Groothandel Makro erkent dat het dadels verkoopt uit illegale Israëlische kolonies in bezet Palestijns gebied. Het bedrijf geeft daarmee toe betrokken te zijn bij schendingen van de mensenrechten.
Groothandel Makro erkent dat het dadels verkoopt uit illegale Israëlische kolonies in bezet Palestijns gebied. Het bedrijf geeft daarmee toe betrokken te zijn bij schendingen van de mensenrechten
Het mag een primeur heten: producten in de Nederlandse winkel die als land van herkomst ‘West bank settlement’ vermelden, oftewel ‘Nederzetting op de Westelijke Jordaanoever’. De omschrijving werd onlangs bij groothandel Makro aangetroffen op dozen met dadels van de variëteit ‘Medjoul’ die onder de merknaam Bomaja worden verkocht.
In september publiceerden wij een artikel over dadels die in Nederlandse winkels worden verkocht zonder de exacte herkomst te vermelden. Op grond van onderzoek stelden wij dat de dadels afkomstig zijn uit illegale Israëlische kolonies (de zogenoemde ‘nederzettingen’) in de door Israël bezette Palestijnse Jordaanvallei. Ook toonden we aan hoe die herkomst door Nederlandse importeurs en verkopers wordt verdoezeld, onder andere door op de verpakking te vermelden dat de dadels uit Israël of zelfs uit Nederland afkomstig zouden zijn.
In het artikel noemden wij een aantal betrokken bedrijven, waaronder importeur The Peanut Company, groothandel Makro en de supermarkten Dirk en DekaMarkt. Begin oktober schreven wij de vier bedrijven aan met als doel hen inzicht te geven in de consequenties van hun handelen, zowel ten aanzien van de mensenrechten als van consumentenbelangen.
De beide supermarkten lieten weten onze informatie serieus te nemen en hun handelen grondig te willen onderzoeken alvorens te reageren. Veel winkeliers zijn zich niet bewust dat zij producten verkopen uit de illegale Israëlische kolonies, en evenmin dat zich in hun productketens handelspartners bevinden die betrokken zijn bij schendingen van de mensenrechten en mogelijke oorlogsmisdaden. Onderzoek daarnaar juichen wij toe.
Groothandel Makro reageerde tot dusver niet op ons schrijven, maar paste wel de verpakking van zijn dadels aan. Bij de vestiging in Nijmegen troffen we dozen Bomaja-dadels aan met de herkomstvermelding ‘West bank settlement’.
Hiermee komt de Makro-vestiging enigszins tegemoet aan haar verplichting om consumenten naar waarheid te informeren. Afgelopen maand oordeelde het Europees Hof van Justitie dat producten uit Israëlische kolonies voorzien dienen te worden van een etiket waarop die herkomst staat vermeld.
In de bindende uitspraak stelt het Hof dat consumenten weloverwogen keuzes dienen te kunnen maken. Dat betekent volgens het Hof dat winkeliers hen van correcte informatie dienen te voorzien, ‘met aandacht voor niet alleen gezondheids-, milieu-, economische of sociale aspecten, maar ook ethische aspecten of aspecten die betrekking hebben op de eerbiediging van het internationaal recht’.
Wat dit laatste punt betreft benadrukt het Hof dat Israël op de Westelijke Jordaanoever (inclusief de eigenlijke Jordaanvallei) en in Oost-Jeruzalem ‘aanwezig is als bezettingsmacht en niet als soevereine entiteit’. Bovendien vormen de nederzettingen ‘de concrete uitdrukking van een door die staat buiten zijn grondgebied uitgevoerd beleid waarbij bevolkingsdelen worden overgebracht, hetgeen in strijd is met de regels van internationaal humanitair recht’. Datzelfde geldt voor de Israëlische nederzettingen op de Syrische Hoogvlakte van Golan (Jawlan).
Met de vermelding ‘West bank settlement’ voldoet de Makro in Nijmegen niet volledig aan de uitspraak van het Hof. Afgezien van het feit dat Nederlandse consumenten geholpen zouden zijn met een Nederlandstalige vermelding, dienen winkeliers aan te geven dat het om Israëlische nederzettingen gaat. Op de producten dient minimaal ‘Westelijke Jordaanoever, Israëlische nederzetting’ te staan. Beter is ‘Israëlische nederzetting op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever’.
Maar bovendien blijkt dat de Makro dezelfde dadels ook met een andere vermelding verkoopt. Bij de vestiging in Nieuwegein troffen we deze week de Bomaja-dadels aan met het opschrift ‘Origin: Israel’.
Die vermelding komt volgens het Hof van Justitie neer op ‘misleiding van de consument’. Het ligt voor de hand dat consumenten klachten over de misleidende vermelding zullen indienen bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), die belast is met het controleren en handhaven van de etiketterings-regels.
Met de uitspraak van het Hof van Justitie is de tijd dat bedrijven als de Makro de consument naar hartelust om de tuin konden leiden voorbij. Europese importeurs en winkeliers zijn verplicht producten uit de Israëlische nederzettingen als zodanig te labelen. Doen zij dat niet, dan krijgen zij de NVWA of een Europese collega-instelling over de vloer.
Maar ook als zij zich aan de regels houden kunnen ze bezwaren verwachten. Met het verkopen van producten uit de nederzettingen steunen zij immers het Israëlische koloniseringsproject, dat door de VN, de EU en de Nederlandse regering als illegaal wordt veroordeeld en gepaard gaat met militaire bezetting en massieve schendingen van de mensenrechten. In het oprichtingsstatuut van het Internationaal Strafhof – het Statuut van Rome – wordt de kolonisering van bezet gebied aangemerkt als een oorlogsmisdrijf.
Het ligt voor de hand dat de betreffende bedrijven in toenemende mate op die steun zullen worden aangesproken en gemaand zullen worden de internationale gedragscodes op het terrein van maatschappelijk verantwoord ondernemen te respecteren. Die codes – de UN Guiding Principles on Business and Human Rights, de OESO-richtlijnen en het Nationaal Actieplan bedrijfsleven en mensenrechten – verlangen van bedrijven als de Makro de waarborg dat zich in hun productketens geen schendingen van de mensenrechten voordoen.
Die verplichting biedt geen ruimte voor de handel in producten uit de Israëlische kolonies, en evenmin voor een (in)directe handelsrelatie met bedrijven die daarbij betrokken zijn, zoals de Israëlische dadelverkoper Hadiklaim of diens Nederlandse voertuig Palm Fruits BV.
The Rights Forum bepleit een verbod op elke vorm van economische betrokkenheid bij de illegale Israëlische kolonisering van bezet Palestijns en Syrisch gebied, inclusief de handel in producten uit de kolonies. Afgelopen zomer riepen ook 34 Europese vakbonden de EU en haar lidstaten op een handelsverbod met de Israëlische kolonies in te stellen. In de Tweede Kamer overheerst echter de onwil om tegen de handel op te treden.
Eerder dit jaar publiceerden wij een onderzoek naar de Israëlische wijnindustrie, waaruit blijkt hoe de economische exploitatie van bezet gebied fungeert als aanjager van verdere kolonisering, en vice versa. Uit dat onderzoek bleek de betrokkenheid van diverse Nederlandse bedrijven, onder meer de HEMA en De Monnik Dranken.