Israëlisch leger sloopt vredeskamp voor derde keer

Voor de derde keer in anderhalve week vernielden Israëlische bezettingstroepen het Sumud Vrijheidskamp bij Hebron. Maar de joodse en Palestijnse vredesactivisten willen van geen wijken weten. ‘Bezetting is niet ons jodendom!’

Voor de derde keer in anderhalve week vernielden Israëlische bezettingstroepen het Sumud Vrijheidskamp bij Hebron. Drie Palestijnen werden opgepakt. Maar de joodse en Palestijnse vredesactivisten willen van geen wijken weten. ‘Bezetting is niet ons jodendom!’

Driehonderd vredesactivisten maken zich op 19 mei op voor de bouw van het Sumud Vrijheidskamp.

‘We blijven hier net zo lang tot we ons land terughebben. Ook zonder matrassen en voedsel zullen we ons geweldloos blijven verzetten. ‘Sumud’ betekent standvastigheid.’

Sami Huraini is een van de drie Palestijnen die maandagmiddag bij de Israëlische inval in het Sumud Vrijheidskamp op de bezette Westelijke Jordaanoever werden opgepakt en later weer werden vrijgelaten. In een verklaring tegenover persbureau Ma’an geeft hij een toelichting op wat alweer de derde Israëlische inval in anderhalve week is. ‘Het geweld onderstreept dat het leger een duidelijke agenda heeft: ons van ons eigen land weghouden.’

Verdreven Palestijnen keren terug

Ruim anderhalve week geleden zetten zo’n driehonderd Palestijnen en buitenlandse sympathisanten het kamp in de South Hebron Hills op. De locatie is niet toevallig gekozen: dit is, of liever was, het Palestijnse dorpje Sarura. Twintig jaar geleden pakten de bewoners van de eenvoudige woningen – deels grotwoningen – hun spullen en vertrokken, bezweken onder het geweld en de druk van Israëlische kolonisten en de bezettingstroepen. Maar nu zijn de eersten terug. Met de hulp van de sympathisanten willen ze Sarura weer bewoonbaar maken, zodat ook de overige bewoners kunnen terugkeren.

Het vredeskamp is opgezet door een coalitie van Palestijnse en joodse organisaties die zich verbonden hebben in geweldloos verzet tegen de Israëlische bezetting en kolonisering van Palestijns land. Onder de driehonderd activisten die het kamp opbouwden zijn 130 joden, de meesten afkomstig uit de Verenigde Staten, anderen uit Canada, Europa, Australië en Israël.

‘We zijn hier in solidariteit met de geweldloze Palestijnse verzetsbeweging’, vertelt een van hen in een video op het webzine +972. ‘Onze eis is dat de bewoners van Sarura naar hun land kunnen terugkeren en gewoon hun leven kunnen leiden. Het onthouden van mensenrechten aan de Palestijnen is niet een onderwerp waarover joden het zwijgen zullen bewaren. Bezetting is niet ons jodendom!’

Joodse activisten: pijnlijke worsteling

Veel van de joodse deelnemers hebben een lange worsteling achter de rug. De gewaarwording dat de realiteit van de bezetting botst met hun joodse identiteit en ideaalbeeld van Israël was pijnlijk en schokkend. In een ingezonden stuk in de Israëlische krant Haaretz [betaalmuur] brengt Ilana Sumka, directeur van het Center for Jewish Nonviolence, dit bekende fenomeen treffend onder woorden:

Like many Jews around the world, it took time for me to realize I couldn’t reconcile this reality of Israel’s occupation with the Israel I thought I knew. For me, it took living in Israel for seven years, studying and eventually traveling in the West Bank every day to witness first-hand the rise of settlements and the on-going displacement of Palestinians to reach a conclusion that terrified me, and that I had not been able previously to accept.

Israeli policy in the West Bank is based on racial and ethnic discrimination in which Jewish rights and Jewish access to land are privileged over and at the expense of Palestinian rights and Palestinian access to land. There is no moral case to be made that justifies the separate legal systems, the unequal access to basic resources, the impunity that settlers enjoy or the constant harassment, violence, and displacement that Palestinians face. There is certainly no Jewish case to be made for this.

De ‘voortgaande Nakba’

Net als onder meer de noordelijke Jordaanvallei en het E1-gebied vormen de South Hebron Hills een hotspot waar de lokale Palestijnse bevolking gaandeweg het leven onmogelijk wordt gemaakt of botweg wordt verjaagd. In Sarura en omgeving volgde dit proces een overbekend patroon: grote stukken land, waaronder privégrond van Palestijnen, werden door Israël tot ‘gesloten militaire zone’ en ‘publiek land’ (state land) verklaard, met voor de veertien Palestijnse gemeenschappen in het gebied desastreuze gevolgen – bijvoorbeeld de reële mogelijkheid tot ‘illegale bewoner’ van je eigen huis en grond te worden verklaard. Dit gestage proces van verdrijving wordt vaak aangeduid als ‘de voortgaande Nakba’, een verwijzing naar de verdrijving van driekwart miljoen Palestijnen in 1947-1949 – de Nakba (Catastrofe).

In een heldere schets van dit proces beschrijft het Office for the Coordination of Humanitarian Affairs van de VN (OCHA) hoe vele honderden Palestijnen gedwongen waren uit de South Hebron Hills te vertrekken, en de nog resterende gemeenschappen onder permanente druk staan, inmiddels deels ingesloten door een ring van illegale Israëlische nederzettingen. OCHA schrijft dat de Westelijke Jordaanoever voor 18 procent uit Firing Zones bestaat, waarbinnen nog minstens vijfduizend Palestijnen leven, verdeeld over 38 gemeenschappen. Voor hun elementaire levensbehoeften zijn ze aangewezen op internationale steun, die op zijn beurt geregeld door Israël wordt gesaboteerd.

Internationale solidariteit noodzakelijk

De principieel geweldloze Palestijnse verzetsbeweging is sinds haar ontstaan begin deze eeuw gestaag gegroeid. De wekelijkse protestmarsen van de bewoners van dorpen als Nabi Saleh en Bil’in zijn er het symbool van. Een massabeweging is ze echter nog niet. Daarvoor is ze vooralsnog te versnipperd. Nadelig is ook dat er internationaal weinig belangstelling voor de beweging bestaat. Westerse media lijken meer geïnteresseerd in gewelddadig dan in geweldloos verzet. Internationale aandacht en solidariteit zijn noodzakelijk om initiatieven zoals het Vrijheidskamp te doen slagen.

Hoe belangrijk die solidariteit is blijkt ook uit de woorden van Ilana Sumka, de directeur van het Center for Jewish Nonviolence, in Haaretz. De Israëlische militairen die het vredeskamp vernielden durfden het niet aan tientallen joodse geweldloze activisten die hun acties op video vastlegden op te pakken. Voeren Palestijnen actie zonder de aanwezigheid van grote aantallen buitenlanders, dan maken bezettingstroepen er snel en hardhandig een eind aan, schrijft Sumka vanuit het vredeskamp. Geen haan die ernaar kraait.

De snelle groei van haar vanuit de VS geleide organisatie biedt hoop, stelt Sumka. Ze is realist genoeg om te beseffen dat verdere groei noodzakelijk is, maar dat de geweldloze beweging in principe in staat is het bezettingsregime op de knieën te dwingen staat voor haar vast:

It will take more than busloads of American Jews standing in solidarity in the West Bank to end the occupation. But tonight, my Palestinian, Israeli and Jewish American friends are sitting around a campfire drinking hot tea, showing the world an alternative to the status quo. When we turn our privilege into power for our oppressed sisters and brothers, and when we value justice and shared humanity over displacement and discrimination, we win.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy