Rajaa Natour is een Palestijnse onderzoeksjournalist.
18 maart 2025 Lees meer overHet staakt-het-vuren in Gaza is zwaar gemankeerd. Het is de EU die de sleutel voor een oplossing in handen heeft, schrijft de Palestijnse journalist Rajaa Natour.
Het beeld van Palestijnse kinderen die zich verheugden over de aankondiging van het staakt-het-vuren en de gevangenenruil tussen Hamas en Israël sprak boekdelen. Malik al-Asidni vertelde Al-Jazeera: ‘Ik hoop terug te keren naar het leven dat ik had voor de oorlog. In deze oorlog verloor ik mijn oom, mijn neef, ons huis en zelfs mijn herinneringen. Ik droom er nog steeds van om terug te gaan naar school en naar mijn vorige leven.’
Ik begrijp Malik en de tienduizenden andere Palestijnse kinderen die zo’n hoge prijs betaalden tijdens de Israëlische genocide in Gaza. Ze verlangen terug naar hun huizen. Niet omdat ze zich verzoend hebben met de bezetting, maar omdat ze uitgeput zijn van de honger, de kou, de dagelijkse sterfgevallen en het leven in tenten.
Ondanks de genocide en de humanitaire catastrofe die zich in Gaza voltrokken, framede Hamas dit akkoord als een verpletterende Palestijnse overwinning. Volgens Hamas faalde Israël in zijn missie om de organisatie, die het Palestijnse verzet vertegenwoordigt, uit te roeien. Ook slaagde Israël er niet in om volledige controle over Gaza te verkrijgen, alle Israëlische gijzelaars vrij te krijgen, en een volledige etnische zuivering in Gaza door te voeren. Khalil al-Hayya, plaatsvervangend voorzitter van het politieke bureau van Hamas, beweerde dat de Battle of Al-Aqsa Flood een belangrijk keerpunt was in de Palestijnse geschiedenis, en benadrukte dat het verzet niet zou stoppen.
Omgekeerd werd de staakt-het-vuren-overeenkomst in Israël zowel in het rechtse als het linkse kamp ontvangen met veel ongenoegen en bitterheid. De reden hiervan is simpel: in beide kampen vonden velen dat Israël was ‘verslagen’ omdat het zijn oorlogsdoelen – de eliminatie van Hamas voorop – niet wist te bereiken.
De overeenkomst tussen Israël en Hamas kwam tot stand door bemiddeling van hoge Amerikaanse, Qatarese en Egyptische functionarissen, en zou in drie fasen verlopen, die elk naar verwachting zes weken zullen duren. Tijdens de eerste fase moest Hamas 33 gijzelaars vrijlaten – vrouwen, kinderen en personen ouder dan vijftig jaar –, terwijl Israël honderden Palestijnse gevangenen zou vrijlaten, zich uit sommige gebieden zou terugtrekken en de humanitaire hulp aan Gaza aanzienlijk zou uitbreiden. In de tweede fase zou Hamas naar verwachting de resterende gijzelaars vrijlaten wanneer Israël zijn terugtrekking uit Gaza had voltooid. In de derde fase moesten de overleden gijzelaars worden teruggebracht en zou de wederopbouw van de Gazastrook beginnen.
Voordat ik inga op de problematische aspecten van de overeenkomst, merk ik op dat dit geen staakt-het-vuren is zoals het door sommigen wordt beschreven, maar eerder een wapenstilstand die bedoeld is om de uitwisseling van gevangenen te vergemakkelijken, met de mogelijkheid van nieuwe gevechten zodra die geïmplementeerd is. Bovendien bestaat er geen volledige consensus over de laatste twee fasen, waardoor het akkoord niet definitief is. De tweede en derde fase – die vooral betrekking hebben op de terugtrekking van de Israëlische troepen uit Gaza en de ontmanteling van de militaire infrastructuur – blijven onderwerp van onderhandelingen.
Dit is de kern van de zaak. Hoewel veel experts zich richten op de praktische en operationele uitdagingen van het akkoord – zoals mechanismen om toezicht te houden op de terugtrekking van het Israëlische leger, de terugkeer van Palestijnse vluchtelingen, de wederopbouw van Gaza en de duurzame levering van humanitaire hulp – denk ik dat het belangrijkste probleem ergens anders ligt. De overeenkomst gaat met name voorbij aan de politieke kwesties. De dringendste onbeantwoorde vraag is wie Gaza gaat besturen. En wat zal er bijgevolg gebeuren met de honderdduizenden Palestijnen?
Benadrukt moet worden dat opeenvolgende Israëlische regeringen Gaza altijd hebben beschouwd vanuit een militair en veiligheidsperspectief, en niet als politieke kwestie. Dit betekent cycli van oorlog, staakt-het-vuren, genocide en af en toe humanitaire hulp. Op basis hiervan zal Israël er nooit mee instemmen om de volledige controle over Gaza op te geven, omdat voor velen in de huidige Israëlische regering een dergelijke concessie zou neerkomen op het in gevaar brengen van Israëls veiligheid, het ondermijnen van zijn soevereiniteit, en het openlaten van een toekomstige militaire nederlaag. Dat is een scenario dat Israël nooit zal toestaan.
Nu Israëls voortdurende, compromisloze controle over Gaza onvermijdelijk lijkt, rijst de vraag: hoe zal die worden gehandhaafd? Het antwoord is heel eenvoudig: door van Gaza een tweede Westelijke Jordaanoever te maken. Dat wil zeggen, door Gaza net als de Westoever te fragmenteren. Volgens Haaretz wil Israël twee militaire strategieën toepassen: het ‘Vijf vingers-plan’ en het ‘Generaalsplan’.
Het eerste houdt in dat Gaza wordt opgedeeld in kleine, geïsoleerde en dichtbevolkte enclaves door de aanleg van brede ‘corridors’ waar Israëlische checkpoints de bewegingen van de Palestjnse bevolking controleren. Deze aanpak maakt dagelijkse invallen en arrestaties door het leger mogelijk. De corridors vereisen grootschalige sloop van Palestijnse huizen, massale ontheemding en de aanleg van nieuwe Israëlische infrastructuur, waaronder water-, riolerings- en elektriciteitsnetwerken, evenals uitgebreide wegen ten behoeve van toekomstige Israëlische nederzettingen.
De tweede strategie, die al wordt toegepast in het noorden van Gaza, is gericht op het ontmantelen van de Palestijnse bevolking door middel van geweld, uithongering, massale opsluiting en verdrijving. Volgens een hoge, bij de operatie betrokken legerofficier is de missie om ‘een gezuiverde ruimte te creëren’.
Op basis van deze plannen zijn er steeds meer aanwijzingen dat Israël in bepaalde gebieden in het noorden van Gaza permanente uitzettingen voorbereidt als opmaat voor de hervestiging van Israëlische nederzettingen die in 2005 werden ontmanteld. Hiermee zou de droom van de kolonistenbeweging in vervulling gaan, wiens leiders bezweren al zevenhonderd families te hebben gerekruteerd die ‘klaarstaan’ om terug te keren naar Gaza. Dat zou neerkomen op een fysieke bezetting van Gaza – maar dit keer met hulp van de Arabische wereld! Israël wil de burgerbevolking van Gaza niet in zijn eentje ‘beheren’. In plaats daarvan wordt van Qatar verwacht het vuile werk voor Israël op te knappen.
Alsof dit nog niet genoeg is, is Israël van plan om de Palestijnse samenleving in Gaza terug te brengen tot een premoderne stammenstructuur. Israël is actief op zoek naar lokale en regionale ‘onderaannemers’ om te helpen bij het ‘beheren’ van de burgerbevolking van Gaza. Het maakt prominente families en clans in Gaza het hof om ‘Hamas-vrije zones’ te beheren, hulp te verdelen, lokaal bestuur te voeren en de wederopbouw te coördineren.
In maart stelde het Israëlische leger voor om vijf clans te bewapenen – waaronder de Dughmush, een clan die banden zou onderhouden met Islamitische Staat en berucht is om het plunderen van internationale hulp – om Hamas te bestrijden en in de toekomst mogelijk te vervangen.
Door de lokale overheid en VN-instanties buiten te sluiten, probeert Israël zo de interne Palestijnse chaos te bestendigen. Hoewel zo’n plan in het verleden misschien absurd leek, heeft de opkomst van Trump Israël gesterkt in het verdiepen van zijn controle en fragmentatie van Gaza, zoals het dat ook op de Westelijke Jordaanoever heeft gedaan.
Het geschetste beeld is grimmig, maar de hoop is niet verloren. Het Israëlisch-Palestijnse conflict zal eindigen als Israël een prijs betaalt voor het in stand houden van de apartheid en het verdiepen van de bezetting. Het is eenvoudig: Europese staten en hun burgers moeten de financiering van de Israëlische nederzettingen stopzetten. Dit door een verbod op de invoer van goederen uit-, en financiële banden met de nederzettingen, conform de uitspraak het Internationaal Gerechtshof in juli 2024.
Ook moet de EU haar sancties uitbreiden tegen organisaties die Israëls illegale nederzettingenprojecten financieren, zoals Amana (al gesanctioneerd door het VK en de VS), en dreigen met automatische sancties voor entiteiten die betrokken zijn bij de hervestiging van Israëli’s in Gaza. Bovendien moet de EU haar Associatieverdrag met Israël, dat de basis vormt voor de onderlinge economische betrekkingen, heroverwegen, zoals ze al minstens 26 keer heeft gedaan in reactie op mensenrechtenschendingen door andere partnerstaten.
Daarnaast moet de EU actief stappen ondernemen om een einde te maken aan de militaire steun voor de uitroeiing van de Palestijnen in Gaza en op de Westoever. Ze moet degenen die verantwoordelijk zijn voor oorlogsmisdaden ter verantwoording roepen, en dus volledig meewerken aan de uitvoering van de arrestatiebevelen van het Internationaal Strafhof en uitspraken van het Internationaal Gerechtshof.
Zulke maatregelen zouden tastbare, dagelijkse dilemma’s creëren voor de Israëli’s, die al tientallen jaren worden gevrijwaard van dergelijke consequenties. In dit scenario moeten de Israëli’s kiezen tussen economische welvaart of een eeuwige oorlog die hen voor altijd zal isoleren. Hoewel deze dilemma’s vooral berusten op economisch pragmatisme in plaats van honorering van het Palestijnse recht op waardigheid, gelijkheid en rechtvaardigheid, hebben ze de potentie om de realiteit van de bezetting ook op Israëls schouders te leggen. Als de kosten van de bezetting niet alleen voor de Israëlische regering, maar ook voor haar burgers oplopen, wordt beëindiging ervan onvermijdelijk.
Op de schouders van veel Europese staten rust een zware en belangrijke verantwoordelijkheid. Zonder een alomvattend, transparant en besluitvaardig Europees beleid dat de Israëlische bezetting tot een dagelijks dilemma maakt voor elke Israëlische burger zullen de Palestijnen bloot blijven staan aan een voortdurende genocide.
Door de genocide in Gaza heeft Israël gevaarlijke precedenten geschapen op juridisch, politiek en humanitair terrein. Het heeft laten zien dat etnische zuivering kan worden uitgevoerd in het volle zicht van de wereld, en dat het zich boven het internationaal recht en elke rechtsautoriteit verheven voelt. Het heeft elke Palestijn, waar die zich ook bevindt, getoond dat het vergieten van hun bloed geoorloofd is – onder de ogen van een wereld die er het zwijgen toe doet. Daarom is de prangende vraag niet of de Europese Unie het vergieten van Palestijns bloed kan stoppen, maar of ze een Palestijns kind in de ogen kan kijken en hardop zeggen: ‘Jouw leven doet ertoe!’