Met onder andere: Israëlische bezettingstroepen doden vier Palestijnen in vluchtelingenkamp Jenin, aangekondigde uitbreiding nederzettingen en nieuwe Palestijnse woningen, en kolonistengeweld houdt onverminderd aan.
Bij een operatie in het Jenin vluchtelingenkamp op de bezette Westelijke Jordaanoever hebben Israëlische bezettingstroepen op 16 augustus vier jonge Palestijnen doodgeschoten. Volgens het Israëlische leger betraden de militairen het vluchtelingenkamp om een lid van Hamas te arresteren, waarna gewapende Palestijnen het vuur op hen openden. In het gevecht dat uitbrak kwamen de vier Palestijnen om het leven, en vielen er nog eens drie gewonden. Aan Israëlische zijde vielen er geen slachtoffers. Gouverneur van Jenin Akran al-Rajoub betwist de Israëlische versie van het voorval: ‘Er zijn video’s en documentatie waaruit blijkt dat de schietpartij op grote afstand heeft plaatsgevonden. Ze werden vermoord zonder enige rechtvaardiging.’
Het is al geruime tijd onrustig in het Jenin vluchtelingenkamp. Op 2 augustus raakten zes Palestijnen gewond bij een vergelijkbare operatie van Israëlische bezettingstroepen. Eén van hen, Diaeddin Sabarini, bezweek op op 11 augustus aan zijn verwondingen. Ook wordt er in Jenin regelmatig geprotesteerd tegen de uitbreiding van illegale Israëlische kolonies (‘nederzettingen’). Al-Rajoub kraakt het Israëlische beleid in Jenin: ‘De hele stad rouwt, en het voortzetten van dit beleid zal de frustratie en woede alleen maar vergroten.’
Twee van de slachtoffers zijn door het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid geïdentificeerd als Raed Abu Saif (21 jaar oud) en Saleh Omar (19 jaar oud). Het Palestijnse Quds News Network identificeerde de twee anderen die werden gedood als Nour Jarrar (19 jaar oud) en Amjad Hussainiya (20 jaar oud).
In slechts drie maanden tijd hebben Israëlische militairen inmiddels meer dan veertig Palestijnen doodgeschoten. Naar aanleiding van het hoge aantal dodelijke slachtoffers riep Stafchef van het Israëlische leger Aviv Kochavi vorige week officieren op om actie te ondernemen om het aantal schietpartijen op Palestijnen door soldaten op de Westelijke Jordaanoever te verminderen. Ook verklaarde hij streng op te willen treden tegen soldaten die zich niet aan de regels houden. ‘We zullen je steunen als je handelt naar bevelen, maar we accepteren geen uitzonderingen. We zullen je steunen wanneer je je verstand gebruikt, zelfs als er fouten zijn, maar we accepteren geen roekeloosheid,’ aldus Kochavi. Gezien de op 16 augustus doodgeschoten jonge Palestijnen lijken Kochavi’s woorden vooralsnog geen effect te hebben gehad.
De Israëlische minister van Defensie Benny Gantz heeft naar verluidt de bijeenroeping van de Hogere Planningsraad van de Civiele Administratie goedgekeurd. Deze raad is de Israëlische overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor het goedkeuren van bestemmingsplannen, planning en bouwvergunningen op de Westelijke Jordaanoever.
De raad komt volgende week bijeen en zal naar verwachting plannen bespreken voor de goedkeuring van 1.956 eenheden in Israëlische nederzettingen, die verspreid zijn over de Westelijke Jordaanoever en in strijd zijn met het internationaal recht. Hoogst ongebruikelijk is dat bekend werd dat de raad naar verwachting ook vijf plannen voor Palestijnse dorpen zal bespreken, die samen 863 woningen omvatten in het C-gebied van de Westelijke Jordaanoever. Normaliter verbiedt Israël de bouw van woningen voor Palestijnen grotendeels.
De Israëlische organisatie Peace Now, die de ontwikkelingen van de illegale Israëlische kolonies monitort en daartegen actie voert, is sceptisch over aankondiging. ‘Het lijkt erop dat de goedkeuring van een handvol plannen voor de Palestijnen alleen bedoeld is om te proberen de kritiek op de regering te verminderen en de Amerikaanse regering te behagen in de aanloop naar het verwachte bezoek van premier Bennett aan Washington in de komende weken,’ aldus de Peace Now.
De plannen voor Palestijnse bouw die in de vergadering van volgende week zullen worden besproken, hebben betrekking op vijf Palestijnse dorpen: al-Ma’asara (district Bethlehem, 150 wooneenheden), Bir al-Basha (district Jenin, 270 wooneenheden), al-Masqufa (district Tulkarem) , 233 wooneenheden), Khirbet ‘Aaba (district Jenin, 160 wooneenheden) en Khirbet Zakariya (district Bethlehem, 50 wooneenheden).
Volgens Peace Now hebben veel van de plannen die zullen worden besproken betrekking op reeds bestaande woningen die met terugwerkende kracht worden goedgekeurd. De eventuele goedkeuring van de 863 wooneenheden in kwestie zou daarmee niet noodzakelijkerwijs nieuwe Palestijnse bouw betekenen.
Bovendien waarschuwt de groep dat hoewel de Hogere Planningsraad de plannen om deze Palestijnse eenheden goed te keuren zal bespreken, het proces waarschijnlijk niet veel verder zal komen dan dat punt. ‘In de afgelopen jaren zijn er bijna geen nieuwe plannen goedgekeurd voor de bouw in Palestijnse dorpen in het C-gebied,’ aldus de organisatie. Eerdere Israëlische intentieverklaringen om de bouw voor Palestijnen goed te keuren leidden er bijna altijd toe dat weinig formeel werd goedgekeurd.
Het geweld van Israëlische kolonisten tegen Palestijnen op de bezette Westelijke Jordaanoever houdt onverminderd aan. Ook afgelopen week voltrok zich een aantal incidenten waarbij kolonisten Palestijnen, hun huizen en hun bezittingen aanvielen. Op 11 augustus viel een groep kolonisten uit Yitzhar, een nederzetting die berucht is om zijn extremistische inwoners, Palestijnse huizen in het dorp Urif aan. Volgens lokale bronnen slaagden inwoners van Urif erin de aanval af te weren, totdat Israëlische troepen het gebied betraden om bescherming te bieden aan de kolonisten en slaags raakten met lokale jongeren. Op 14 augustus belaagde een groep kolonisten uit Kiryat Arba, begeleid door Israëlische bezettingstroepen, de huizen van Palestijnen in de Wadi Hasin-buurt in Hebron. Een veertigjarige vrouw raakte daarbij gewond, en moest in het ziekenhuis aan haar verwondingen behandeld worden.
Volgens VN-organisatie OCHA, die verantwoordelijk is voor de coördinatie van humanitaire zaken in de bezette Palestijnse gebieden, voerden Israëlische kolonisten dit jaar al 306 aanvallen uit op Palestijnen en hun bezettingen. In heel 2020 registreerde OCHA in totaal 352 kolonistenaanvallen.
Vier VN-mensenrechtenexperts hebben in een verklaring kritiek geuit op de inval van het Israëlische leger op het hoofdkantoor van Defence for Children International Palestine (DCIP) op 29 juli. De experts dringen er met name bij de Israëlische regering op aan de ingenomen vertrouwelijke documenten en kantoormaterialen terug te geven.
De experts prijzen bovendien het werk van DCIP in de bezette Palestijnse gebieden. ‘In de afgelopen jaren heeft DCIP kritisch en betrouwbaar gerapporteerd over de patronen van arrestaties, verminkingen en moorden van Palestijnse kinderen door het Israëlische leger op de bezette Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem en Gaza,’ aldus de vier experts. Het werk van de organisatie is dan ook onmisbaar voor het creëren van ‘een mate van hoognodige verantwoording bij het documenteren en onderzoeken van de ontmoedigende mensenrechtentrends in het bezette Palestijnse gebied.’
Een bezettende mogendheid die mensenrechten hoog in het vaandel draagt zou mensenrechtenverdedigers moeten beschermen en hun werk moeten ondersteunen, in plaats van hen aan te vallen en uit te sluiten, zo beargumenteren de experts. Om die reden roepen zij Israël dan ook op een onafhankelijk orgaan op te richten dat op een transparante, eerlijke en publieke manier onderzoek doet naar mensenrechtenschendingen in de bezette Palestijnse gebieden.
In een eerdere verklaring had VN-expert Mary Lawlor al haar zorgen geuit over de arrestaties, intimidatie, criminalisering van en bedreigingen tegen mensenrechtenverdedigers in de bezette Palestijnse gebieden en Israël. In haar verklaring riep Lawlor Israël op ervoor te zorgen dat alle Palestijnse mensenrechtenverdedigers worden beschermd.
The Rights Forum heeft zich samen met DCI Nederland en andere partners uitgesproken tegen deze invallen.
De afgelopen week is opnieuw een aantal Palestijnse families dakloos geraakt als gevolg van de sloop van hun huizen. Op 10 augustus werden zeven families in Beit Hanina, ten noorden van Jeruzalem, gedwongen hun huizen zelf te slopen. Tenminste veertig mensen raakten daardoor dakloos. Enkele dagen later was ook de Palestijn Mohammed Dwaik genoodzaakt zijn eigen huis in At-Tur, Oost-Jeruzalem, te slopen. In beide gevallen gingen de Palestijnse families over tot de sloop van hun huizen om te voorkomen dat de Israëlische gemeente hen hoge boetes oplegde voor het ‘bouwen zonder een vergunning’. Dergelijke bouwvergunningen worden aan Palestijnen bijna nooit toegekend.
In andere gevallen was het het Israëlische leger dat de sloop van Palestijnse huizen of andere bezittingen uitvoerde. Op 10 augustus vernielden bezettingstroepen met bulldozers een stuk weg van één kilometer lang in Battir, ten westen van Bethlehem. Een aantal Palestijnen verzamelde zich in het gebied om te protesteren tegen de sloop van de weg, waarna de aanwezige Israëlische soldaten de zestigjarige Zaki al-Batma, een lid van de gemeenteraad van Battir, verwondden. Diezelfde dag sloopten Israëlische soldaten een huis in Silwan, Oost-Jeruzalem. Volgens het Wadi Hilweh Information Center in Silwan was het huis van twee broers en hun families. Zij werden gedwongen hun bezittingen uit het huis te halen, alvorens het met de grond gelijk werd gemaakt. Twaalf Palestijnen, waaronder veel kinderen, raakten dakloos als gevolg van de sloop.
Op 11 augustus waren vooral agrarische bouwwerken het mikpunt van sloopacties. Zo sloopten Israëlische bezettingstroepen een kippenboerderij in het dorp Al-Walaja, in de buurt van Bethlehem. Khader al-A’raj, het hoofd van de Al-Walaja dorpsraad, verklaarde dat het leger een week eerder een sloopbevel had uitgevaardigd onder het voorwendsel dat de boerderij gebouwd zou zijn zonder vergunning, en vervolgens tot sloop was overgegaan zonder voldoende tijd te hebben gegeven voor een beroep. De meeste van de driehonderd kippen overleden onder het puin van de boerderij omdat de soldaten de eigenaar van de boerderij geen tijd gunden zijn kippen ergens anders onder te brengen. Diezelfde dag werden in Yatta, nabij Hebron, een huis, waterput en agrarische gebouwen gesloopt. Op videobeelden is te zien hoe bulldozers de gebouwen met de grond gelijk maken, onder toeziend oog van een aantal soldaten en de Palestijnse eigenaren.
Het Internationaal Strafhof in Den Haag overweegt onderzoek te gaan doen naar de sloop van de bedoeïenengemeenschap Khirbet Humsah in de Jordaanvallei. Khirbet Humsah wordt herhaaldelijk getroffen door het Israëlische leger. Naar aanleiding van de laatste sloopactie op 7 juli, toen Israëlische bezettingstroepen 38 gebouwen met de grond gelijk maakten en voedselvoorraden en watervoorzieningen confisqueerden, diende de organisatie Combatants for Peace namens de bewoners van Khirbet Humsah een petitie in bij het Strafhof. Op basis van die petitie beraadt het Strafhof zich nu op eventuele volgende stappen.