hun plek te houden en zijn er van overtuigd dat dit gaat lukken.’
De Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al-Haq heeft een rapport gepubliceerd getiteld ‘House Demolitions and Forced Evictions in Silwan: Israel’s Transfer of Palestinians from Jerusalem’. In het rapport wordt het Israëlische huisvernietigingsbeleid als methode voor gedwongen populatieoverdracht beschreven. Het rapport richt zich in het bijzonder op Silwan, een wijk in Oost-Jeruzalem, waar Israëls systematische beleid gericht op het verdrijven van de Palestijnse bevolking een verwoestende impact heeft. Israël heeft in 2020 met name in Oost-Jeruzalem een recordaantal huizen gesloopt of laten slopen. Als gevolg hiervan zijn, in tijden van corona, veel families dakloos geraakt.
Israëlische autoriteiten hebben vorige week ruim 50 hectare Palestijns land van het dorp Nahalin geregistreerd als eigendom van het Joods Nationaal Fonds. De voorzitter van de regionale raad van Gush Etzion, een cluster van illegale Israëlische kolonies tussen Jeruzalem en Bethlehem, noemde de annexatie van Palestijns land een historische maatregel. Het geannexeerde land zal worden gebruikt om de kolonies van Gush Etzion uit te breiden. Daarnaast werden in Nahalin, dat ten westen van Bethlehem ligt, door de Israëlische bezettingstroepen drie slooporders uitgevaardigd en moet de constructie van zes andere gebouwen worden stopgezet. De formele annexatie mag dan zijn uitgesteld na de deal tussen Israël en de Verenigde Arabische Emiraten, maar de facto gaat de annexatie gewoon door.
Israëlische autoriteiten hebben op 27 augustus voor de 177ste keer sinds 2000 en voor de zesde keer dit jaar het Bedoeïenendorp Al-Araqib gesloopt. Het dorp ligt in de Naqab-woestijn, in het zuiden van Israël. De Israëlische politie betrad het dorp en sloopte de tenten en van hout en golfplaten gemaakte constructies, waardoor de dorpelingen, inclusief kinderen, voor de zoveelste keer dakloos zijn geworden.
Het dorp is een van de 51 ‘niet-erkende’ Arabische dorpen in de Naqab-woestijn en wordt voortdurend gesloopt, in afwachting van plannen om in de Naqab nieuwe Israëlische nederzettingen te bouwen. De Bedoeïenenbewoners worden geacht de kosten van de bulldozers, die hun huizen, gewassen en watertanks slopen, zelf te betalen. Hoewel Bedoeïenen in de Naqab Israëlische staatsburgers zijn, worden hun rechten regelmatig geschonden. De Israëlische staat heeft herhaaldelijk geweigerd hun dorpen aan te sluiten op de nationale water- en elektriciteitsnetwerken in een poging om hun aanwezigheid in dat deel van het land onmogelijk te maken.