Met onder andere: aanhoudende kritiek op Israëlisch besluit zes Palestijnse ngo’s als ‘terroristisch’ te bestempelen, Israëlische troepen doden opnieuw een Palestijn bij protest in Beita, en onderzoek onthult nieuwe informatie over massamoorden op Palestijnen in 1948.
Steunbetuigingen voor de zes Palestijnse ngo’s die in oktober door Israël op de nationale terrorismelijst werden geplaatst blijven binnenstromen. Steevast gaan zij gepaard met stevige kritiek op de Israëlische maatregel.
Op 8 december stuurden negen VN-rapporteurs en mensenrechtenexperts een open brief aan Josep Borrell, de Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken. Zij zijn van mening dat het beoogde doel van de Israëlische maatregel is om de deuren van de zes organisaties te sluiten, hun financiering te belemmeren en hun activiteiten te verbieden. Vanwege hun belangrijke rol in de Palestijnse gemeenschap, waarvoor de experts in de brief hun waardering uitspreken, kan dat grote gevolgen hebben voor de gezondheid en veiligheid van de gehele bevolking. De experts wijzen bovendien op het gebrek aan bewijs voor de Israëlische beschuldigingen, en roepen Borrell op de organisaties in bescherming te nemen, onder meer door hen financieel te blijven ondersteunen.
Ook The Elders, een onafhankelijke groep van wereldleiders die door Nelson Mandela is opgericht, heeft zijn zorgen geuit over de Israëlische maatregel. Volgens de groep past die binnen een patroon van repressie van het Palestijnse en Israëlische maatschappelijk middenveld. De maatregel staat bovendien symbool voor een bredere trend van misbruik van antiterrorismemaatregelen om het legitieme werk van maatschappelijke organisaties te ondermijnen. The Elders benadrukken daarnaast hun steun voor de zes ngo’s, en roepen nationale overheden op hun steun voor de organisaties voort te zetten.
De Europese Unie, tenslotte, heeft op 8 december opnieuw zijn steun uitgesproken voor het Palestijnse maatschappelijk middenveld, en de rol die het speelt in het promoten van het internationaal recht, de mensenrechten en democratische waarden. Dat gebeurde bij monde van het hoofd van de Europese vertegenwoordiging in de Palestijnse gebieden, tijdens een bijeenkomst met vertegenwoordigers van tien EU-lidstaten, zes gelijkgestemde landen en de zes Palestijnse ngo’s. Tijdens de ontmoeting lichtten de zes ngo’s de deelnemende landen onder andere in over de nieuwe uitdagingen die het resultaat zijn van de Israëlische maatregel.
Israëlische troepen hebben op 10 december een Palestijnse man doodgeschoten en zo’n zeventig anderen verwond tijdens een protest in Beita. Het slachtoffer is de 31-jarige Jamil Abu Ayyash uit Nablus. Hij werd met scherpe munitie in zijn hoofd geraakt en bezweek aan zijn verwondingen in een ziekenhuis in Nablus.
Volgens het Palestinian Center for Human Rights (PCHR) werd Ayyash van een afstand van vijftig meter in zijn achterhoofd geschoten, zonder dat hij een bedreiging vormde voor de Israëlische troepen.
Beita is het toneel van wekelijkse protesten nadat Israëlische kolonisten op 2 mei met hulp van het leger begonnen met de bouw van de nieuwe kolonie (‘nederzetting’) op land van de Palestijnse dorpen Beita, Qabalan en Yatma. De protesten worden gekenmerkt door een zeer gewelddadig optreden van het Israëlische leger en kolonisten. Ayyash is de negende Palestijn die bij de protesten in Beita om het leven is gekomen.
De kolonie, door de kolonisten Evyatar genoemd, is illegaal volgens zowel Israëlisch als internationaal recht. Intussen is Evyatar ontruimd, hangende Israëlisch onderzoek naar de landrechten – een procedure die in de regel wordt gebruikt om Palestijns land te confisqueren. Bovendien hebben de Israëlische autoriteiten toegestaan dat het grootste gedeelte van de gebouwen in Evyatar mag blijven staan, wat de bezorgdheid van de Palestijnen heeft versterkt dat zij hun land niet terug zullen krijgen.
Historisch onderzoek van de Israëlische krant Haaretz en het Akevot Institute for Israeli-Palestinian Conflict Research heeft nieuw licht geworpen op de moordpartijen op Palestijnen tijdens de oorlog van 1948 die leidde tot de oprichting van de staat Israël. Tijdens de gebeurtenissen die onder Palestijnen bekend staat als de Nakba, de Catastrofe, vermoordden Israëlische strijdgroepen honderden Palestijnen en werden ongeveer 750 duizend Palestijnen (bijna 60 procent van de bevolking) van hun land verdreven.
Uit het onderzoek blijkt dat prominente Israëlische leiders in 1948 al ‘wisten van de bloedige gebeurtenissen die gepaard gingen met de verovering van de Arabische dorpen’. Ook onthult het onderzoek details over drie voorheen onbekende bloedbaden – in de dorpen Reineh, Meron en al-Burj – evenals nieuwe informatie over de moord op tientallen Arabische gevangenen in Hula, Libanon.
Haaretz en het Akevot Institute baseerden hun onderzoek op brieven van soldaten, niet eerder gepubliceerde memoires en dagboeken, notulen van vergaderingen van politieke partijen en andere historische documenten. Door gebruik te maken van dergelijke bronnen wisten de onderzoekers een beter beeld te schetsen van het opereren van de Israëlische strijdgroepen in 1948. Officiële militaire en overheidsrapporten zijn voor het grootste deel nog altijd geheim.
Israël heeft op 7 december de voltooiing aangekondigd van een enorme nieuwe barrière rond de belegerde Gazastrook. Het project omvat een met sensoren uitgeruste ondergrondse muur, een bovengronds hek, een zeebarrière, een op afstand bestuurbaar wapensysteem, radarsystemen, honderden camera’s en commando- en controlecentra. Voor de barrière – die 65 kilometer lang, zes meter hoog, en enkele meters diep is – werd 140 duizend ton ijzer en staal gebruikt. Het gehele project kostte ruim een miljard dollar. De Israëlische minister van Defensie Benny Gantz sprak van een ‘innovatief en geavanceerd’ middel om Hamas te bestrijden.
Voor de twee miljoen Palestijnen die in Gaza wonen vertegenwoordigt de barrière meer dan een technologische of veiligheidsinnovatie: het is een bevestiging dat ze in ‘s werelds grootste openluchtgevangenis wonen. ‘De muur heeft een enorme psychologische impact gehad op de bevolking van Gaza, vooral op de jongeren’, zegt Ruwaida Amir, leraar en journalist. ‘Nu voelt het echt alsof we in een gevangenis zitten met deze stalen muur om ons heen.’
Sinds het begin van het jaar zijn 86 Palestijnse kinderen door geweld om het leven gekomen. Daarmee is 2021 het dodelijkste jaar voor Palestijnse kinderen sinds 2014. Dat maakte Defense for Children International – Palestine op 10 december bekend. Ook werden dit jaar twee Israëlische kinderen gedood.
Het Israëlische leger is het meest verantwoordelijk voor het hoge aantal minderjarige Palestijnse slachtoffers: 76 kinderen kwamen om het leven als gevolg van Israëlisch geweld. De meesten werden gedood tijdens de Israëlische bombardementen op Gaza in mei. Ook de gewapende Palestijnse groepen in Gaza maakten toen slachtoffers. Zeven Palestijnse kinderen werden gedood door raketten die verkeerd waren afgevuurd.
David Grossman, een van Israëls meest prominente auteurs, heeft in een interview met het Israëlische Army Radio gesuggereerd dat Israëls controle over de Westelijke Jordaanoever gekenmerkt kan worden als een apartheidsregime. ‘Misschien moet het niet langer een
“bezetting” worden genoemd, maar zijn er veel hardere namen, zoals “apartheid”’, aldus Grossman. Hij zei daarnaast dat de huidige Israëlische regering ‘goed en belangrijk’ is, maar dat het niet in staat is ‘het belangrijkste te doen – Israël genezen van het zieke kwaad dat de bezetting is’.
Het is niet voor het eerst dat Grossman de term ‘apartheid’ gebruikt om de Israëlische bezetting van Palestijns gebied te beschrijven. Hij deed dat ook in 2018, tijdens een bijeenkomst van een groep Israëli’s en Palestijnen die kinderen hadden verloren in onderlinge gewelddadigheden. ‘Als Israël 51 jaar een andere natie bezet en onderdrukt, en een apartheidsrealiteit creëert in de bezette gebieden, wordt het een stuk minder een thuis’, zei hij toen.
Het Gerechtshof Den Haag heeft op 7 december geoordeeld dat twee Israëlische oud-generaals, onder wie minister van Defensie Benny Gantz, niet kunnen worden vervolgd voor het bombarderen van het huis van de familie van de Palestijns-Nederlandse Ismail Ziada in Gaza in 2014. Bij het bombardement kwamen zijn moeder, drie broer, een schoonzus, een jong neefje en een vriend om het leven.
Het Gerechtshof bevestigt daarmee de beslissing van de Rechtbank Den Haag van 29 januari 2020, die bepaalde dat de twee oud-generaals beschikken over immuniteit vanwege hun functies in het Israëlische leger. Aangezien de acties werden uitgevoerd in overeenstemming met hun officiële taken kunnen de generaals niet worden vervolgd voor Nederlandse rechtbanken, zo luidde het oordeel. Ziada werd bovendien opgedragen bijna vierduizend euro te betalen aan het Gerechtshof en de advocaten van de twee oud-generaals. Liesbeth Zegveld, de advocate van Ziada, heeft de uitspraak van het Gerechtshof een dag later in een webinar geanalyseerd. Dat is via deze link in zijn geheel terug te zien.
Na afloop van de zitting zei Ziada: ‘We werden onderworpen aan een militaire slachting in Gaza, en nu worden we onderworpen aan een juridische slachting in Den Haag. Dit is pijnlijk. […] De beslissing van vandaag druist in tegen de essentie van gerechtigheid. Wat is gerechtigheid? Er is een misdaad, er is een slachtoffer, er is een crimineel. En u besluit als rechtbank – en ik moet zeggen op laffe wijze – om de criminelen te beschermen?’
Een coalitie van 370 Europese parlementariërs heeft in een open brief Josep Borrell en Europese ministers van Buitenlandse Zaken opgeroepen om de ‘grondoorzaken’ van het Israëlisch-Palestijnse ‘conflict’ aan te pakken. In de brief beschrijven de parlementariërs onder andere de ‘discriminatoire realiteit’ waarin Israëli’s en Palestijnen geen gelijke rechten hebben, en wijzen zij op het recente rapport van Human Rights Watch dat concludeert dat Israël in de bezette gebieden schuldig is aan apartheid. Ook luiden zij de alarmbel over de grootschalige uithuiszettingen van Palestijnen op de Westoever. Deze ‘schendingen van het internationaal recht […] moeten stevige gevolgen hebben, in Israël-Palestina, net als elders’, zo luidt de brief. De Nederlandse ondertekenaars van de brief zijn Jasper van Dijk (SP), Tom van der Lee (GroenLinks), Kati Piri (PvdA) en Sylvana Simons (BIJ1)