De resolutie bepaalt dat landen dienen af te zien van de levering van wapens aan Israël als ze kunnen worden gebruikt om ernstige schendingen van de mensenrechten en het internationaal recht te begaan.
Nederland schaarde zich afgelopen dinsdag in de VN-Mensenrechtenraad achter een resolutie die oproept tot een wapenembargo tegen Israël. Landen zouden moeten afzien van de levering van wapens als het risico bestaat dat Israël ze gebruikt bij schendingen van het internationaal humanitair recht en/of de universele rechten van de mens.
De resolutie werd aangenomen met 32 stemmen voor, zes tegen en acht onthoudingen. De EU-lidstaten die zitting hebben in de Mensenrechtenraad stemden verdeeld. Duitsland, Frankrijk, Italië, Denemarken en Polen stemden net als Nederland voor, Oostenrijk en Bulgarije tegen, terwijl Tsjechië zich van stemming onthield.
In de resolutie wordt het Israëlische bezettingsregime in al zijn facetten scherp veroordeeld. Expliciet aan de kaak gesteld worden onder (veel) meer de kolonisering en ‘de facto annexatie’ van de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem, de blokkade van de Gazastrook, de sloop van Palestijnse woningen en andere bezittingen, de huisuitzettingen in Oost-Jeruzalem, het militaire geweld tegen burgers en het martelen van gedetineerden. Nadrukkelijk wordt nog eens gesteld dat de internationale gemeenschap de illegale Israëlische facts on the ground – denk aan de vestiging van kolonisten en de bouw van de ‘Afscheidingsmuur’ in bezet Palestijns gebied – nooit zal accepteren.
De Mensenrechtenraad eist dat Israël per direct de bezetting en de blokkade opheft, de kolonisering staakt en het internationaal recht, de mensenrechten en VN-resoluties respecteert. Ook maant de Raad Israël om, in samenspraak met de Palestijnse Autoriteit, de Palestijnse bevolking van bezet gebied van Covid-19-vaccins te voorzien, zoals het onder internationaal recht verplicht is.
Israël heeft zich nooit iets van kritische VN-resoluties aangetrokken, en de kans dat het dat nu wel zal doen is nihil. De afgelopen decennia hebben Israël geleerd dat het straffeloos zijn gang kan blijven gaan, aangezien de internationale gemeenschap wel blaft, maar niet bijt. Van maatregelen (sancties) zoals die tegen tal van andere landen – en ook tegen bijvoorbeeld Hamas – worden getroffen blijft Israël systematisch gevrijwaard.
Met dit gedogen van ernstige misdaden – waaronder volgens de resolutie ‘potentiële oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid’ – schendt de internationale gemeenschap zélf het internationaal recht, en heeft ze zich medeschuldig gemaakt aan het al 53 jaar voortwoekeren van grootschalig onrecht en het vervagen van het perspectief op vrede. De internationale gemeenschap is in de praktijk geen deel van een oplossing, maar van het probleem.
In de resolutie legt de Mensenrechtenraad de vinger scherp op deze zere plek. De Raad hekelt de ‘langdurige straffeloosheid’ en maant de internationale gemeenschap haar verplichtingen na te komen, zoals onder meer vastgelegd in de Conventies van Genève. Volgens artikel 1 van alle vier deze conventies zijn staten niet alleen verplicht zich zelf aan de conventies te houden, maar ook om die ‘onder alle omstandigheden’ te handhaven. De Raad wijst ook op de artikelen 146, 147 en 148 van de Vierde Conventie, waarin op de verplichtingen van staten wordt ingegaan, inclusief de verplichting de verantwoordelijken voor ernstige misdaden op te sporen en te (laten) berechten.
Met de oproep tot een internationaal wapenembargo tegen Israël voegt de Raad de daad bij het woord. Landen die Israël wapens leveren dienen daarvan af te zien als de wapens kunnen worden gebruikt voor rechtenschendingen. In de resolutie staat het zo:
[The Human Rights Council] urges all States to refrain from transferring arms when, in accordance with applicable national procedures and international obligations and standards, they assess that there is a clear risk that such arms might be used to commit or facilitate serious violations or abuses of international human rights law or serious violations of international humanitarian law.
The Rights Forum pleitte al veel langer voor een wapenembargo, en juicht de Nederlandse steun voor de resolutie van de Mensenrechtenraad toe. Het zou de betrokken ministers sieren op een snelle implementatie van het embargo toe te zien.
Het zou hen ook sieren de eigen zakelijke transacties met de Israëlische wapenindustrie nog eens kritisch onder de loep te nemen. Onder andere het ministerie van Defensie en de Nationale Politie sloten miljoenencontracten met Elbit Systems, een paradepaardje van de Israëlische militaire industrie. Israël maakt op grote schaal gebruik van door Elbit geleverde bewapening en andere apparatuur bij het handhaven en uitbouwen van de bezetting en kolonisering van Palestina. Elbit prijst zijn wapens aan als ‘combat proven’ en ‘battle tested’, en Palestina vormt het laboratorium waar het test- en verbeterproces plaatsvindt.
Een maand geleden riepen de voormalige ministers Jan Pronk en Laurens Jan Brinkhorst en de voormalige ambassadeur Koos van Dam – allen lid van de Raad van Advies van The Rights Forum – in een artikel de regering op de banden met de Israëlische wapenindustrie te verbreken. Voor een regering die meent dat Nederlandse wapens niet ten goede mogen komen aan Israëlische rechtenschendingen in Palestijns gebied, is het aanschaffen van wapens die in diezelfde arena zijn getest inconsequent, om niet te zeggen hypocriet.