Israëlische militair die Palestijnse hulpverleenster in Gaza doodde beging oorlogsmisdaad

Medisch hulpverleenster Razan al-Najjar bevond zich op 110 meter van de Israëlische schutter die haar doodde en vormde geen enkele bedreiging, blijkt uit onderzoek van The New York Times. Ook uit andere gegevens die de krant presenteert blijkt dat Israël zich tijdens de Palestijnse demonstraties in Gaza bezondigde aan ernstige misdaden.

Razan al-Najjar, op een foto kort voor haar dood, en twee collega’s in tranen na het nieuws van haar dood.

De Israëlische militair die op 1 juni 2018 in Gaza de 21-jarige Palestijnse medisch hulpverleenster Razan al-Najjar doodschoot beging een oorlogsmisdaad. Dat is de onvermijdelijke conclusie van de uitvoerige reconstructie die The New York Times van het voorval maakte. De krant interviewde vele tientallen personen, analyseerde meer dan duizend video’s en foto’s, maakte een driedimensionale grafische reconstructie en bezocht de Israëlische scherpschutters bij het zogenoemde ‘grenshek’ aan de rand van de Gazastrook.

Dood van een hulpverleenster

De hulpverleenster werd gedood terwijl zij gewonden verzorgde tijdens een demonstratie in het kader van de ‘Grote Mars van Terugkeer’ in Gaza. Zij bevond zich volgens collega’s honderd meter van het grenshek toen ze in de rug werd geschoten, meldden wij destijds. Haar kleding maakte haar duidelijk herkenbaar als hulpverleenster. Naast Al-Najjar werden nog twee medisch hulpverleners getroffen die zich in haar directe nabijheid bevonden.

Al-Najjars dood maakte een golf van verontwaardiging en pleidooien voor grondig onderzoek naar mogelijke Israëlische oorlogsmisdaden los. In twee maanden tijd waren op dat moment al 128 demonstranten gedood en vele duizenden gewond geraakt. Onder de slachtoffers waren ongewapende demonstranten, kinderen, hulpverleners en journalisten. Al-Najjar was de tweede medisch hulpverlener die werd gedood. In Nederland deden dertig organisaties en medisch professionals (vergeefs) een beroep op minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken om het Israëlische geweld te veroordelen.

Israël stelde dat de scherpschutters die langs het hek werden ingezet niet op medici schoten en slechts in allerlaatste instantie gericht geweld gebruikten – alléén als er Israëlische levens direct werden bedreigd en als traangas en waarschuwingsschoten niet hadden geholpen om demonstranten op afstand te houden. Enkele dagen na haar dood publiceerde het leger bovendien een filmpje over Al-Najjar waarin haar ‘werkelijke identiteit als menselijk schild voor Hamas’ werd ‘onthuld’. Het bleek al snel te gaan om aan elkaar geplakte fragmenten uit een bestaand interview met Al-Najjar – een knullig en onsmakelijk staaltje propaganda, bedoeld om haar in een kwaad daglicht te stellen.

Oorlogsmisdaad

De reconstructie van The New York Times laat geen spaan heel van de Israëlische propaganda. In een lang artikel en een documentaire van 17 minuten maakt de krant duidelijk dat Al-Najjar zich zeker negentig meter van het hek en 110 meter van de Israëlische scherpschutter bevond toen ze werd gedood. Er werd op dat moment niet in de nabijheid van het hek gedemonstreerd. Al-Najjar bevond zich tussen demonstranten die herstelden van een aanval met traangas. In haar directe nabijheid waren nog zeven medisch hulpverleners aan het werk, allen duidelijk herkenbaar aan hun kleding.

De scherpschutter schoot op de mensenmassa en gebruikte zware munitie, die uit elkaar spat als de kogel de grond raakt. Dat was ook wat er gebeurde: de fragmenten van de kogel doodden Al-Najjar en verwondden twee andere hulpverleners. De krant concludeert dat Israël de complete groep betogers die zich op honderd meter afstand bevond als ‘directe bedreiging’ beschouwde, waarop geschoten mocht worden:

Israel says it uses lethal force as a last resort, against imminent threats to Israeli lives. But at the border fence we found it takes a more permissive approach. It treated the crowd of protestors itself as an imminent threat, and allowed soldiers to shoot pre-emptively at targets witin it to prevent a breach, putting non-violent protestors, bystanders and medics at risk.

Voor professor Ryan Goodman van de universiteit van New York, een vooraanstaand deskundige op het gebied van oorlogsrecht die door de krant werd geraadpleegd, is de zaak zo klaar als een klontje: door welbewust in de richting van de medici te schieten passeerde de schutter alle grenzen en beging hij een oorlogsmisdaad:

I’m not saying it’s close to the line. I’m saying it crosses the line.

Israëlische desinformatie

Volgens Palestijnse bronnen werden tijdens de demonstratie van 1 juni veertig Palestijnen met scherpe munitie neergeschoten. Een Israëlische officier vertelde de Times echter dat scherpschutters die dag vier demonstranten neerschoten, allen omdat ze ‘geweld gebruikten’. De krant ging de omstandigheden waaronder deze vier werden beschoten zorgvuldig na en concludeert dat drie van hen zich op minstens tientallen meters van het hek bevonden toen ze werden geraakt. Een van hen, een oudere man, zelfs 140 meter.

De vierde persoon zou volgens de officier een Palestijn in een geel shirt zijn die aan het hek trok en stenen naar de Israëlische militairen gooide. Hij zou om 18.31 uur zijn neergeschoten, het tijdstip waarop Al-Najjar en haar twee collega’s werden geraakt. Op dat moment bevond zich een man in een geel shirt in hun nabijheid, op 110 meter van de schutter. Hij vormde voor niemand een bedreiging en werd niet door de kogel geraakt.

Tientallen Palestijnen ‘onopzettelijk’ gedood

De Israëlische lezing van het ‘zorgvuldige’ optreden van de militairen tijdens de demonstraties in Gaza is om nóg een reden ongeloofwaardig. In augustus vertelde een hoge Israëlische officier de Times off the record dat op dat moment zestig tot zeventig demonstranten ‘onopzettelijk’ door scherpschutters waren gedood. Dat was het gevolg van afketsende kogels en van slecht mikken: het zou de bedoeling zijn geweest de demonstranten in de benen te schieten.

Dat alarmerende gegeven had voor de legerleiding aanleiding moeten zijn de schietinstructies te herzien, concludeert de Times. Het nalaten daarvan is op zichzelf een schending van het oorlogsrecht. ‘Het hoge aantal onopzettelijke doden en Israëls fout om de schietinstructies niet aan te passen, doet de vraag rijzen of het hier om vergissingen ging of om beleid’, schrijft de krant.

Niemand verantwoordelijk gehouden

Het onderzoek van de Times maakt onomstotelijk duidelijk dat Israël zich tijdens de demonstraties in het kader van de Grote Mars van Terugkeer die sinds 30 maart plaatsvinden bij herhaling of zelfs structureel bezondigde aan ernstige misdaden. Daarvoor is tot dusver niemand verantwoordelijk gesteld. In drie gevallen, waaronder de dood van Al-Najjar, heeft Israël na lang wachten een strafrechtelijk onderzoek ingesteld. In Al-Najjars zaak gebeurde dat op 29 oktober. De resultaten laten vooralsnog op zich wachten.

Bij de demonstraties zijn volgens tellingen van The Rights Forum ruim tweehonderd Palestijnen gedood. De Times houdt het op 185, onder wie 32 kinderen. Ruim zesduizend Palestijnen liepen schotwonden op, meldt de krant. Een veelvoud van dat aantal moest worden behandeld aan blootstelling aan traangas of andere verwondingen. Aan de Israëlische kant van het hek viel één dode: een militair die door een Palestijnse scherpschutter werd doodgeschoten.

Het onderzoek van de Times volgt kort op een onderzoek van de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem naar Israëlische manipulatie van filmbeelden van een bombardement op Gaza, waarbij twee Palestijnse jongens van 14 werden gedood. Zowel de Times als B’Tselem liet zich bijstaan door het Britse onderzoeksbureau Forensic Architecture. In beide gevallen is sprake van gedegen onderzoeksjournalistiek waarmee ernstige misdaden worden gedocumenteerd. Het onderzoek van de Times levert bovendien een fraai portret op van Razan al-Najjar, een bijzondere jonge vrouw die vastbesloten was in de openluchtgevangenis die Gaza is haar eigen leven op te bouwen.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy