Met onder andere: Israël voert grootschalige sloopacties uit, opnieuw Palestijn gedood door Israëlische militairen in Beita, en The Rights Forum veroordeelt aanval op Palestijnse kinderrechtenorganisatie.
In twee dagen tijd heeft Israël een groot aantal Palestijnse huizen en andere gebouwen gesloopt. In totaal werden elf huizen, dertien winkels en veertien agrarische gebouwen met de grond gelijk maakt. Als gevolg van de sloopacties raakten 75 Palestijnen dakloos, onder wie 47 kinderen.
De grootste sloopacties vonden plaats op 5 augustus in Badu al-Mu’arrajat, ten westen van Jericho, en op 4 augustus in het dorp Hizma, ten noordoosten van Jeruzalem. In Badu al-Mu’arrajat en omliggende dorpen werden onder andere vier oude waterputten gesloopt. De putten voorzagen twaalf Palestijnse families van drinkwater en water voor het onderhouden van hun vee. In Hizma werden dertien winkels met de grond gelijk gemaakt, waaronder een ijzerhandel, een auto-onderdelenwinkel en een supermarkt.
Ook op andere locaties op de Westelijke Jordaanoever voerde het Israëlische leger de afgelopen weken slooporders uit. Een van de acties trof het bedoeïenendorp Al-Araqib in de noordelijke Jordaanvallei, dat op 5 augustus voor de 191ste keer door de Israëlische autoriteiten werd afgebroken. Op 9 augustus werden daarnaast nog eens drie commerciële gebouwen en een watertank gesloopt in Yabad, ten zuidwesten van Jenin.
Israëlische soldaten hebben op 6 augustus de 37-jarige Palestijn Emad Dweikat uit het dorp Beita doodgeschoten. Dweikat werd in zijn borst geraakt met scherpe munitie en met spoed naar het ziekenhuis gebracht, waar hij dood werd verklaard. Hij was een vader van vijf kinderen, van wie de jongste slechts twee maanden oud is.
Beita is het toneel van voortdurende protesten nadat Israëlische kolonisten op 2 mei met hulp van het leger begonnen met de bouw van een nieuwe kolonie (‘nederzetting’) op land van de Palestijnse dorpen Beita, Qabalan en Yatma. Sindsdien hebben zich complete veldslagen afgespeeld tussen de lokale Palestijnse bevolking enerzijds en het Israëlische leger en extremistische kolonisten anderzijds.
Dweikat is de achtste Palestijn die in de afgelopen maanden bij de confrontaties in Beita door Israëlische troepen is doodgeschoten. Op de dag dat Dweikat om het leven kwam verwondden Israëlische soldaten ook een kind en een journalist die in Beita was om verslag te doen van de protesten tegen de nieuwe kolonie. Beiden werden in hun benen geschoten.
Een dag voordat Dweikat werd gedood bezocht een Europese delegatie Beita als reactie op een toename in kolonistengeweld op de Westelijke Jordaanoever en de nieuwe illegale Israëlische kolonie. Ook het hoofd van de Nederlandse missie in de Palestijnse gebieden was daarbij aanwezig. In een persbericht over het Europese bezoek veroordelen de deelnemers het kolonistengeweld in en rondom Beita, benadrukken zij de illegaliteit van de Israëlische kolonies en roepen zij Israël op om aan hun internationaalrechtelijke verplichtingen te voldoen en de Palestijnse bevolking in bescherming te nemen.
De Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem heeft een video naar buiten gebracht waarop te zien is hoe een kolonist Palestijnen beschiet met het wapen van een Israëlische soldaat. Het incident vond plaats op 26 juni, tijdens een kolonistenaanval op het dorp a-Tuwani in een gebied ten zuiden van Hebron. Het Israëlische leger bevestigt dat de kolonist inderdaad het wapen van een soldaat gebruikte, maar benadrukt dat de kolonist in de lucht schoot. De soldaat zou vervolgens ondervraagd zijn door zijn commandant, waarna hem ‘de procedures zijn duidelijk gemaakt’. Volgens Jum’a Reb’i, een inwoner van a-Tuwani, schoot de kolonist niet in de lucht maar mikte hij op het huis waar zich hij met zijn vrouw en kinderen verscholen had.
Israëlische kolonisten voeren al jaren regelmatig aanvallen uit op Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever. De afgelopen maanden zijn echter gekenmerkt door een toename in de frequentie en intensiteit van kolonistenaanvallen. Bovendien wijst een onderzoek van Local Call, The Intercept en +972 Magazine uit dat Israëlische kolonisten en militairen op verschillende gelegenheden gezamenlijk hebben geopereerd en aanvallen hebben uitgevoerd op Palestijnse dorpen. Bij deze acties kwamen vier Palestijnen om het leven. Het incident in a-Tuwani lijkt opnieuw te bevestigen dat kolonisten en Israëlische soldaten als gezamenlijke milities optreden.
A-Tuwani was niet de enige plek op de Westelijke Jordaanoever waar de afgelopen week kolonistenaanvallen plaatsvonden. Op 6 augustus hakten kolonisten tientallen olijfbomen neer bij het dorp al-Jaba’a, ten zuidwesten van Bethlehem. De bomen waren meer dan zestig jaar oud. Het is onduidelijk hoeveel bomen door de kolonisten zijn verwoest, omdat het de Palestijnse landeigenaren slechts twee keer per jaar is toegestaan hun land te betreden en zij daarom niet in staat zijn de schade op te nemen. Op 8 augustus vielen kolonisten daarnaast een Palestijnse jongeman aan in de buurt van een illegale buitenpost in Beit Dajan, ten oosten van Nablus. Zij bespoten hem met pepperspray en schoten hem in zijn been, waarna hij moest worden opgenomen in een ziekenhuis in Nablus.
Israëlische kolonisten worden bijna nooit verantwoordelijk gehouden voor hun aanvallen op Palestijnen. Dat benadrukt de bekende Palestijnse mensenrechtenverdediger Issa Amro op Twitter. Amro deelde op 7 augustus een video waarop is vastgelegd hoe een kolonist een Palestijn in zijn gezicht slaat en een steen naar hem gooit. Hoewel een Israëlische soldaat aanwezig is en de kolonist uiteindelijk wegstuurt, benadrukt Amro dat ‘kolonist vrij [is] zonder enige vorm van verantwoordelijkheid’.
Op donderdag 29 juli heeft het Israëlische leger een inval gedaan op het hoofdkantoor van Defence for Children International Palestine. Het hoofdkantoor van de organisatie ligt dichtbij Ramallah, notabene in gebied A, het kleine stukje gebied waar de Palestijnse Autoriteit volgens de Oslo-akkoorden de volledige veiligheids- en administratieve controle zou moeten hebben. Bij de inval zijn zes computers, twee laptops, harde schijven en cliëntdossiers meegenomen gerelateerd aan kinderen die die in de Israëlische militaire rechtbank juridisch worden bijgestaan door advocaten van Defence for Children International Palestine. De kinderrechtenorganisatie heeft de inval veroordeeld in een verklaring, die is medeondertekend door The Rights Forum.
Kinderen in de Palestijnse gebieden hebben recht op bescherming en juridische bijstand. Het is een onaanvaardbare inbreuk op de rechtsstaat dat het Israëlische leger dossiers van kinderen in procedures in beslag neemt. Het werk van Defence for Children International Palestine en daarmee het bijstaan van kinderen in hun juridische procedure en het opkomen voor hun rechten, zoals is vastgelegd in het VN-Kinderrechtenverdrag, wordt met de inval zeer bemoeilijkt.
Naast The Rights Forum en Defence for Children Nederland (DCI Nederland) hebben ook War Child Nederland, Plan International Nederland, Terre des Hommes Nederland, gate48 – kritische Israëli’s in Nederland, Kairos Sabeel Nederland, Een Ander Joods Geluid en Palestine Link de verklaring ondertekend. Deze laatste 4 organisaties hebben samen met DCI Nederland en The Rights Forum daarnaast minister Kaag in een brief verzocht zich met spoed hierover uit te spreken en stappen te ondernemen bij de Israëlische autoriteiten om aan deze vormen van geweld terstond een einde te maken en de veroorzaakte schade van de inval te vergoeden.
Ondanks het staakt het vuren tussen Hamas en Israël dat op 21 mei tot stand kwam hebben Israëlische gevechtsvliegtuigen in de nacht van 6 op 7 augustus verschillende bombardementen uitgevoerd op doelen in het noorden van de Gazastrook. In een door Israëlische media gepubliceerde verklaring maakte het Israëlische leger bekend dat het een kamp en een raketlanceringspositie van Hamas heeft getroffen. Het leger waarschuwde bovendien dat het zou ‘blijven reageren met aanvallen op terreurpogingen vanuit Gaza.’ Daarmee verwees het leger naar ballonnen die een dag eerder in Gaza werden opgelaten met de bedoeling brand te stichten in Israël. Als gevolg van de ballonnen braken tenminste vier branden uit in Eshkol, de regio in Israël die grenst aan Gaza. Palestijnse bronnen melden dat drie Palestijnse huizen werden getroffen door de Israëlische bombardementen.
Het Amerikaanse Agentschap voor Internationale Ontwikkeling (USAID) heeft op 4 augustus aangekondigd dat het zijn activiteiten in de bezette Palestijnse gebieden gaat hervatten. Drie jaar geleden schortte USAID zijn werkzaamheden in de Palestijnse gebieden op, nadat de toenmalige Amerikaanse president Donald Trump opdracht gaf alle vormen van steun aan de Palestijnen stop te zetten. In een verklaring schrijft het Agentschap dat het ‘al zijn activiteiten in Palestina zal hervatten en eraan zal werken om steun te verlenen aan vitale en humanitaire projecten.’ De directeur van de Palestijnse Waterautoriteit, Mazen Ghoneim, verwelkomde het besluit van USAID en benadrukte de noodzaak van internationale steun, met name op het gebied van watervoorziening.
De Palestinian Prisoners Club, een organisatie die zich sinds 1993 inzet voor Palestijnse politieke gevangenen in Israëlische gevangenissen, waarschuwt in een verklaring voor de verslechterende omstandigheden van Palestijnse gevangenen in de Ashkelon-gevangenis. Volgens de organisatie is het aantal gedetineerden de afgelopen tijd toegenomen, waardoor de gevangenis overvol is geraakt. Het risico op besmetting met het coronavirus is daarom hoog, terwijl de medische faciliteiten in de gevangenis ontoereikend zouden zijn en er op een nalatige manier wordt omgesprongen met medische klachten van de gevangenen.