Galit Saporta en Ghada Zeidan zijn lid van de Palestijnse Kinderrechten Coalitie.
9 november 2021 Lees meer overCapituleert de Nederlandse regering weer voor een door Israël aangestuurde lastercampagne om de Palestijnen het zwijgen op te leggen? Of worden hun rechten eindelijk beschermd? Daarop zoeken Galit Saporta en Ghada Zeidan een antwoord.
Op 22 oktober bestempelde de Israëlische minister van Defensie Benny Gantz zes Palestijnse mensenrechten- en maatschappelijke organisaties als ‘terroristisch’. Het betreft zes organisaties die zich inzetten voor mensen- en kinderrechten, genderrechtvaardigheid en basisvoorzieningen voor Palestijnen in de door Israël bezette gebieden. Allen gerespecteerd en toonaangevend op hun vakgebied met een goede reputatie in Palestina en internationaal.
Eén van hen, Al-Haq, ontving in 2009 de Geuzenpenning, de Nederlandse prijs die jaarlijks wordt uitgereikt om hedendaagse vrijheidsstrijders en mensenrechtenactivisten eer te bewijzen en te steunen. Al-Haq heeft zich ook sterk gemaakt voor een effectief optreden van de Verenigde Naties en haar lidstaten om het internationaal recht en de Palestijnse mensenrechten te handhaven, alsmede voor de opening van een onderzoek door het Internationaal Strafhof (ICC) naar mogelijke Israëlische oorlogsmisdaden. Het Strafhof heeft in februari 2021 tot dat onderzoek besloten.
Het besluit van de Israëlische regering maakt deel uit van een langdurige repressieve campagne om Palestijnse mensenrechten- en maatschappelijke organisaties te demoniseren en kapot te maken, en daarmee Palestijnen die opstaan voor hun rechten en overleving het zwijgen op te leggen.
Deze meest recente aanval van de Israëlische regering om de organisaties effectief buiten de wet te stellen is een nieuwe stap in Israëls oorlog tegen de Palestijnen. Israël past zijn eigen, nationale wetten en rechtspraak toe op bezet gebied, en bedient zich van een opgerekte definitie van terrorisme om de controle en onderdrukking van het Palestijnse volk te vergroten. Israëlische beweringen over Palestijns ‘terrorisme’ – zonder daarvoor enig bewijs te leveren – vormen een lang bestaande tactiek waarmee pleitbezorgers voor gerechtigheid worden gecriminaliseerd omdat zij Israël verantwoordelijk durven te stellen voor zijn misdaden.
Het recent door het European Legal Support Centre (ELSC) uitgebrachte rapport De ondermijning van pro-Palestijns activisme in Nederland beschrijft negen verschillende tactieken die door Israël worden gebruikt om Palestijnse mensenrechtenbeschermers het werk onmogelijk te maken en hen het zwijgen op te leggen. Eén van deze tactieken is de inzet van lastercampagnes, veelal in combinatie met het ongelimiteerde gebruik van het begrip ‘terrorisme’. De intimidatie en bedreiging van een in Den Haag werkende medewerker van Al-Haq is één van de gevallen waarnaar in het rapport wordt verwezen.
Sinds 1967 maakt Israël gebruik van twee parallelle rechtsstelsels in de bezette gebieden: één voor autochtone Palestijnen en één voor de Israëlisch/Joodse kolonisten. In dit dubbele rechtssysteem staan Israëlische troepen de kolonisten toe om de Palestijnen bijna dagelijks lastig te vallen, waarbij Israëlische militairen de kolonisten regelmatig beveiligen en zich soms zelfs aansluiten bij hun aanvallen op Palestijnse burgers.
Zo vielen eind september tientallen joodse kolonisten de herdersgemeenschap van Al-Mufqara aan. In wat leek op een pogrom raakten veel Palestijnen gewond, waaronder de driejarige Muhammad Hamamdeh, die een steen op zijn hoofd kreeg, wat resulteerde in een gebarsten schedel en bewustzijnsverlies.
Palestijnen die zuchten onder deze dubbele terreur – van het leger en van de kolonisten – worden geacht zich op geen enkele manier te verzetten, aangezien zelfs geweldloos verzet door het Israëlische regime onmiddellijk wordt geclassificeerd als terrorisme.
Hoewel de beslissing van minister Gantz breed werd veroordeeld door mensenrechten- en maatschappelijke organisaties wereldwijd, waaronder Human Rights Watch & Amnesty en Defence for Children International, evenals door vele in Nederland gevestigde mensenrechten- en hulporganisaties, blijft de Nederlandse regering in Den Haag ondubbelzinnig stil. Dit staat in schril contrast met de actieve rol die Nederland vorige week koos bij de verdediging van Osman Kavala, de gevangenen mensenrechtenactivist in Turkije.
Onder het motto ‘Nederland is uw partner in het verdedigen van mensenrechten’ claimt de Nederlandse staat een leidende positie in het ondersteunen en verdedigen van mensenrechtenverdedigers en activisten, ‘zodat zij hun werk effectief en veilig kunnen doen’. Den Haag herbergt ook het Internationaal Strafhof (ICC) en het Internationaal Gerechtshof (ICJ) en vele andere mensenrechteninstellingen.
Mensenrechten lijken dan ook core business van onze Nederlandse Staat. Feit is echter ook dat die keer op keer zijn verplichtingen jegens de Palestijnen niet nakomt. De huidige oorverdovende stilte van Den Haag bewijst eens temeer dat Palestijnse mensenrechtenverdedigers systematisch buitengesloten worden van de universele rechten van de mens waarvoor Den Haag zegt te staan.
Capituleert de Nederlandse regering weer voor een door Israël aangestuurde smet- en lastercampagne die tot doel heeft de Palestijnen het zwijgen op te leggen? Wij hopen dat de Nederlandse regering dit keer haar stilzwijgen doorbreekt en opkomt voor hetgeen ze zegt voor te staan – het verdedigen van mensenrechtenverdedigers, vooral omdat zij hen jarenlang heeft gesteund.
Galit Saporta is directeur van gate48 – kritische Israëli’s in Nederland. Ghada Zeidan is directeur van Palestine Link – Een Organisatie van Palestijnen in Nederland. Dit artikel verscheen eerder op Joop.nl.