Met het in beslag nemen van twee schepen van de Freedom Flotilla onderstreept Israël dat zijn blokkade van de Gazastrook niet louter berust op veiligheidsoverwegingen. Zowel de onderschepping van de schepen als de blokkade is onrechtmatig.
Wanneer slaat de Noorse regering in Tel Aviv met de vuist op tafel? Waar blijft haar veroordeling van het enteren en in beslag nemen van een Noors schip en het mishandelen van de bemanning door Israël? Die verontwaardigde vraag stellen de opvarenden van het schip Al-Awda, dat op 31 juli in internationale wateren werd geënterd, in een open brief aan de Noorse regering. Noorwegen heeft Israël om opheldering gevraagd, maar bij die onbeantwoorde vraag is het gebleven.
De Al-Awda was, als voorste schip van de Gaza Freedom Flotilla, met humanitaire goederen onderweg naar Gaza. De vloot van vier schepen met internationale bemanning was vast van plan de Israëlische zeeblokkade van Gaza te breken. Uitgangspunt van de organisatoren, de Freedom Flotilla Coalition (FFC): Israël heeft geen enkel recht om een humanitaire missie tegen te houden, die medicijnen en andere noodzakelijke hulpgoederen naar Gaza brengt en bovendien de vissers van Gaza vier schepen cadeau doet, allemaal bekostigd door internationale sympathisanten.
Toch is dat wat er, net als met eerdere flotilla’s, gebeurde. Op 29 juli werd de Al-Awda op open zee met geweld door de Israëlische marine overgenomen en naar de Israëlische havenplaats Ashdod gebracht. De 22 opvarenden werden in de gevangenis gezet en als criminelen behandeld. Zij zijn inmiddels per vliegtuig gedeporteerd. Een aantal opvarenden zag hun persoonlijke eigendommen ontvreemd, waaronder geld, creditcards, telefoons en kleding.
Op 3 augustus onderging het Zweedse schip de Freedom hetzelfde lot. Ook de twaalf opvarenden van dit schip zijn inmiddels gedeporteerd. Of en wanneer de overige twee – kleinere – schepen Gaza zullen proberen te bereiken is onduidelijk.
In tegenstelling tot de Noorse regering heeft de Zweedse minister van Buitenlandse Zaken Margot Wallström wél protest aangetekend bij de Israëlische autoriteiten. Op 8 augustus liet zij weten:
The government has been in contact with the Israeli authorities regarding Ship to Gaza, and has expressed that the actions of the Israeli authorities in relation to the Swedish-flagged vessel Freedom and the persons onboard constitutes a breach of international law. The government has also demanded that the ship, its cargo and the persons who were aboard be released.
De Al-Awda en de Freedom zijn door Israël in beslag genomen. Een Israëlische rechtbank bepaalde een maand geleden dat de twee schepen dienden te worden geconfisqueerd als zij in Israëlische wateren zouden komen. De waarde van de schepen – naar verluidt 75 duizend euro – diende volgens de rechter te worden uitgekeerd aan nabestaanden van slachtoffers van Hamas-aanslagen.
De zaak was bij de rechtbank aangespannen door advocate Nitsana Darshan-Leitner, hoofd van het Israëlische Shurat HaDin-Israel Law Center en bekend om haar nauwe samenwerking met de Mossad. De Israëlische veiligheidsdienst voorziet haar van informatie om zaken tegen Palestijnen te kunnen beginnen, onder meer in de Verenigde Staten, schrijft zij in haar boek Harpoon.
Darshan-Leitner vertegenwoordigde nabestaanden van vijf Israëli’s die omkwamen bij twee aanslagen in 2001 en 2002, waarvoor Hamas de verantwoordelijkheid heeft geclaimd. Een Israëlische rechter veroordeelde Hamas in 2006 tot het betalen van een miljoenenvergoeding. Die is nooit betaald. Nu krijgen de families het door de sympathisanten van de Freedom Flotilla bijeengebrachte bedrag, dat voor de vissers van Gaza was bestemd.
Om haar zaak rond te krijgen beweerde advocate Darshan-Leitner dat de schepen niet voor de vissers bestemd waren, maar ‘voor Hamas, dat er zijn vloot mee wilde versterken’. De rechtbank ging in die bizarre lezing mee. Darshan-Leitner haalde na de uitspraak triomfantelijk uit naar de organisatoren van de Freedom Flotilla, die er vanaf nu op moeten rekenen dat hun ‘illegale’ inspanningen uiteindelijk ten goede komen aan slachtoffers van ‘de terreurorganisatie die zij ondersteunen’:
This time, the ships will be turned over to terror victims and the organizers will learn that there is a price to pay for their provocations, for assisting a terror organization and for systematic violations of international law.
Te midden van de brede verontwaardiging over wat velen als ordinaire Israëlische piraterij beschouwen, vroeg de Noorse regering Israël om opheldering. Een antwoord bleef uit, maar Israël had al op 29 juli bekendgemaakt dat het als hoeder van het internationaal recht was opgetreden vanwege ‘illegale doorbreking van de blokkade’ door de Al-Awda. Conform het recht had het de Al-Awda in beslag genomen en de bemanning vastgezet, liet het weten. Bijzonderheden waren niet te melden.
Dat de Flotilla-organisatoren de Noorse regering oproepen in Tel Aviv met de vuist op tafel te slaan, en om te beginnen de schepen en andere eigendommen terug te eisen, is even logisch als terecht. Maar het gebeurde zet ook de blokkade van Gaza weer hoog op de internationale politieke agenda. Want met het uitschakelen van de humanitaire missie maakt Israël duidelijk dat die blokkade niet alleen op veiligheidsoverwegingen berust, zoals het steevast beweert.
Dat bleek onlangs ook uit de onderschepping van twee kleine vlootjes van Palestijnse schepen die, respectievelijk een maand geleden en eind mei, vanuit Gaza probeerden Cyprus te bereiken, voornamelijk voor medische behandeling die in Gaza niet beschikbaar is. De schepen werden bij de ‘blokkadegrens’ van zes zeemijl geënterd, ‘ter bescherming van de bevolking van Israël tegen terreur en wapensmokkel’, zoals een woordvoerder van het Israëlische leger het uitdrukte.
De zeeblokkade is, net als de landblokkade, bovenal een middel om de bevolking van Gaza collectief de duimschroeven aan te draaien en in een door Israël gedicteerd isolement te houden. Vanwege de blokkade geldt Israël internationaalrechtelijk als bezetter van de Gazastrook, en als bezetter is het verantwoordelijk voor het elementaire welzijn van de bevolking. Die verantwoordelijkheid legt het naast zich neer.
De gevolgen zijn bekend: Gaza is veranderd in een humanitair spookhuis en balanceert op de rand van totale ineenstorting. Internationale hulporganisaties leveren een gevecht tegen de bierkaai om erger te voorkomen. Daarbij speelt de VN-organisatie voor steun aan Palestijnse vluchtelingen, de UNRWA, een prominente rol. Zo’n 70 procent van de bevolking van Gaza bestaat uit (nakomelingen van) vluchtelingen die rond 1948 door Israël van huis en haard werden verjaagd. De VN-organisatie is echter gedwongen haar activiteiten terug te schroeven door toedoen van de Amerikaanse president Trump, die de Amerikaanse bijdrage aan de UNRWA vrijwel geheel schrapte. Afgelopen maart draaide hij met de bekrachtiging van de zogeheten Taylor Force Act de Palestijnen nog verder de duimschroeven aan.
Trump wil de UNRWA doen verdwijnen en de Palestijnse vluchtelingen hun vluchtelingenstatus en hun daarmee verbonden recht van terugkeer en/of compensatie ontnemen. Hij komt daarmee tegemoet aan een wens van Israël, dat er niet over piekert de 750 duizend Palestijnen die het rond 1948 verdreef (en hun nakomelingen) terug te laten keren of te compenseren. Afgelopen week lekten e-mails uit van Jared Kushner, Trumps schoonzoon en topadviseur voor het Midden-Oosten, waarin hij openlijk pleit voor ‘ontwrichting van de UNRWA’. Onlangs deden zeventig Democratische Congresleden juist een dringend beroep op de regering-Trump om de financiële steun aan de bevolking van Gaza weer op peil te brengen.
Intussen komen er steeds meer details naar buiten over de entering van de Al-Awda en de Freedom. Lezenswaard is het verslag van de Chinese arts Swee Ang, opvarende van de Al-Awda. Zij beschrijft het geweld waarmee gemaskerde Israëlische militairen het schip in internationale wateren overnamen, en de gewelddadige en vernederende wijze waarop de opvarenden in gevangenschap werden behandeld – als criminelen. Hun ‘misdaad’: het verlenen van hulp:
Our only crime according to them is we are friends of the Palestinians and wanted to bring medical aid to them. […] This massive attack on an unarmed Freedom Flotilla bringing friends and some medical relief is an attempt to crush all hope for Gaza.
De Duits-Zweedse Anna Dressler, opvarende van de Freedom, vat haar gevangenschap als volgt samen:
I got threatened with force three times, isolated, handcuffed twice, and with force moved from my cell and towards the airport. I got illegally deported to Germany without access to ANY of my legal rights for 2,5 days: no contact with lawyer, embassy, no trial, no documentation, no information to the German authorities.
Dressler, die zich net als andere opvarenden beroofd zag van haar telefoon, kondigt juridische stappen aan. En Swee Ang stelt strijdlustig dat zij zich niet laat intimideren. Zo lang ik leef zal ik me voor de Palestijnen blijven inzetten, schrijft ze:
We will not stop, we must continue to be strong to bring hope and justice to the Palestinians and be prepared to pay the price, and to be worthy of the Palestinians. As long as I survive I will exist to resist. To do less will be a crime.